Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
Foto: Marleen Hoebe
actueel

Onderzoek naar koloniale straatnamen: ‘De Komtunnel in plaats van Coentunnel’

Dan Afrifa,
17 november 2020 - 17:36

In opdracht van de gemeente Amsterdam doen UvA-studenten onderzoek naar koloniale straatnamen. Afgelopen week presenteerden zij de eerste bevindingen, na gesprekken met buurtbewoners die vaak weinig wisten over de koloniale geschiedenis. ‘Admiraal De Ruijter, dat was toch die slechterik?’

Eind 2018 nam de Amsterdamse gemeenteraad een motie aan waarin werd aangedrongen op onderzoek naar de verering van koloniale figuren in de publieke ruimte. Anderhalf jaar later maakte diversiteitswethouder Rutger Groot Wassink bekend dat het college in kaart ging brengen welke straten naar koloniale figuren zijn vernoemd, en hoe Amsterdammers daar beter over geïnformeerd kunnen worden. Het is nadrukkelijk niet de bedoeling dat straatnamen uiteindelijk veranderd worden.

 

Het project werd uitbesteed aan de master Publieksgeschiedenis van de Universiteit van Amsterdam. Je zou je kunnen afvragen waarom zo’n beladen onderzoek wordt overgelaten aan studenten. Volgens mastercoördinator Laura van Hasselt komt dat door een ‘gelukkige’ samenloop van omstandigheden: ‘We onderhielden al contact met de gemeente Amsterdam over onderzoeksmogelijkheden. Toen de Black Lives Matter-demonstraties het koloniale verleden opnieuw in de schijnwerpers brachten, kwamen de gesprekken in een stroomversnelling.’

Foto: Dan Afrifa

Opdonderen
Begin november gingen twintig masterstudenten de straat op in de Zeehelden- en Admiralenbuurt en de Chassébuurt. Op vrijdagmiddag 13 november presenteren zij de bevindingen in collegezaal D0.08 van de Oudemanhuispoort. Jammer genoeg niet in de, toepasselijkere, VOC-zaal in het Bushuis.

 

Vijf studenten schakelen in via Zoom en de vijftien fysiek aanwezigen zitten op veilige afstand van elkaar. De aanblik van de collegezaal doet denken aan niet-verplichte ochtendcolleges in pre-coronatijden, maar met hun enthousiasme vullen de publiekshistorici de leegte op. Docent Van Hasselt staat ook te springen: ‘Ik ben benieuwd naar de nieuwe inzichten en interessante gesprekken.’

 

De eerste groep vertelt dat niet alle buurtbewoners met evenveel enthousiasme op hen zaten te wachten. Hoewel de meesten dan beleefd afsloegen, kregen de studenten ook een keer te horen dat ze moesten ‘opdonderen’. Hierna besloten zij passanten op straat aan te spreken. En zo kwamen ze erachter dat veel buurtbewoners weinig wisten over de koloniale geschiedenis achter hun straatnamen. Een volgende groep ondervond dat informatiebordjes onder de straatnamen vaak niet worden gelezen. Opvallend genoeg wisten sommige ondervraagden wel te vertellen dat Admiraal de Ruijter ‘die slechterik’ was.

Opvallend genoeg wisten sommige ondervraagden wel te vertellen dat Admiraal de Ruijter ‘die slechterik’ was

Beeldenstorm
Zo stuitte elk groepje op bijzonderheden. Eén ondervraagde stelde voor om De Coentunnel voortaan De Komtunnel te noemen, naar de Surinaamse verzetsstrijder Anton de Kom. Een andere Amsterdammer vond juist dat de koloniale figuren bezien moeten worden in hun historische context. Groeperingen die ‘beelden neertrekken en straatnamen willen veranderen’ deden haar denken aan de Beeldenstorm van 1566.

 

Andere kritische buurtbewoners staken van wal over wat zij zagen als het ‘herschrijven van de geschiedenis’, en spraken in één adem door over de zwartepietendiscussie. In de geest van de feestdagen deden de gelukkigste studenten een nogal bijzondere ontdekking: wanneer je op 11 november, met Sint-Maarten, langs de deuren gaat, krijg je antwoorden én chocola.

 

Ondertussen betreden per groepje steeds maar twee studenten het podium, zodat niemand per ongeluk te dicht op elkaar staat. Tussen de groepswisselingen door zorgen de problemen met Zoom voor komische intermezzo’s. En het afsluitende viertal introduceert een variant op het coronaproof presenteren: één voor één komen de studenten op om na het spreken het podium te verlaten. Net als bij een prijsuitreiking.

 

De echte wereld
Na de presentaties spreken we studenten Floor Mulder (25) en Wesley van Bavel (25). Mulder vertelt dat corona niet al te veel in de weg heeft gezeten tijdens het onderzoek. ‘Vanwege de krappe ruimtes vermeden we wel de appartementencomplexen.’ Ondanks de aparte ervaring is Mulder verschillende inzichten rijker. ‘Zelf heb ik sterke meningen over straatnamen en standbeelden, en bij het interviewen dacht ik soms: “Hoezo kan dit een buurtbewoner zo weinig schelen?”. Maar ik snap ook dat niet iedereen zich hiermee bezig houdt. Het mooie van dit onderzoek, en deze master, is dat je ziet hoe academische kennis nut krijgt in de echte wereld.’

Foto: Dan Afrifa
Studenten Wesley van Bavel en Floor Mulder

Van Bavel heeft ook zo zijn persoonlijke meningen. ‘Foute’ straatnamen mogen van hem een ander naam krijgen. ‘Wanneer je stelt dat een straatnaam een vorm van verering is, moet je bedenken of je bepaalde namen in stand kan houden.’

 

Aanbestedingen
De komende weken gaan de studenten aan de slag met hun resultaten. Ook volgt er een Black Heritage Tour door Amsterdam en andere excursies om dieper in het onderwerp te duiken. Op 18 december zijn de eindpresentaties, in aanwezigheid van onder meer wethouder Groot Wassink. Projectbegeleider en geschiedenisdocent Arjan Nobel drukt de studenten op het hart dat ze rekening moeten houden met het verschil tussen de echte wereld en de academische wereld. ‘Wij historici willen altijd veel vertellen en uitleggen, maar bij dit soort aanbestedingen wil de opdrachtgever snel begrijpen wat het plan is.’

 

Student Van Bavel vindt het een uitdaging. ‘Ik merkte dat de buurtbewoners begrijpen waarom ze het koloniale verleden belangrijk zouden moeten vinden, maar ze lezen zich niet in. Ik ben tevreden als wij bijdragen aan het dichten van het gat tussen het belangrijk vinden van de koloniale erfenis en er daadwerkelijk iets over weten.’