Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Stijn Nieuwendijk
actueel

UvA werkt aan nieuwe ethische commissie

Dirk Wolthekker,
22 oktober 2020 - 09:21

Het UvA-bestuur wil de Algemene Instellingsgebonden Ethische Commissie nieuw leven inblazen en eventueel zelfs een nieuwe commissie opzetten. Onlangs bleek dat die ethische commissie op haar gat ligt en al jaren geen voorzitter meer heeft. In de kwestie-Huawei heeft daardoor geen toetsing door een ethische commissie plaatsgevonden.

Het UvA-bestuur heeft plannen om de Algemene Instellingsgebonden Ethische Commissie (AIEC) nieuw leven in te blazen, of om eventueel een nieuwe onafhankelijke commissie op te zetten die het UvA-bestuur (gevraagd of ongevraagd) adviseert over ethische kaders waarbinnen de UvA werkt. Dat heeft het bestuur laten weten na een artikel in Folia, waaruit bleek dat de bestaande AIEC al langere tijd niet meer functioneert en al drie jaar geen voorzitter meer heeft.

 

Hoe die nieuwe commissie eruit gaat zien is onderwerp van gesprek. Een woordvoerder van het bestuur zegt dat de nieuwe commissie ‘een duidelijke rol en doel’ moet hebben, ‘naast de bestaande andere commissies gericht op integriteit’. ‘Een dergelijke (nieuwe) commissie dient eveneens een onafhankelijke opzet te hebben en een nieuwe opdracht, onder meer gericht op dual use.’ Met dual use wordt bedoeld toepassingen of onderzoek dat zowel een wetenschappelijke als bedrijfsmatige/commerciële toepassing kent, zoals de in gang gezette samenwerking van UvA en VU met het Chinese technologieconcern Huawei.

 

‘Het kader dat daarbij hoort is iets om landelijk te bespreken. Dat gebeurt momenteel binnen de Vereniging van Universiteiten (VSNU),’ vervolgt hij. ‘De UvA zelf werkt al langer aan een dual use code en wij hopen deze binnenkort af te ronden. Hier kan een vernieuwde AIEC gebruik van maken.’

Foto: nn (UvA)
Otto van Tubergen is lid van de ‘slapende’ ethische commissie: ‘Een loket voor bestuurlijke integriteitsproblematiek ontbreekt op de UvA’

Bestuurlijke integriteit

Otto van Tubergen, lid van de huidige AIEC, is niet bijster enthousiast over het plan van het UvA-bestuur. ‘Blijkbaar is men iets gaan bedenken. Dat is mooi, maar wanneer een en ander gerealiseerd wordt, staat er niet bij. Dat kan best nog een paar jaar duren. Deze nieuwe AIEC zou ook een onafhankelijke opzet moeten gaan krijgen, maar ik vermoed dat de vertegenwoordigers van de medezeggenschap daarin geen plaats kunnen nemen en die waren doorgaans de kartrekkers binnen de commissie. Ook wordt er plotseling een link gelegd met integriteit. Die link is er op het wetenschappelijke gebied al, namelijk de facultaire wetenschappelijke ethische commissies.’

 

Van Tubergen pleit voor een aparte ethische commissie voor bestuurlijke kwesties. ‘Een loket voor bestuurlijke integriteitsproblematiek ontbreekt op de UvA. Dat is een grote omissie.’

‘Dit gaat over het gebruik van de naam en roem van de hele UvA en raakt de reputatie van de hele organisatie, niet alleen die van de bètafaculteit’

Facultaire commissie

De ‘papieren’ AIEC – een door studentenraadsvoorzitter Nina Hol gebruikte term – kwam in het vizier naar aanleiding van de samenwerking met Huawei en de ethische aspecten die daaraan mogelijk zijn verbonden: het bedrijf wordt beschuldigd van het faciliteren van de schending van mensenrechten – in casu die van de Oeigoeren – in China. De bestaande AIEC heeft niet geadviseerd over de samenwerking, maar dat is volgens het UvA-bestuur ook niet de bedoeling. Het zou binnen de commissie alleen gaan ‘om het adviseren over de door het College van Bestuur vast te stellen richtlijnen met betrekking tot de ethische aspecten verbonden aan de werkzaamheden van de instelling. Het is niet de taak van de AIEC om te adviseren over individuele zaken.’

 

Daar wordt door sommige leden van de AIEC anders over gedacht: zij vinden dat de commissie best een ongevraagd advies over de casus-Huawei had kunnen geven. Van Tubergen: ‘Het was een goed idee geweest om de voorgenomen Huawei samenwerking vooraf, maar dan in een bredere context, in bijvoorbeeld het UniversiteitsforumHet universiteitsforum is een overlegorgaan waarin een aantal gelote studenten en medewerkers van de UvA zonder last en ruggespraak debatteren. Zij hebben geen macht., te bespreken alvorens die samenwerking definitief te maken.’

 

Voortraject

Volgens de woordvoerder van het UvA-bestuur hoort de ethische kant van de kwestie-Huawei echter thuis ‘bij de facultaire ethische commissie van de bètafaculteit’. Van Tubergen is het daar ‘pertinent mee oneens’. ‘Dit gaat over het gebruik van de naam en roem van de hele UvA en raakt de reputatie van de hele organisatie en niet alleen die van de bètafaculteit.’

