Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Bob Bronshoff (UvA)
actueel

Ondernemingsraad ziet ‘weinig aanleiding tot vertrouwen’ in FGw-bestuur

1 juli 2020 - 14:54

De Ondernemingsraad van de Faculteit der Geesteswetenschappen verzoekt de bestuurders van de faculteit ‘zich ernstig af te vragen of zij de aangewezen personen zijn om deze rol te vervullen’. Toch zegt hij het vertrouwen niet op in de decaan. Dat schrijft de raad in een brief.

Nadat de studentenraad maandag het vertrouwen opzegde in decaan Fred Weerman vanwege zijn handelen in een zaak rond een docent die grensoverschrijdend gedrag vertoonde, werd uitgekeken naar de ondernemingsraad (OR). Die raad, waarin de medewerkers van de faculteit vertegenwoordigd zijn, schrijft vandaag in een brief dat de gesprekken tot nu toe ‘weinig aanleiding gegeven tot vertrouwen in de analyse van en visie op het probleem bij het bestuur’. Toch zegt de raad niet officieel het vertrouwen in het bestuur en in decaan Fred Weerman op.

‘De aard van de klachten van de studenten is structureel miskend’

Vertrouwenscrisis

‘Op alle niveaus kwamen misstanden en verzuim aan het daglicht die opnieuw tot een ernstige vertrouwenscrisis binnen de UvA hebben geleid,’ schrijft de raad in de brief. ‘Een vertrouwenscrisis die niet alleen voortkomt uit het grensoverschrijdende gedrag zelf, maar vooral ook uit de halfslachtige aanpak van het probleem en het feit dat het onderwerp sociale veiligheid aan de UvA opnieuw door de media op de kaart is gezet, en niet door het universiteits- en faculteitsbestuur.’

 

Volgens de ondernemingsraad geeft het bestuur tot op heden onvoldoende openheid over haar eigen handelen en komen er uit gesprekken ‘onduidelijkheden en inconsistenties’ naarvoren. Ook schrijft de raad dat ‘de aard van de klachten van de studenten structureel miskend is’. Daarnaast zou Weerman, volgens de raad, abusievelijk hebben gezegd dat er op basis van een anonieme melding niet gehandeld kan worden.

 

Onvermogen en gebrek aan bereidheid

‘Een en ander toont vooralsnog in de ogen van de OR ten eerste het onvermogen aan de kant van het bestuur om signalen van een langdurige misstand te herkennen en,’ zo vervolgt de OR, ‘ten tweede het gebrek aan bereidheid om een grondig onderzoek in te zetten naar wat studenten drijft wanneer zij ernstige meldingen doen.’

‘We willen dat dit goed wordt uitgezocht en dat de onderste steen boven komt’

‘De tot op heden gevoerde gesprekken naar aanleiding van de C&RC&R staat voor conservering & restauratie, de master waarbij de betreffende docent werkt.-wantoestanden hebben weinig aanleiding gegeven tot vertrouwen in de analyse van en visie op het probleem bij het bestuur,’ schrijft de raad. ‘De leden van de academische gemeenschap van de FGw zijn gekwetst, ontzet, verontwaardigd en voelen zich beschaamd of angstig.’ Daarom verzoekt de OR ‘de leden van het bestuur bij zichzelf te rade te gaan en zich ernstig af te vragen of zij de aangewezen personen zijn om deze rol te vervullen.’

Foto: Mina Etemad
OR-voorzitter Gerwin van der Pol

Onderste steen boven

Zoals de brief nu opgesteld is, staan alle OR-leden erachter, zegt voorzitter Gerwin van der Pol. Hij noemt de gebeurtenissen en de gevoelde sociale onveiligheid ‘zeer ernstig’, maar zegt ook met eventuele drastischer maatregelen te willen wachten tot het externe onderzoek afgerond is. ‘We willen dat dit goed wordt uitgezocht en dat de onderste steen boven komt. Als dan zaken opduiken die niet hadden mogen gebeuren, moeten daaraan consequenties verbonden worden.’

 

Het is een erg stevige brief geworden, benadrukt hij. ‘Het is heel ernstig dat mensen zich zo onveilig voelen dat ze dat niet eens durven melden. Dit probleem is zo complex, je moet eerst een goed beeld hebben van de problemen met deze kwestie en het algehele systeem.’ De eisen en voorstellen van de OR voor verbetering zijn op dit moment ‘ongetwijfeld’ niet volledig, zegt hij.

‘Er was geen meerderheid voor een officiële motie van wantrouwen’

Compromis

Volgens Jan Teurlings, docent mediastudies en lid van de facultaire OR, is de brief een compromis als gevolg van verdeeldheid binnen de raad. ‘Er was geen meerderheid voor een officiële motie van wantrouwen,' zegt hij. 

 

‘In de analyse waren we het voor 80 procent met elkaar eens, maar over de maatregelen die daaraan verbonden moesten worden hoorden we twee duidelijke meningen. Het was niet makkelijk om consensus te bereiken, we hebben afgelopen week drie keer vergaderd.’ De OR voelde die noodzaak toen bleek dat de Facultaire Studentenraad van Geesteswetenschappen het vertrouwen in decaan Fred Weerman zou opzeggen, aldus Teurlings. ‘Dat heeft iets in gang gezet, wij wilden onze positie bepalen. Dat hebben we gedaan. Als onze eisen worden ingewilligd, maar Weerman blijft, dan kunnen we daarmee leven.’

 

Voorwaarden

De OR wil dat er in de toekomst in ieder geval aan een aantal voorwaarden wordt voldaan. Zo wil hij onder meer ‘volledige openheid’ van het bestuur over de casus bij conservatie & restauratie, en wil de raad dat er ‘consequenties’ zijn als er toch informatie wordt achtergehouden. Ook wil de raad een plan van aanpak om dit soort zaken in de toekomst te voorkomen, ‘formules’ voor compensatie en nazorg voor gedupeerden, een anoniem meldpunt en een onderzoek naar oudere meldingen. Tenslotte wil de raad nog een ‘grondige evaluatie van het bestuursmodel’ en zogenoemde 360-graden-beoordelingen ‘met input van alle niveaus’ van medewerkers.

 

Lees hieronder de hele brief van de OR.