Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Collectie Tropenmuseum
actueel

Leert de UvA-student genoeg over het slavernijverleden?

Dan Afrifa,
1 juli 2020 - 13:15

Op 1 juli herdenken we dat Nederland in 1863 formeel de slavernij afschafte in de koloniën Suriname en de Nederlandse Antillen: KetiKoti, Sranangtongo voor ‘de ketenen zijn gebroken’. Sinds de antiracismeprotesten is het onderwijs over dit slavernijverleden onderwerp van discussie, maar hoe staat het ervoor op de UvA? 

Bladeren door A history of Modern Europe, lesmateriaal voor bachelorvak Vroegmoderne Geschiedenis, doet vermoeden dat de trans-Atlantische slavenhandel slechts een bijzaak van dit tijdperk is. Universitair docent Jonas van Tol verzekert dat het onderwerp uitgebreider aan bod komt, maar: ‘Echt diep ingaan op de geschiedenis van de slavernij doen we niet in dit vak. Niet omdat we het geen belangrijk onderwerp vinden, maar de functie van de eerstejaars overzichtsvakken is om een heleboel onderwerpen kort te introduceren’.

Foto: Romy Oomen
Geschiedenis- en kunstgeschiedenisalumnus Manon Portos Minettí

Desalniettemin neemt het slavernijverleden, volgens collega Jouke Turpijn, een steeds belangrijkere rol in het geschiedeniscurriculum in. ‘Het slavernijverleden komt in elke jaargang wel terug. Verder hebben we de track Amerikanistiek, waar slavernij een belangrijk thema is in meerdere vakken. En, afhankelijk van de beschikbaarheid, zijn er meestal keuzevakken die hier over gaan. Maar we zijn er nog niet.’

 

Een understatement, vindt Manon Portos Minettí. Na de bachelors geschiedenis en kunstgeschiedenis aan de UvA zocht ze haar heil bij de master North American Studies aan de Universiteit Leiden, mede omdat ze niet het gevoel had dat ze meer over het slavernijverleden wist dan toen ze voor het eerst de UvA binnenstapte. Minettí: ‘Uiteindelijk heb ik wel veel erover geleerd, maar dat was door mezelf erin te verdiepen en essays te schrijven. Het slavernijverleden werd vaak als keuzeonderwerp aangeboden en te weinig integraal gedoceerd’.

‘Het slavernijverleden werd vaak als keuzeonderwerp aangeboden en te weinig integraal gedoceerd’

Domintant wit perspectief

Ishiah Romeijn ronde dit studiejaar haar UvA-bachelor geschiedenis af en behalve een kritische blik op het verleden, leerde ze ook scherp te kijken naar de vertellers van de geschiedenis. ‘In het tweede jaar werkten we bij het vak Nederlandse Geschiedenis met een boek van James KennedyGeschiedkundige James Kennedy was onder meer de commissievoorzitter van de herijkte Canon van Nederland. . Omdat de voormalige koloniën geen deel meer uitmaken van het Koninkrijk, koos Kennedy ervoor om deze buiten beschouwing te laten. Kennedy is een witte, Amerikaanse man met een christelijke achtergrond en in zijn boek komen de Nederlandse religieuze conflicten wel nadrukkelijk aan bod. Ik, als kind van een Surinaamse vader en Nederlands-Indische moeder, had vier eeuwen aan kolonialisme die mede vormgaven aan het huidige Nederland, niet aan de kant geschoven.’

Gouden Eeuw

Studenten met interesse in het slavernijverleden kunnen ook terecht bij de minor Gouden eeuw, hoewel die titel niet onbesproken is. Hoogleraar Vroegmoderne Geschiedenis Geert Janssen: ‘De term Gouden Eeuw is al minstens 100 jaar onderwerp van debat onder historici en juist om die reden ook best geschikt in academisch onderwijs. Hij roept namelijk meteen vragen en discussie op bij studenten, zoals: “voor wie was die eeuw van goud?” Dit soort reflectie en debat roep je veel minder snel op wanneer je een vak de ogenschijnlijk neutrale term “zeventiende eeuw” geeft. Uitgediscussieerd zijn we natuurlijk nooit en het zou me ook niet verbazen als er op zeker moment gekozen wordt voor andere benamingen’.

Ook Minettí plaats diversiteitsvraagtekens bij haar oude opleiding: ‘Ik heb maar één niet-witte docent voor mijn neus gehad, en diens contract werd niet verlengd. Natuurlijk kan een witte man ook een expert zijn, maar iemand die de doorwerking van het slavernijverleden aan den lijve ondervindt, schijnt een ander licht op deze zaken’.

