Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Dan Afrifa
actueel

Planologen in Ede: ‘Het platteland, daar moet de UvA-student naartoe’

Dan Afrifa,
10 januari 2020 - 10:17

Eén van de eerste regels bij veldwerk: het is altijd slecht weer. Dat geldt zeker voor de groep studenten planologie die deze week in Ede onderzoek doet naar de rol van groen in een wijk. Maar het onderzoek levert nu al meer op dan maanden in de collegebanken. ‘De wereld houdt niet op bij de ring A10.’

Achter de loofbomen langs de Bennekomseweg tussen Ede en Bennekom doemt het Kasteel Hoekelum op. Met paarden in de wei en een eigen landweg is dit op zomerse dagen hét decor van Edese bruiloften. Op deze gure winterochtend is de boerderij van het landgoed de uitvalsbasis van 55 UvA-studenten van de bachelor planologie.

 

Van oudsher staat de maand januari voor de tweedejaarsstudenten in het teken van data verzamelen, verwerken en presenteren op basis van veldwerk buiten de Randstad. Onder de begeleiding van docent Ori Rubin en onderwijsassistent Viktor Wildeboer verrichten zij dit jaar onderzoek in de gemeente Ede. Een week lang bekijken ze hoe groen in de openbare ruimte de sociale cohesie beïnvloedt.

‘Het is een hoogtepunt in de studie, het eerste kwantitatieve onderzoek’

Wat is planologie? Volgens Rubin is het, kort samengevat, het onderzoeken van de plek van de mens in de bebouwde omgeving. ‘Het gaat om het samenspel tussen bijvoorbeeld wonen, werken en vrijetijdsbesteding. Een planoloog houdt zich veel bezig met mensen en sociale theorieën en is soort een halve socioloog, maar dat hangt grotendeels van je focus af.’

 

Platteland

Rubin denkt dat de studenten de werkweek boeiend vinden en Viktor Wildeboer onderstreept dat: ‘Het is een hoogtepunt in de studie, het eerste onderzoek waarbij ze zelf data verzamelen.’ Karakteristiek aan het project is dat het buiten de Randstad wordt uitgevoerd, al komen de Amsterdamse wijken genoeg aan bod in de studie. ‘Het platteland, daar moet de UvA-student naar toe.’

 

Op deze tweede dinsdag van het nieuwe jaar lijkt de stadse gejaagdheid ver weg. In de gemeenschappelijke ruimte van Boerderij Hoekelum druppelen de studenten een voor een binnen. Er klinkt gemor over de niet-werkende verwarming en het warme water, maar duidelijk is dat er andere, meer gezellige redenen zijn voor het slaapgebrek. Viktor Wildeboer, die zelf bezig is met de research master Urban Studies, vertelt dat de wetenschappers in spe langs de deuren zijn gegaan en de eerste resultaten hebben gepresenteerd aan de gemeente Ede, die na afloop van het project met de cijfers en feiten aan de slag gaat.

 

(Lees verder onder de afbeelding)

Foto: Dan Afrifa
Ori Rubin (links) en Viktor Wildeboer (rechts) overleggen met enkele studenten

Bij het opdienen van het ontbijtbuffet is ongeveer de helft van de 55 studenten aanwezig in de gemeenschappelijke ruimte. Een deel heeft zich verzameld op de banken rondom de televisie, het NOS-journaal staat aan. Daartussen zitten ook Roel Hilhorst, Bram van Banning en Marco van Zoest (alledrie 19 jaar oud), die alle eerder genomen interviews hebben uitgeschreven. Ze boeken naar eigen zeggen gestaag vooruitgang. ‘Op maandag hadden we gelijk beet, in onze onderzoekswijk wonen veel betrokken mensen die bijvoorbeeld in een buurtcomité zitten, een goudmijn qua informatie.’ Marco: ‘Later deze week kunnen we gezellig op stap in Ede.’

 

Parkeerplaats
Elke groep studenten kiest een eigen onderwerp. Viktor Wildeboer deed in 2016 onderzoek naar de mening van Middelburgers over het asielzoekerscentrum in de buurt, maar groen in de wijk kan ook kwaad bloed zetten. ‘Weinigen zullen in de eerste instantie tegen meer groen in de wijk zijn, maar kijk welke emoties er loskomen als een parkeerplaats daardoor in het geding komt.’

 

‘Het onderzoek draait er voor een groot deel om te begrijpen hoe groen in de buurt wordt ervaren en valt te herleiden tot de vraag: van wie is de ruimte? Ruimte in Nederland is bijna per definitie schaars en mensen kunnen boos worden op de gemeente wanneer beslissingen ongunstig uitvallen voor hen,’ vervolgt Viktor. ‘Wat je dan niet wil hebben, is dat studenten uitgefoeterd worden omdat burgers ze aanzien voor handlangers van de gemeente.’

