Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Daniël Rommens
actueel

‘Niemand had het plan om het Maagdenhuis te bezetten’

Henk Strikkers,
25 februari 2020 - 09:29

Vijf jaar geleden bezetten studenten achtereenvolgens het Bungehuis en het Maagdenhuis. Sommige bezetters bleven zich inzetten bij studentenbonden of in commissies of medezeggenschapsraden, anderen verdwenen juist uit het zicht. De komende weken blikken we terug met hen die zich terugtrokken. Vandaag: Tivadar Vervoort.

Hoe kijk je terug op de bezettingen?

‘Dat doe ik eigenlijk op twee manieren. Het laatste jaar blik ik steeds vaker met vrienden terug op de bezettingen. Dat deed ik in de jaren ervoor eigenlijk nauwelijks. Ik denk dat het komt omdat er nu een significante kloof tussen “toen” en “nu” is ontstaan. Bijna al mijn kennissen die betrokken waren bij de bezettingen, hebben nu een ander leven dan destijds.

Op een basaler niveau denk ik dat het me gevormd heeft in de manier waarop ik kijk naar politiek, filosofie en de universiteit. De bezettingen hebben een vormende werking gehad op hoe ik me tot de wereld verhoud. Ik ben er nog meer van overtuigd geraakt dat filosofie altijd de mogelijkheid biedt om alles te bevragen, ook als je dat in eerste instantie niet zou denken. Deze bezettingen begonnen op een heel alledaagse manier, namelijk omdat ik met klasgenoten wilde dat mijn studie niet werd uitgekleed. Een belangrijk aspect daarbij is dat het onverwachts heel snel ging en hoe logisch dat voelde. Het begon met het plan Profiel 2016, waarbij de bachelorstudies gereorganiseerd zouden worden, en vervolgens ging het heel gemakkelijk over wezenlijke onderwerpen als autonomie en democratie.’

Vijf jaar later

Tivadar Vervoort was in 2015 student filosofie aan de UvA. Nu promoveert hij in de politieke filosofie aan de Katholieke Universiteit Leuven.

Hoe raakte je bij de acties betrokken?

‘Wij hoorden in de wandelgangen dat het bestuur van onze faculteit met Profiel 2016 zou komen om te bezuinigen. Daarin zouden heel veel studies samengevoegd worden tot een brede liberal arts-bachelor. Er was toevallig een bijeenkomst van studenten filosofie in de Doelenzaal, maar door de bezuinigingsplannen ging het de hele avond over die plannen. Aan het eind van de avond bleef ik met een paar studiegenoten doorpraten met het idee: “We moeten iets opzetten om dit te voorkomen, en we moeten dit met studenten van alle geesteswetenschappenstudies doen.” Samen met een aantal studenten hebben we die week Humanities Rally opgezet. Iemand heeft ons daarna het gehele Profiel 2016 toegespeeld, en vervolgens kregen we binnen 24 uur duizend likes op Facebook.

Ons eerste plan was om een Night of Protest te organiseren, waarbij we de hele avond in verschillende zalen een academisch programma zouden hebben. Het moest een avond worden in de Oudemanhuispoort met het idee van een bezetting, maar dan zonder het geweld en de confrontatie van een bezetting. Veel landelijke media wilden iets met die nacht, dus werd besloten dat ik de woordvoering zou doen. Zo werd ik langzaamaan een gezicht van de beweging.

Ik was in die tijd heel erg bezig met het laten groeien van de beweging, en om iedereen binnen de boot te houden. Wij waren op de hoogte van de plannen van een groep studenten om het Bungehuis te bezetten op 13 februari en ik heb me toen ingezet om die bezetting neer te zetten als een legitiem middel. We hadden ook “toevallig” die ochtend een mars georganiseerd die bij het Bungehuis zou eindigen. “Toevallig” waren er bij de ontruiming van het Bungehuis heel veel studenten rond het pand, en ja, dan stapt er weleens een paard op een been van een student. Ik was heel erg bezig met dat iedereen erbij moest blijven.’

 

(Lees verder onder de afbeelding)

Foto: Henk Strikkers
Tivadar Vervoort

Wat dacht je op de avond dat het Maagdenhuis werd bezet?