 

Dit geluid vindt weerklank bij Remco Raben, bijzonder hoogleraar (post-)koloniale literatuur- en cultuurgeschiedenis, die de probleemstukken een ‘enorm verlies noemt’. Raben: ‘Het is bizar dat ik als witte docent aan een voornamelijk wit studentenpubliek uitleg wat racisme is. Dan verlies je, hoe precies ik het ook wil doen, een belangrijke dimensie. Ik sta er als witte docent vrijblijvender in dan een docent met een koloniale of niet-Europese migratieachtergrond’. Raben wijst de mogelijke verbeteringen aan: ‘Het docentenkorps moet veel diverser en het geschiedenisonderwijs zou meer niet-westerse perspectieven moeten laten zien’.

Niet-westerse invalshoeken

Andere wetenschappen worstelen ook met de erfenis van het slavernijverleden. Zo hebben de wereldwijde antiracismeprotesten discussies aangewakkerd over racistische filosofen en institutioneel racisme in de filosofie. We legden het vraagstuk voor aan Michiel Leezenberg, onder meer docent wetenschapsfilosofie. Leezenberg: ‘Vaak wordt het werk van belangrijke filosofen voorgesteld als universeel en tijdloos, maar we kunnen filosofiestudenten meer laten nadenken over in hoeverre dat gedachtegoed het product was van een koloniale tijdsgeest’. Het vak niet-westerse en vergelijkende wijsbegeerte, door Leezenberg georganiseerd, schotelt studenten in ieder geval minder conventionele invalshoeken voor. Vanaf het komende studiejaar is dit verplichte kost voor alle UvA-filosofen in spe.

Foto: UvA
Voormalig bijzonder hoogleraar Nederlands slavernijverleden en erfenis dr. Stephen Small

In de ogen van Marie Keulen, die zowel een filosofie- als geschiedenisbachelor op zak heeft, zouden niet-westerse perspectieven integraler aan bod moeten komen in de curricula. Tegelijkertijd begrijpt Keulen dat het makkelijker gezegd is dan gedaan. ‘Als student kun je makkelijk de pijnpunten aanwijzen, maar pas in de opleidingscommissie van geschiedenis kreeg ik door wat de structurele drempels zijn. Veel hangt af van de specialismes en de medewerkers die opleidingen in huis halen. Daarom hoop ik dat er nieuw leven wordt geblazen in de bijzondere leerstoel Nederlands slavernijverleden en erfenisIn 2010 stelde het Nationaal instituut Nederlands slavernijverleden en erfenis (NiNsee) een bijzondere leerstoel slavernijverleden in aan de UvA. Op die leerstoel werd de Afro-Britse wetenschapper Stephen Small benoemd, maar zijn aanstelling was geen lang leven beschoren. In 2012 schrapte het toenmalige kabinet de rijkssubsidie aan het NiNsee en kwam er een einde aan de bijzondere leerstoel..’

 

Afro-Nederlandse Studies

Ten slotte namen we contact op met Jacob Giltaij, onder andere coördinator bij Europese Rechtsgeschiedenis, om te peilen welke slavernijverledenbagage studenten rechtsgeleerdheid meekrijgen. Giltaij erkent dat het onderwerp meer aandacht verdient dan hij het nu kan geven. ‘Ik ben voor de toekomst van plan hier veel meer mee te doen, het biedt een gelegenheid om vanuit de rechtsgeschiedenis toe te voegen aan een urgente en actuele discussie, en daarmee het vak relevant te maken en te houden.’

 

(Lees verder onder de afbeelding)

Foto: Eva Hofman
Studenten krijgen een college Afro-Nederlandse Studies in de Black Archives (2018)
‘Elke student zou geconfronteerd moeten worden met de keuze om al dan niet onwetend te blijven over het slavernijverleden’

Voor vijfdejaars rechtenstudent Enverney Sordam ontbrak het bij rechtsfilosofie, een ander vak, aan discussies over de rechtvaardiging van slavernij. Sordam begreep dat zijn studie niet de plek was om zijn interesse voor dit onderwerp te cultiveren. Daarom volgde hij als keuzevak Afro-Nederlandse Studies, waar veel aandacht werd besteed aan het slavernijverleden. Dit vak werd slechts in het studiejaar 2018-2019 aangeboden, tot teleurstelling van Sordam: ‘Het zou mooi zijn als Afro-Nederlandse Studies langer werd aangeboden en prominent naar voren werd geschoven. Elke student zou geconfronteerd moeten worden met de keuze om al dan niet onwetend te blijven’.

 

Huiswerk

Studenten van de UvA-master publieksgeschiedenis gaan zich komend najaar buigen over standbeelden en historische figuren die in Amsterdam een straat, plein of brug naar zich vernoemd hebben gekregen. Misschien is het te hopen dat de universiteit zich ondertussen buigt over hoe het onderwijs over het slavernijverleden wordt gefaciliteerd.