 

(Lees verder onder de afbeelding)

Foto: Dan Afrifa

Als Roel, Bram en Marco op pad gaan, blijkt van een strakke planning geen sprake. Al fietsend wordt de taakverdeling gemaakt. ‘De ene keer kan Bram enquêteren, de andere keer doet Marco de interviews.’ Het zijn echte studiemaatjes, want Roel uit Soest, Bram uit Santpoort en Marco uit Boskoop kenden elkaar daarvoor niet.

 

Klimtocht
Na een behoorlijke klimtocht komen we aan in de Componistenbuurt. ‘Je hebt er mensen die er al tientallen jaren wonen en mensen die al door heel Nederland hebben gewoond. In enquêtes geeft die laatste groep aan dat de groene omgeving een belangrijke overweging was.’ De wijk is volgens de jongens een typische Nederlandse wijk met typische vraagstukken. ‘Er is een transitie gaande, en daarbij komen tegenstellingen aan het licht. Onder de oudere “oorspronkelijke” bewoners klinken klachten over de individualisering. De nieuwkomers zijn vaak mensen die uitgefeest zijn, een gezin beginnen en idyllischer willen wonen.’ 

 

We stoppen bij het Symfonieplein, waarover de jongens op de eerste dag negatieve geluiden oppikten. Naast de onaantrekkelijke bebouwing is een specifiek speeltuig steen des aanstoots. Het bestaat uit vijf rubberen ‘toetsen’ die geluiden voortbrengen als je er op staat. Leuk voor een keer, irritant als je dat elke dag moet aanhoren. ‘Een voorbeeld van waarom planologie dichter bij de inwoners zou moeten staan. Zij willen wel degelijk een plein, maar een die de buurt meer eer aandoet.’

‘De toekomst van planning en planologie is luisteren. De gemeente en de universiteit moeten uit de ivoren toren’

Bram: ‘Veel planalogiestudenten gaan echt met dit werk aan de slag na de studie, en dat maakt deze kennismaking tussen theorie en praktijk nog interessanter. Roel: ‘De toekomst van planning en planologie is luisteren. De gemeente en de universiteit moeten uit de ivoren toren.’

 

Hoogopgeleiden

Rubin vindt het belangrijk dat de studenten bewust zijn van hun positie, vooral als ze langs de deuren staan. Dat ze niet zomaar mensen zijn die aanbellen, maar hoogopgeleiden uit de Randstad, en dat ze te allen tijde rekening moeten houden met dat effect op de respondenten.

‘Het liefst wil een planoloog het computerspel Sim City spelen en de stad naar eigen inzicht inrichten. Dan maak je van Oost-Groningen de nieuwe Randstad’

In het eerste jaar zijn sociale geografie en planologie één studie waarna de studenten een keuze moeten maken. Volgens de jongens denken veel studenten in stereotypen. Sociale geografie zou socialer zijn en meer aansluiten bij sociale debatten; planologie lijkt al snel zakelijk omdat het ook over budgetten en geld gaat. Maar dat er van die beelden weinig van klopt bewijst dit onderzoek. We zijn echt met mensen aan de slag. En is er iets socialer dan langs de deuren gaan?’

 

Roel houdt er sowieso een hartstochtelijke benadering van zijn studie op na. ‘Het liefst wil een planoloog het computerspel Sim City spelen en de stad naar eigen inzicht inrichten. Dan maak je van Oost-Groningen de nieuwe Randstad. Maar de moderne planoloog bepaalt niet alles zelf, maar wikt en weeg in samenspraak met de mensen voor wie hij uiteindelijk het werk doet.’

 

Of de studie ook in zijn huidige leven van invloed is? ‘Vroeger liep ik door Amsterdam en zag ik leuke geveltuintjes. Nu herken ik soms de toe-eigening van publieke ruimte.’

 

(Lees verder onder de afbeelding)

Foto: Dan Afrifa
Roel ondervraagt een bewoner van Ede

Roel praat makkelijk, neemt afwijzingen niet persoonlijk en lacht breder dan tandpastaverkopers. Wat zijn geheim is? ‘Ik verplaats me in de mensen. Ik woon zelf in een vrij anonieme buurt en doe ook niet graag open voor deurverkopers.’

 

Marco en Bram zien de rest van de week zonnig tegemoet. ‘Het tempo zit er aardig in, als het zo doorgaat houden we genoeg tijd over voor gezelligheid.’ Eigenlijk kun je zeggen dat na deze week het echte werk begint. Vrijdag wordt het veldwerk afgesloten en geven de studenten weer presentaties. De drie komende weken staan in het teken van het verwerken en toepassen van data.

 

Na twee dagen in Ede zeggen studenten dat deze week minstens even leerzaam is als meerdere weken in de collegebanken zitten. ‘Door dit onderzoek merk je dat de wereld niet eindigt bij de ringweg A10.’