Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Annie Spratt (Unsplash)
actueel

Samenwerken met een Chinese universiteit; kan dat wel?

Laura ter Steege,
7 mei 2020 - 15:22

Steeds meer UvA-onderzoekers werken samen met China. De voordelen zijn legio: beslissingen worden sneller genomen, er wordt volop in innovatie geïnvesteerd, en de regels voor onderzoek zijn vaak minder streng dan in Europa. Maar hoe zit het met de academische vrijheid? ‘De Chinese overheid is een enge tegenspeler.’

Gadi Rothenberg, hoogleraar duurzame chemie aan de UvA, is tevreden. Hij heeft zich ingezet om de samenwerking tussen het Van ’t Hoff Institute for Molecular Sciences (Hims) en de Chinese Academy of Sciences werkelijkheid te laten worden en in november was het zover. ‘In China zijn ze druk bezig met duurzaamheid, de ontwikkeling van low-carbon-technologieën en een transitie naar een circulaire economie,’ vertelt Rothenberg. ‘China is de plek waar het gaat gebeuren en dit is onze kans om daar onderdeel van te zijn.’

Foto: UvA
Gadi Rothenberg

In de overeenkomst die eind vorig jaar is ondertekend is afgesproken om op grote schaal studenten en medewerkers uit te wisselen en gezamenlijk onderzoek uit te voeren. Daarnaast wordt er in Shanghai een nieuw instituut gebouwd, het Shanghai Institute for CleanTech Innovation, bestaande uit twee delen: Research and Development (R&D) en innovatie. ‘In het R&D-gedeelte bevinden zich voornamelijk labs die erg lijken op de labs die wij op Science Park ook hebben. In het innovatiegedeelte wordt de toepasbaarheid van nieuwe technologieën getest met behulp van pilots.’

 

Dingen gedaan krijgen

Het uitvoeren van pilots in Nederland gaat volgens Rothenberg vaak moeizaam. Twee jaar geleden was er veel media-aandacht voor een methode die door Rothenbergs groep werd ontwikkeld om gebruikt wc-papier om te zetten in energie. Toch lukte het niet om voldoende financiering te vinden om een pilot uit te voeren. ‘Nederland leidt een zeer conservatief investeringsbeleid, dit maakt het lastig om iets gedaan te krijgen. In China hebben wij nu de kans om dit soort dingen ook echt in de praktijk te brengen.’

 

Daarnaast duurt het in Nederland volgens Rothenberg vaak heel lang om dingen voor elkaar te krijgen, doordat iedereen zich overal mee kan bemoeien. ‘De bouw van de Noord-Zuidlijn heeft lang geduurd, mede doordat buurbewoners bezwaar konden indienen. In dezelfde periode is het metronetwerk van Shanghai van 2 metrolijnen uitgebreid naar 16 metrolijnen.’ In China zijn alle lijntjes volgens hem een stuk korter: ‘Beslissingen worden daar sneller genomen. Natuurlijk gaan er daar ook regelmatig dingen mis, maar ze doen het wel. Of zoals een oud Chinees gezegde: “Failure is the mother of success.”

‘Als wij over tien jaar besluiten dat wij hier onderdeel van willen uitmaken, dan is het te laat’

In 2030 zal China volgens Rothenberg de grootste en meest invloedrijke economie hebben ter wereld. ‘Als wij over tien jaar besluiten dat wij hier onderdeel van willen uitmaken, dan is het te laat. Nu staan wij samen voorop in de innovatie, als partners.’

 

Gedeelde interesses

Ook het Institute for Logic, Language and Computation (ILLC) werkt intensief samen met Chinese wetenschappers. In 2013 richtten zij na een jarenlange samenwerking met Tsinghua University in Beijing het Joint Research Centre for Logic op. ‘Wij doen logica in de brede zin: van wiskunde en informatica tot taalkunde en filosofie,’ vertelt Johan van Benthem, emeritus hoogleraar logica. ‘Bij Tsinghua University zijn ze bezig met soortgelijk onderzoek. Deze hechte samenwerking is dan ook vanuit een bottom-up proces ontstaan, omdat wij als wetenschappers elkaar hebben opgezocht.’

Foto: Dirk Gillissen (UvA)
Sonja Smets

Binnen het Joint Research Centre worden gezamenlijke onderzoeksprojecten uitgevoerd en leiden ze promovendi op. ‘Deze promovendi voeren een deel van hun onderzoek uit aan de UvA en een deel aan Tsinghua University en hebben promotoren aan beide kanten’, aldus Sonja Smets, directeur van het ILLC. Van Benthem: ‘Een groot voordeel van ons centrum is dat er mensen worden gekweekt die begrip hebben voor beide kanten van het politieke systeem en culturen, en die later sleutelposities zullen innemen in Chinese universiteiten en bedrijven. Zo kan zelfs ons neutrale onderzoeksproject over de geschiedenis van de logica in China een nuttig en breder effect hebben.’

