Europees lab moet boost geven aan Amsterdams AI-onderzoek
Het European Laboratory for Learning and Intelligent Systems (ELLIS) heeft besloten in zeventien steden, waaronder Amsterdam, een zogenaamde ELLIS Unit te starten. Deze Units moeten een boost geven aan het AI-onderzoek in Europa. ‘Wij liggen op het gebied van AI-onderzoek achter op de rest van de wereld.’
UvA’er Max Welling heeft zich ingezet om ervoor te zorgen dat er ook in Amsterdam een ELLIS Unit zou komen. De Amsterdamse ELLIS Unit met het thema ‘AI technology for People’ richt zich onder andere op de gezondheidszorg en is een samenwerking tussen verschillende partijen, waaronder de UvA, de Vrije Universiteit, ziekenhuizen en het Nederlands Kanker Instituut. Het gaat in eerste instantie om een virtueel onderzoeksverband.
Er zullen drie senior onderzoekers en zes promovendi worden aangesteld in Amsterdam. Welling: ‘Het is de bedoeling dat de PhD-studenten die deelnemen aan het programma allemaal minimaal één jaar op uitwisseling gaan om de samenwerking binnen Europa te bevorderen.’ Toch zullen deze uitwisselingen niet alleen plaatsvinden tussen verschillende ELLIS Units in Europa, maar bijvoorbeeld ook met Canada. ‘Europa en Canada delen veel maatschappelijke waarden: daar zijn ze bijvoorbeeld net als in Europa bezorgd over de impact van kunstmatige intelligentie op de maatschappij.’
Boost
De ELLIS Units zijn volgens Welling een manier om AI-talent in Europa te houden en een boost te geven aan AI-onderzoek. Ieder jaar moet er 1,5 miljoen euro beschikbaar komen om de ELLIS Unit in Amsterdam te financieren. Dat is volgens Welling hard nodig: ‘Europa ligt wat betreft financiering van AI-onderzoek achter vergeleken met China en Noord-Amerika. En dan ligt Nederland ook nog eens achter ten opzichte van de rest van Europa.’
Een groot probleem is dat Europees AI-talent vaak naar buitenlandse bedrijven gaat omdat de salarissen daar een stuk hoger liggen. ‘De salarissen kunnen niet zomaar verhoogd worden, want die zijn vastgelegd in de cao. Wel kan er flexibel worden omgegaan met randvoorwaarden, waardoor onderzoekers veel vrijheid krijgen om naast hun werk een startup te beginnen of deels bij een bedrijf te werken.’ Ook hoopt Welling dat ook groepen onderzoekers interesse zullen tonen, nu er meerdere vacatures tegelijk open staan.
