Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Bob Bronshoff (Folia-archief)
actueel

‘De regering houdt meer Europese solidariteit tegen, maar veel Nederlanders zijn voor’

Maureen Blankestijn,
16 april 2020 - 12:09

Terwijl in Italië de rampspoed toeslaat, gingen de Europese ministers van Financiën ruziënd over straat. Het had een stuk efficiënter gekund als we al eerder een solidair Europa waren geweest, stelt UvA-hoogleraar Frank Vandenbroucke. ‘Als we samen medische hulpmiddelen kopen en beheren, dan zouden we sterker staan en efficiënter te werk kunnen gaan.’

Vandenbroucke, die zich als universiteitshoogleraar richt op het bevorderen van onderzoek naar en debat over de maatschappelijke betekenis van de Europese Unie, ziet de Europese solidariteit maar moeizaam op gang komen. En dat terwijl de tijd dringt. ‘De Europese Commissie geeft al langere tijd goede aanzetten om meer solidair op te treden. Al sinds de Sars-uitbraak en de vogelgriep probeert ze voor elkaar te krijgen dat de EU gezamenlijk vaccins en hulpmiddelen inkoopt en opslaat in plaats van dat lidstaten elkaar steeds proberen voor te zijn. Een centrale voorraad kan vele malen groter zijn dan iedere lidstaat op zichzelf kan aanleggen. Hierdoor is het mogelijk uitbraken als deze sneller en met meer middelen te onderdrukken, daar waar de nood het hoogst is.’

 

Vrijwillige basis

Nu is dit gezamenlijk inkopen nog op vrijwillige basis voor elke lidstaat en loopt het te stroef, stelt Vandenbroucke. ‘Het is erg lastig voor de Europese Commissie. De procedures die ze moet volgen zijn niet gemakkelijk. Als de verdeling van beschikbare middelen in een noodsituatie dringend moet herbekeken worden, dan moeten alle lidstaten hun goedkeuring geven.’

‘Vaak hoor je het argument dat de bevolking alleen de eigen regering vertrouwt, maar mensen zien wel het voordeel van Europese samenwerking’

Het opmerkelijke, vindt Vandenbroucke, is dat hoewel de Nederlandse staat in het verleden geen voorstander was van deze samenwerking, de bevolking dat wel is. Dat blijkt uit zijn onderzoek van voor de corona-uitbraak. Hij vroeg met vier collega-wetenschappers 400 Nederlanders hoe ze tegenover een Europese voorraad voor medische middelen en vaccins staan.

 

Weinig mensen tegen

‘Het aandeel mensen dat er niks van wil weten, is heel klein. Wel verschillen de meningen over de voorwaarden, maar fel tegen waren maar heel weinig mensen. Dat vind ik erg bemoedigend. Op dit ogenblik wordt het onderzoek herhaald bij tweeduizend Nederlanders, en de resultaten die we binnen krijgen, zijn gelijklopend.’ Maar als het gaat over gezondheidskwesties, houden nationale politici graag zelf de touwtjes in handen, vertelt Vandenbroucke. ‘Vaak hoor je dan het argument dat de bevolking alleen de eigen regering vertrouwt, maar mensen zien wel het voordeel van Europese samenwerking.’

‘Als dit te lang duurt, slaat de brand over. Nederland is dan ook niet veilig’

Wat betreft economische solidariteit laat Nederland het helemaal afweten vindt Vandenbroucke. ‘De situatie in Italië is heel ernstig. Het huis staat in brand en het is van belang nu zo snel mogelijk die brand te blussen. Wat Nederland nu doet is allerlei vragen stellen over wat aan de brand vooraf is gegaan. Het is alsof de brandweer bij uw brandende huis aankomt en voordat zij begint met blussen eerst vraagt “Is er misschien iets mis met uw elektriciteitsbedrading?” of “Hebt u wel de juiste verzekering?” Maar daar is geen tijd voor. Als dit te lang duurt, brandt straks ook het huis van de buren af. Nederland is dan ook niet veilig.’

 

Het duurt te lang

Toen in 2008 de recessie uitbrak kwam de Europese samenwerking ook al moeizaam op gang, vindt Vandenbroucke, die destijds minister in de Vlaamse regering was. ‘Maar uiteindelijk leidde het wel tot solidariteit. Achteraf hebben velen besloten dat we standaardprocedures moeten hebben, om te voorkomen dat we bij economisch onheil weer weken verder zijn met overleggen en discussiëren voordat lidstaten kunnen worden geholpen. En nu lijkt het er weer op dat het té lang zal duren.’ Terwijl nu wordt onderhandeld over een tijdelijk Europees schokfonds voor ondersteuning van werkgelegenheid, hoopt Vandenbroucke dat er spoedig een permanente oplossing uit de bus komt. ‘Het zou de Eurozone de stabiliteit bieden die het nu mist.’

 

Maar waarom ligt Nederland dan nog steeds dwars? Vandenbroucke: ‘Neem Ierland ter vergelijking, een land dat zwaar werd getroffen door de economische crisis van 2008. De pijn van toen zit nog vers in het geheugen van de Ieren. Bij andere landen die toen minder werden geraakt, zoals Nederland of Duitsland, niet. Voor hen is het minder evident om voor solidariteit te kiezen.’

‘We moeten niet vergeten dat een vangnet voornamelijk stabiliteit oplevert en dat heeft elke lidstaat nodig, ook Nederland’

Vangnet als hangmat

Daarnaast bestaat bij de Nederlandse regering de angst dat een dergelijke vangnet mogelijk als hangmat fungeert. Zonde, vindt Vandenbroucke. ‘Het is altijd belangrijk om misbruik van vangnetten te bestrijden, maar het mag geen obsessie zijn. Dan werkt het niet, dan verlam je elke vorm van solidariteit. Je kan niet uitsluiten dat sommige landen grotere risico’s nemen omdat ze zich beschermd weten. Dat is het morele risico. Maar we moeten niet vergeten dat een vangnet voornamelijk stabiliteit oplevert en dat heeft iedereen nodig, elke lidstaat, ook Nederland.’

 

En dan het argument dat Nederland en Duitsland steeds de rekening betalen, omdat zij de begroting wel op orde hebben. Ook dat klopt niet volgens Vandenbroucke. ‘Nu zijn het Spanje en Italië zijn die het hardst worden getroffen. Maar je moet het over een langere tijdspanne zien. Als we al een schokfonds hadden gehad toen Duitsland het moeilijk had aan begin van deze eeuw, dan hadden we daar al meer geld aan uit gegeven dan we nu aan Spanje en Italië zullen uitgeven. Het is een verzekering, niet alleen voor anderen maar ook voor jezelf. Dat is hoe een verzekering werkt. Dus mijn oproep aan de Nederlandse regering zou zijn: vergeet niet het eigen belang dat Nederland heeft bij Europese solidariteit.’