 

Uitzonderlijke studenten

Daarnaast hebben beide universiteiten een leerstoel ingesteld om de samenwerking te bevorderen: de UvA China Logic Chair in Amsterdam en de Jin Yuelin Chair in Beijing. De Jin Yuelin Chair wordt gebruikt door vier buitenlandse hoogleraren – waaronder Van Benthem, die allemaal drie maanden per jaar doceren op Tsinghua University. Van Benthem: ‘Onderwijs geven daar, dat is heel bijzonder. Je werkt daar met de allerbeste studenten uit heel China, dat is een genot. Natuurlijk studeren er aan de UvA ook uitzonderlijke studenten, maar het gemiddelde niveau is op Tsinghua nog een stuk hoger.’

Foto: Jeroen Oerlemans (UvA)
Johan van Benthem

Ook verschillen in cultuur maken het voor Van Benthem interessant om in China onderwijs te geven. Als voorbeeld noemt hij de warme relatie van Chinese studenten met hun professoren, maar ook hun angst om gezichtsverlies te lijden toen hij vorig jaar aankondigde dat alle studenten een presentatie van tien minuten moesten geven aan het einde van de cursus. ‘Het waren niettemin allemaal voortreffelijke presentaties, want ze kunnen het wel. Tegelijkertijd was het een mooie culturele ervaring, want het was voor hen de eerste keer dat ze publiek moesten presenteren en onvoorspelbare kritiek moesten pareren,’ aldus Van Benthem.

 

China-strategie

Toch staat niet iedereen te springen om samen te werken met Chinese onderzoekers. Zo ook Julia Bader, werkzaam bij het Amsterdam Institute for Social Science Research (AISSR), die onderzoek doet naar de Chinese Communistische partij, autoritarisme en China’s internationale relaties: ‘Zelf werk ik momenteel weinig samen met Chinese wetenschappers, want het is heel moeilijk om mensen te vinden die met je willen praten. Daarom denk ik dat je dit beter kunt onderzoeken vanuit andere landen waar China invloed heeft, zoals Cambodja of zelfs Europese landen.’

Foto: UvA
Julia Bader

Ook zijn er volgens Bader verschillende risico’s die gepaard kunnen gaan met een samenwerking met China, zoals beperkingen in academische vrijheid, (cyber)spionage en beïnvloeding. Deze mogelijke risico’s worden ook erkend door het ministerie van Onderwijs, Cultuur & Wetenschap (OCW) en het ministerie van Buitenlandse Zaken (BZ), zo blijkt uit de China-strategie van het kabinet die afgelopen mei werd gepresenteerd.

 

Het ministerie van OCW laat weten dat het belangrijk is om te onthouden dat we in Nederland voorstander zijn van open science, maar dat deze waarden niet door alle landen gedeeld worden. De mogelijke risico’s die gepaard gaan met een samenwerking met China zijn afhankelijk van het onderzoeksgebied. Zo kan ongewenste kennisoverdracht bij technische samenwerkingen de competitieve positie van Europese bedrijven schaden of zelfs de nationale veiligheid in gevaar brengen, bijvoorbeeld als deze kennis op militair terrein kan worden toegepast. Een woordvoerder vervolgt: ‘Onderzoek op het gebied van sociale wetenschappen kan ontvankelijk zijn voor beïnvloeding door de staat en voor politieke doeleinden, bijvoorbeeld als het gaat om onderzoek naar gevoelige historische gebeurtenissen of besturingsmodellen.’

UvA toetst alle samenwerkingen

De UvA zegt een universiteit te zijn met een sterke internationale oriëntatie: ‘Dit houdt in dat we studenten en onderzoekers van over de hele wereld verwelkomen op onze campussen, internationale uitwisseling en mobiliteit stimuleren en een open academische gemeenschap zijn. De belangrijkste uitgangspunten zijn academische vrijheid en kwaliteit.’

‘We toetsen alle (voorstellen voor) samenwerkingsverbanden met partners uit binnen- en buitenland altijd zorgvuldig. Dit houdt onder andere in dat voorafgaand aan de samenwerking of ondertekening van overeenkomsten afspraken op het gebied van het uitwisselen van data, bescherming van intellectuele eigendom, en privacy zijn vastgelegd,’ aldus een woordvoerder van de UvA.

Het ministerie van OCW laat weten dat er geen landelijk beleid is voor hoe Nederlandse onderzoekers moeten omgaan met internationale samenwerkingen in het algemeen, of met China in het bijzonder. Wel is er specifiek voor samenwerking met Chinese universiteiten en onderzoeksinstellingen een checklist opgesteld.

 

Zelfcensuur

Volgens een recent onderzoek zeggen niet alle onderzoekers problemen te ervaren, maar kunnen beperkingen van academische vrijheden een grote barrière vormen in het doen van onderzoek in China. Zo werd onderzoekers toegang ontzegd tot archieven, werden computers en aantekeningen in beslag genomen en doen onderzoekers aan zelfcensuur om problemen met de Chinese overheid te voorkomen. Onderzoekers die onderzoek doen naar mensenrechten konden China vaak niet in doordat ze geen visum kregen.

