Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Sara Kerklaan
actueel

‘Het onderwijs moet altijd draaien, daar worden we voor betaald’

29 december 2020 - 09:04

Peter Stins is projectmanager ICT Services, werkt al 21 jaar op de UvA, en is net zoals jij UvA’er van het Jaar. Maar nog nooit had hij het zo druk als dit jaar. ‘Slapen doe ik niet veel meer. Vaak zit ik om 3 uur ’s nachts nog mails te beantwoorden.’

‘Mensen vragen me weleens of ik ook nog slaap. Weinig dus. Dingen als het lezen van m’n mail doe ik niet vaak tijdens het werk, maar ’s nachts thuis. Dan zit ik gerust om drie uur in de nacht op mijn bedje, leeslampje aan en laptopje open, om mails over calls en projecten te beantwoorden.

 

Dit wordt mijn 21ste jaar bij UvA en HvA. Ik ben ooit begonnen toen de afdeling nog PC LAN heette, we zaten op de Oude Turfmarkt. Er waren hooguit 30 tot 40 mensen in dienst, tegenwoordig wel 250 denk ik. Het werk is eigenlijk niet eens zo heel veel veranderd. Ook toen werkte ik aan het netwerk en aan het beheer. De methode van werken wordt wel steeds anders genoemd: eerst heette het Prins, toen Prins II, nu doen we voornamelijk Scrum.

 

Ik ben niet zo van die termen. Wel van de controle. Ik vertrouw heel veel mensen, behalve mezelf, dus ik blijf veel op locatie kijken. Doordat ik heel lang met mensen samenwerk, weet ik ook goed aan wie ik iets heb.’ Stins grijpt naar zijn tas. ‘Kijk, dit opschrijfboekje heb ik altijd mee, ik schrijf alles op voor de zekerheid. En ik maak overal foto’s van.

‘Ik heb mijn vakantie opgezegd en ben elke week vier dagen op de UvA en HvA geweest’

Omdat er door corona veel onzekerheid was over wat de toekomst zou brengen, zijn heel veel bouwprojecten naar voren gehaald. Dat kon ook, omdat er meteen veel minder studenten in de gebouwen waren. Normaal gesproken doen we dat soort werk vooral in de zomermaanden, tussen juni en augustus.  

 

Om de drie tot vijf jaar worden alle onderwijszalen vernieuwd, dat doe ik samen met Facility Services (FS) al 18 jaar, net als de kleinere verbouwingen en aanpassingen. Kijk, wij gaan niet over de kleurtjes van de muren en het tapijt, dat begrijp je wel. Wel over de connectiviteit van schermen voor narrow casting, Wifi, maar ook de slagbomen bij de gebouwen en alle camera’s die overal op de terreinen hangen. 

 

We wisten ook niet hoe het met leveranciers zou gaan, of met installateurs, en of die door konden werken. We wisten feitelijk niks. Ik heb mijn vakantie opgezegd en ben elke week vier dagen op de UvA en HvA geweest. Sterker nog, ik had twee maanden ouderschapsverlof geregeld, die zijn ook verplaatst. Een hoop gedoe hoor, dat mag ook niet zomaar.

‘Ons geluk is geweest dat er al heel veel in de steigers stond, veel was al voorbereid. We hadden systemen al opgezet en getest’

Het overgrote deel van mijn werk is voor verbouwingen en alle ICT-aspecten die daarbij komen kijken: wifi, camera’s, opnameapparatuur, aansluitpunten en ga zo maar door. Vanaf half maart, toen corona uitbrak, is het voor ons behoorlijk drukker geworden, dat kun je je voorstellen.

 

Normaal gesproken verzamel ik in januari alle projecten die in het loop van het jaar gaan spelen, en daarmee maak ik een planning. Het gaat om onderwijsprojecten in 32 panden van zowel de UvA als van de Hogeschool van Amsterdam. De gevleugelde term daarvoor bij ons is “prio 1”. Oftewel: het onderwijs gaat altijd voor, dat moet draaien. Daar worden we voor betaald, en de rest is leuk, zeg ik altijd.

 

Vanaf juni wilden plotseling heel veel studenten en docenten video-vergaderen. Voorheen gebeurde dat sporadisch, maar toen wilde iedereen dat tegelijk. Ons geluk is geweest dat er al heel veel in de steigers stond, veel was al voorbereid. We hadden systemen al opgezet en getest. Het was vooral een kwestie van heel snel de capaciteit uitbreiden.

 

Ik moet ook niet doen alsof het allemaal heel makkelijk was voor ons, maar om een voorbeeld te noemen: we waren na twee jaar al zo goed als klaar met het samenvoegen van het netwerk voor studenten en medewerkers.

 

We kregen de opdracht zalen met spoed gereed te maken voor zogeheten hybride onderwijs. Dat is dus doceren op afstand met camera’s en microfoons, en met een paar studenten op anderhalve meter in de zaal. Dat is allemaal voor 1 september gelukt.

