UvA heeft dit jaar bijna 40.000 studenten
Bijna 7.500 eerstejaars begonnen in september aan een bachelor aan de UvA. Dat is ruim duizend meer dan vorig jaar. Mede daardoor groeit het aantal studenten aan de UvA bijna naar de magische grens van veertigduizend.
Dit jaar hebben weer meer studiekiezers de weg naar de UvA weten te vinden. Het aantal eerstejaars bachelorstudenten groeit dit jaar van 6.434 naar 7.450, het aantal eerstejaars masterstudenten van 5.662 naar 6.716. Zowel het aantal Nederlandse eerstejaars als het aantal buitenlandse eerstejaars neemt toe. Dat laatste geldt zowel voor studenten van binnen als van buiten Europa. Daarmee lijkt de angst dat de coronacrisis zou zorgen voor een sterke afname van het aantal buitenlandse studenten onterecht te zijn geweest.
(Lees verder onder de infographic)
Er zijn drie faculteiten die een sterke groei van het aantal eerstejaars bachelorstudenten laten zien. Dat zijn Economie & Bedrijfskunde (+25 procent), de rechtenfaculteit (+20 procent) en Maatschappij- & Gedrag (+27 procent). Opvallend is de groei bij die laatste faculteit. Zo neemt het aantal eerstejaars onderwijswetenschappen toe van 4 vorig jaar naar 20 dit jaar. De verengelsing van culturele antropologie & ontwikkelingssociologie legt die studie ook geen windeieren. Waar er vorig jaar nog 58 eerstejaars waren, zijn dat er nu 160, waarvan bijna de helft uit het buitenland.
De UvA telt dit jaar veertien bachelorstudies en vier masterstudies waar meer internationale eerstejaars zijn dan Nederlandse eerstejaars. Het Amsterdam University College (85,7 procent internationale eerstejaars), Media & Information (78,1 procent) en actuariële wetenschappen (75 procent) hebben de meeste internationale eerstejaars bachelorstudenten.
(Lees verder onder de kaart)
De meeste internationale eerstejaars bachelorstudenten komen uit Duitsland, gevolgd door Frankrijk, Italië en China. De meeste internationale studenten die aan een master beginnen komen uit China, gevolgd door Duitsland en het Verenigd Koninkrijk.
Coronamaatregelen
Een deel van de groei van het aantal masterstudenten wordt veroorzaakt doordat studies de harde knip niet hanteerden. Normaal gesproken kunnen studenten pas aan een master beginnen als ze een bachelor hebben afgerond, maar de UvA heeft deze zogenoemde ‘harde knip’ losgelaten. Bachelorstudenten die nog een beperkt aantal studiepunten misten liepen zodoende niet onnodig veel studievertraging op. De groei van het aantal eerstejaars masterstudenten (19 procent) bestaat voor ongeveer de helft uit studenten die hun bachelor nog niet afrondden.
De UvA besloot dit voorjaar eveneens de handhaving van het bindend studieadvies voor eerstejaars studenten op te schorten. Dat betekent dat studenten pas na het tweede jaar beoordeeld worden op het aantal studiepunten uit het eerste jaar dat ze hebben behaald. Daardoor zijn er relatief meer tweedejaars dan normaal, schrijft de UvA.
De belangrijkste reden van de groei van het aantal studenten aan de UvA naar 39.051 dit jaar is echter de groei van het aantal eerstejaars master- en bachelorstudenten. Mogelijke verklaringen die de UvA daarvoor geeft zijn dat minder studenten een tussenjaar hebben genomen en dat er vorig jaar relatief meer vwo-scholieren zijn geslaagd dan normaal. De groei van het aantal buitenlandse eerstejaars kan door de UvA mogelijk verklaard worden door de mogelijkheid om vanuit het thuisland online UvA-onderwijs te volgen en het feit dat Nederland dit voorjaar het coronavirus relatief succesvol bestreed.
De groei van het aantal UvA-studenten loopt min of meer in de pas met de landelijke cijfers: het aantal studenten aan de UvA neemt toe met 10 procent, tegenover het landelijke gemiddelde van 8 procent.