 

Bader: ‘Hoewel ik altijd schrijf wat ik maar wil, zal ik bijvoorbeeld niet snel deelnemen in een debat over de situatie in Hongkong om mijzelf te beschermen. Vaak zit daar iemand van de ambassade bij die je later in diskrediet kan brengen. Ik ben niet zo activistisch, anders zou ik het misschien wel doen. De Chinese overheid is nou eenmaal een enge tegenspeler.’

‘Misschien ben ik wel een beetje paranoïde, maar ik weet niet of ik in de gaten wordt gehouden’

Spyware

Een tijd terug dacht Bader het doelwit van spyware te zijn geworden, nadat ze een bijlage had geopend van een email van een Chinese PhD-student, die naar Nederland wilde komen. ‘Toen ik de bijlage wilde openen, kreeg ik een of andere foutmelding. Ik heb toen direct contact opgenomen met de ICT-afdeling van de UvA, maar zij konden niets vinden. Maar als er daadwerkelijk iets op mijn computer was gezet, betwijfel ik of de standaard virusscan van de UvA iets zou hebben gevonden.’

 

Toen ze achteraf contact zocht met de verzender van de mail, bleek deze persoon echt te bestaan en publicaties over het onderwerp van het onderzoek op zijn naam te hebben staan. Bader: ‘Toch stelde dit mij niet helemaal gerust, want de Chinese overheid rekruteert soms studenten om in het buitenland informatie te verzamelen. Misschien ben ik wel een beetje paranoïde, maar ik weet niet of ik in de gaten wordt gehouden. Misschien ben ik ook wel helemaal niet belangrijk genoeg, maar dat vind ik lastig om in te schatten.’

‘We zien wel dat bepaalde dingen strenger worden, maar niet op een niveau dat wij daar niet mee kunnen omgaan’

Hoewel Bader zelf kritisch is over China, kan ze zich goed voorstellen dat dit in andere onderzoeksrichtingen anders ligt, zeker als het onderzoek in het belang van de Chinese overheid is en ze met een grote zak geld komen aanzetten. Bader: ‘Als je een gezamenlijke beurs krijgt is het belangrijk om hier goede afspraken over te maken, bijvoorbeeld dat je altijd alles mag publiceren. Ook is het verstandig om niet helemaal afhankelijk te zijn van deze financiering, zodat het mogelijk is om deze stop te zetten, mocht dat wenselijk zijn.’

 

Niet belemmerd

Op dit moment voelen de onderzoekers van het ILLC zich niet belemmerd in het doen van hun onderzoek. ‘Als het in de toekomst lastiger wordt om buitenlandse wetenschapers een lezing te laten geven, dan raakt het ons ook,’ aldus Smets. ‘We zien wel dat bepaalde dingen strenger worden, maar niet op een niveau dat wij daar niet mee kunnen omgaan.’ Hier is Van Benthem het mee eens: ‘We zouden op een punt kunnen komen waarop het niet meer mogelijk is om ons onderzoek uit te voeren of dat wij het niet meer zouden willen. Maar je moet wel beseffen dat als wij stoppen met deze samenwerking, wij onze Chinese collega’s die precies op dezelfde golflengte zitten in de steek laten.’

 

Over spionage of patentdiefstal maken Smets en Van Benthem zich geen zorgen. ‘Er is niets geheim aan het onderzoek dat wij uitvoeren, alle informatie over ons onderzoek en onderzoekscentrum willen wij juist zo snel en breed mogelijk verspreiden. En in ons onderzoeksveld is er geen jacht op patenten.’

Coronavirus

De sluiting van universiteiten in China heeft veel invloed gehad op de samenwerkingen tussen de UvA en Chinese instituten. Zo zijn veel geplande bezoeken, zowel naar als van China, enkele maanden uitgesteld en zijn lezingen en evenementen gecanceld. Bij het Joint Research Centre for Logic hebben ze met online cursussen vanuit Europa het reguliere onderwijs zo goed mogelijk doorgezet. Deze cursussen zijn niet alleen opengesteld aan studenten van Tsinghua University, maar ook aan studenten van andere Chinese universiteiten.

Ook Rothenberg maakt zich geen zorgen over spionage: ‘Ik zie het probleem niet van onze samenwerking met China. Ik begrijp dat er mensen zijn die het niet eens zijn met wat de Chinese overheid allemaal doet, maar als je alle voors en tegens tegen elkaar afweegt ben ik persoonlijk voor de Chinese regering.’ In China zijn volgens Rothenberg in korte tijd 250 miljoen mensen vanuit armoede in de middenklasse terecht gekomen. ‘Terwijl deze mensen eerst niet eens stromend water hadden, kunnen zij nu kiezen wat voor soort auto ze zullen kopen.’

 

Daarnaast is Rothenberg niet bang dat de Chinezen er met hun patenten vandoor zouden kunnen gaan. ‘Zelf ga ik al tien jaar lang in China op bezoek en in die jaren hebben wij een goede relatie opgebouwd. Onze relatie is veel meer waard dan wat het stelen van een patent op de korte termijn zal opleveren.’