Foto: Sara Kerklaan

Bij de UvA hebben we met FS vier echt nieuwe zalen voor hybride onderwijs gemaakt, allemaal op de Roeterseilandcampus. Er zijn ook zalen gemaakt met mobiele sets met microfoons en camera’s waar docenten in hun eentje les geven. Daarnaast leveren we nu faciliteiten voor zogenoemde kennisclips: pc’s met een vaste camera, microfoon en een lamp, waar docenten in speciale kamers filmpjes kunnen opnemen als hun spullen thuis niet goed genoeg zijn.

 

De hele wereld, maar zeker ook heel Nederland, zat op een gegeven moment achter die camera’s aan. Dus wij hebben die leverancier vroegtijdig ingelicht: reserveer maar alvast voor ons, want anders krijg je ze niet he?

 

Het is natuurlijk niet zo dat docenten op 15 maart massaal op video zijn overgestapt. De meesten deden dat al, en we hebben de coronacrisis aangegrepen om alles met spoed volgens één standaard te regelen.

 

De onderwijszalen gingen natuurlijk niet helemaal op slot, er waren genoeg docenten die voor een lege zaal hun college live streamden of opnamen. Dat moesten we allemaal mogelijk maken. Het was af en toe heel onwerkelijk; dan liep ik door de lege panden langs de collegezalen met blinderingsstickers op de ramen en zag je alleen een paar armen zwaaien. Ging ik toch maar even checken of het wel goed ging.

‘Tegenwoordig zit ik al om 7 uur in de trein uit Den Helder, dat heb ik in alle jaren hiervoor nooit gehad’

Tegenwoordig zit ik al om 7 uur in de trein uit Den Helder, dat heb ik in alle jaren hiervoor nooit gehad. Ik wil ook zo vroeg mogelijk binnen zijn, want dan word je nog niet van hot naar her gewezen door bewakers en hosts. Gelukkig hebben we hesjes, dan mogen we tegen de looprichting in als dat echt moet.

 

Het is gek om te zeggen, maar er was voor ons ook een voordeel van de corona-uitbraak, omdat alle panden vrij snel leeg waren. We konden gewoon onze gang gaan. Ze bleven wel open, met bewaking bij de deur, en later met van hosts, maar eerst was er niets: geen stickers, geen looprichtingen.

 

De vernieuwing van het P.C. Hoofthuis staat nu bijvoorbeeld op de planning. Normaal zouden we er een jaar over doen om alle netwerkbekabeling te vervangen. Dat lukt nu binnen 6 maanden. Er zaten daar tot 15 december nog wel een paar mensen in het pand, maar het is veel makkelijker werken.

 

Het lijkt nu de gewoonste zaak van de wereld, maar het thuiswerken moest plotseling gigantisch worden uitgebreid. Even uit mijn hoofd: ruim 20.000 medewerkers bij UvA en HvA samen, en bijna honderdduizend studenten Als die plotseling allemaal thuis gaan werken, dat was en is een megaklus geweest.

‘We hebben ook het grootste wifi-netwerk van heel Europa in onze gebouwen. Dat netwerk moest blijven draaien’

Zelf ben ik standaard twee keer twee maanden per jaar in het buitenland: in mei en juni en in december januari, mijn vrouw en kleine wonen in Noord-Thailand in de buurt van Laos, vandaar. Mijn projecten zijn daaromheen gepland.’ Hij lacht: ‘Dus ik zeg altijd: ik werk rondom mijn vakantie. En als ik er niet ben gaat hier alles door, zo handig is het ook allemaal wel geregeld.

 

Ik kom de laatste tijd vaker bij andere bedrijven zoals banken, en misschien zou je anders denken, maar bij de UvA en HvA is heel veel op het gebied van ICT up to date en in orde. We hebben ook het grootste wifi-netwerk van heel Europa in onze gebouwen. Dat netwerk moest blijven draaien; het maakt geen verschil of er één of duizenden gebruikers in de gebouwen zitten.

 

Wat lastig was in het begin: de meeste collega’s van ICTS waren er niet meer, terwijl sommige calls - meldingen – gewoon doorgingen. Telefoons gaan stuk, computers vallen uit, corona of niet. Het idee was eerst dat de meeste medewerkers van ons niet meer naar de universiteit mochten komen, maar dat ging niet. Een server kun je nog van op afstand resetten, voor een kapot kabeltje moet je toch echt fysiek langsgaan.

 

Er gaan geluiden op om zalen in de RAI open te stellen voor onderwijs en tentamens. Het ligt vast aan mijn karakter, maar ik vind iets niet zo snel moeilijk. Dus als dat volgende maand moet en we hebben de spullen – glasvezel, lampen, verbindingen – dan gaan we dat doen.

 

Als straks na de pandemie het onderwijs weer op gang komt, en de medewerkers terugkeren voorzie ik geen grote problemen. Ja, je krijgt gekke dingen als mensen die hun monitor van hun pc naar huis hebben meegenomen en bij terugkomst massaal niet meer weten hoe dat ding aan te sluiten. Dan wordt het weer even héél druk bij de servicedesk en werkplekondersteuning.’