‘Ik was die dag vooral bezig met de mars om te protesteren tegen de manier waarop de ontruiming van het Bungehuis was verlopen. Die mars zou eindigen voor het Maagdenhuis. De dag ervoor had bestuursvoorzitter Louise Gunning op televisie gezegd dat het ging om “een kleine groep studenten” en wij wilden aantonen dat dat niet het geval was. Ik ben de hele dag bezig geweest om zoveel mogelijk partijen co-organisator van die mars te maken: van Asva tot studieverenigingen en politieke jongerenorganisaties. Het gevolg was dat er heel veel mensen kwamen. Toen we op het Spui aankwamen voelde je dat de massa tegen het Maagdenhuis aanklotste. Het symbool van de macht lag voor het grijpen. Niemand had het plan om het Maagdenhuis te bezetten, maar ik heb toen wel gedacht: “Dit is een moment waarop er geen rechtvaardiging nodig is om het Maagdenhuis te bezetten”. De massa van studenten en medewerkers die zich genegeerd voelden was de rechtvaardiging.

Toen we eenmaal binnen waren had ik constant het gevoel: “Het moet nu goed gaan”. Dat was superspannend. Ik wilde het gebouw graag open houden, en de massa in het gebouw houden. Er waren ook bezetters die wilden gaan barricaderen, maar ik ben blij dat we dat niet hebben gedaan. De openheid en de grote groep beschermden ons.’

‘De gesprekken werden steeds stroperiger en daarbij voelde ik me niet thuis. Het werd een ander spel, dat andere spelers nodig had’

Waarom ben je niet actief gebleven in raden, commissies of bij bonden?

‘Tijdens de bezetting van het Maagdenhuis voelde ik al dat mijn rol was uitgespeeld. Voor de bezetting was ik steeds bezig met de vraag: “Is iedereen mee?”, maar de bezetting toonde aan dat het zo was. Ik voelde me niet meer comfortabel als gezicht van de beweging. Er waren zoveel actiegroepen, en het was zo decentraal, dat ik het niet vond passen om één gezicht te hebben.

Langzaamaan bureaucratiseerden de gesprekken met het bestuur over hoe het verder moest. De gesprekken werden steeds stroperiger en daarbij voelde ik me niet thuis. Het werd een ander spel, dat andere spelers nodig had.

Ik weet nog wel dat ik een half jaar later in Berlijn studeerde en een boek las over de kunstenaarsplekken aan de Spree. De gemeente wilde die afbreken en vervangen door wolkenkrabbers, maar kreeg te maken met heel veel protest. In overleg met de demonstranten zijn toen commissies ingesteld en wie nu langs de Spree loopt ziet alleen maar wolkenkrabbers. Toen dacht ik wel: “Shit”.’

‘Mijn onderzoek geeft me nu het jargon om te praten over wat ik ten tijde van de bezettingen wel voelde, maar waar ik geen woorden voor kon vinden’

Ben je nog steeds bezig met de idealen van de bezetting?

‘Het raakt een beetje aan wat ik voor mijn proefschrift onderzoek: namelijk hoe op een heel laag, niet-politiek niveau verzet kan ontstaan. Je kunt bijvoorbeeld denken aan een biologische natuurwinkel waar iets kan gaan broeien als zou blijken dat een groot bedrijf als Monsanto weer in een schandaal betrokken raakt. Dat is ook wat er in het Maagdenhuis gebeurde. Wij waren in het begin helemaal niet bezig met democratisering of decentralisering, maar met het redden van ons curriculum.

Die ervaring draag ik in mijn onderzoek wel mee. Mijn onderzoek geeft me nu het jargon om te praten over wat ik ten tijde van de bezettingen wel voelde, maar waar ik geen woorden voor kon vinden. Ik kan me nog herinneren dat socioloog Willem Schinkel in het Maagdenhuis sprak en zich afvroeg waarom we als jonge mensen “het jargon van de jaren zestig” gebruikten. Nu denk ik dat we destijds alleen de taal van eerdere protesten tot onze beschikking hadden.’

 

Hebben de bezettingen effect gehad?

‘Ja, op meerdere niveaus. Profiel 2016, waar het voor ons om begon, ging van tafel. De kleinetalenstudies bestaan nog. Er is meer ruimte om het koloniale karakter van de universiteit te bevragen. Ja, we lezen nog steeds teksten van Kant, maar we bezien hem nu niet alleen meer als een van de belangrijkste filosofen van de Verlichting, maar ook als iemand die diep racistische teksten schreef.

Of de universiteit echt democratischer en gedecentraliseerder is geworden, vind ik moeilijk. Ik denk wel dat bestuurders zich bewust zijn geworden dat studenten en medewerkers iets aan te merken kunnen hebben, en dat als dat genegeerd wordt het uit de hand kan lopen. Maar structureel is er weinig veranderd.’