Foto: Privéarchief Cees de Laat
Cees de Laat, voorzitter ethische commissie bètafaculteit: ‘We wisten van niets’

Niettemin steken we ons licht even op bij de ethische commissie van bètafaculteit FNWI (Faculteit der Natuurwetenschappen, Wiskunde & Informatica). In tegenstelling tot de AIEC heeft de ethische commissie van de FNWI wél een voorzitter en dat is hoogleraar Cees de Laat, maar hij wist niets van de geplande samenwerking. ‘Het kan zijn dat ik er een weekje voordat de samenwerking naar buiten kwam van vernam, dat herinner ik me niet goed meer. Maar ik hoorde er pas echt van toen de samenwerking via de media naar buiten kwam en toen was het te laat. We wisten van niets. De commissie is ook zeker niet betrokken geweest bij het voortraject en er is ons ook nooit om advies gevraagd. En advies geven kan alleen als je er ook vanaf weet.’

 

De Laat zegt overigens dat het Instituut voor Informatiewetenschappen, waar de samenwerking aan UvA-kant wordt ingebed – een eigen ethische commissie (ECIS) heeft die over de kwestie wellicht wél heeft geadviseerd. Sinds 1 januari 2020 is Jacco van Ossenbruggen voorzitter van die commissie. Hij zegt: ‘Nee, deze samenwerking is niet aan ons voorgelegd.’ Wat hij van de samenwerking vindt laat hij in het midden.

 

Vóór 1 januari 2020 was De Laat voorzitter van de ECIS. ‘Maar ook in die functie heb ik niets vernomen van de voorgenomen samenwerking met Huawei. Die samenwerking moet goed overwogen worden in het licht van de huidige geopolitieke situatie, en dat is niet simpel.’ Daarvoor is het nu trouwens te laat, want het samenwerkingscontract is ondertekend.

‘Het gebruik van digitale surveillancetechnologieën is problematisch in heel China, maar in de Chinese regio Xinjiang zijn Oeigoeren het belangrijkste doelwit van een uitgebreid programma voor bewaking van de bevolking’

De woordvoerder van het UvA-bestuur liet eerder al weten dat ‘gegeven het zorgvuldige voortraject dat de VU en de UvA in de samenwerking met Huawei Finland hebben bewandeld, de inhoud van het onderzoek (zoektechnologie in Europese talen) én de gemaakte afspraken (zoals het vrij publiceren van onderzoeksresultaten) met Huawei Finland, deze samenwerking, op dit terrein, onder deze omstandigheden verantwoord is.’ Wat overigens het verschil is tussen Huawei China en Huawei Finland is niet duidelijk, behalve dat het gaat om de Finse divisie van een verder Chinese multinational. Huawei opende in 2016 een R&D Center in Finland.

 

Amnesty International

Omdat de mensenrechten ten aanzien van de islamitische Oeigoerse minderheid in West-China steeds weer opnieuw aan de orde komen bij een artikel over Huawei, getuige ook meerdere artikelen van NOS-correspondent Sjoerd den Daas en in de internationale media, steken we nog even ons licht op bij Amnesty International. Hoe is het gesteld met de mensenrechten in China?

 

Vooropgesteld: specifiek onderzoek naar Chinese bedrijven doet Amnesty niet, zegt senior human rights officer en China-specialist Stijn Deklerck. Maar daar is ook alles mee gezegd, want verder gaat het natuurlijk helemaal niet goed met de mensenrechten in China, in het bijzonder als het gaat om het bespieden en vervolgen van minderheden, iets dat Huawei zou faciliteren.

 

‘De Chinese praktijken van gerichte en massale surveillance zijn in strijd met het internationale recht op privacy. Bovendien zijn Chinese surveillancepraktijken in strijd met internationale mensenrechtennormen zoals uiteengezet door de Hoge Commissaris voor de Mensenrechten van de VN,’ vertelt Deklerck. ‘Vooral als het de Oeigoerse bevolking betreft, zijn de mensenrechten – die negatief worden beïnvloed door de Chinese indiscriminate mass surveillance – niet beperkt tot privacyrechten. Het gaat ook over het recht op gelijkheid en non-discriminatie, vrijheid van meningsuiting, vereniging, religie of overtuiging, en cultureel leven. Het gebruik van digitale surveillancetechnologieën is problematisch in heel China, maar in de Chinese regio Xinjiang zijn Oeigoeren en andere etnische groepen het belangrijkste doelwit van een uitgebreid programma voor bewaking van de bevolking.’

Foto: Mina Etemad
Gerwin van der Pol werkt aan een voorstel over hoe ‘we in de toekomst met dergelijke samenwerkingen en de ethiek eromheen zouden moeten omgaan’

Universiteitsforum

De ethische kant van strategische partnerschappen komt op korte termijn aan de orde tijdens een bijeenkomst van het Universiteitsforum. De UvA-woordvoerder: ‘De samenstelling van een (nieuwe) AIEC, de opdracht en de verhouding tot andere ethische commissies (zoals commissie wetenschappelijke integriteit en landelijke regelingen) is ook iets om in het Universiteitsforum te bespreken.’

 

Daar kan dan maar zo ook de kwestie-Huawei worden aangekaart. De centrale ondernemingsraad (COR) zal komende vrijdag met het UvA-bestuur spreken over strategische samenwerkingen en de ethische afwegingen daarbij. COR-voorzitter Gerwin van der Pol laat verder weten: ‘Wij zijn als COR bezig met het maken van een uitgebreid voorstel hoe we in de toekomst met dergelijke samenwerkingen en de ethiek eromheen zouden moeten omgaan. Dat plan zullen we in een later stadium met het UvA-bestuur bespreken.’