Verhuizing diensten UvA-HvA: ‘We zijn al op weg naar de notaris’
In de mensa van de Leeuwenburg kwamen vanmiddag rond de vijftig medewerkers van de gemeenschappelijke diensten van UvA en HvA bij elkaar voor de tweede voorlichting over de controversiële verhuizing naar de Hogehilweg in Zuidoost. ‘Ik vind het een akelige locatie. Ik wil niet naar de Bijlmer.’
De bijeenkomst vanmiddag was eigenlijk een vervolg op de eerste voorlichtingsronde afgelopen vrijdag, waar de gemoederen flink opliepen. Dat was vandaag minder het geval, maar er waren niettemin nog veel vragen over de voorgenomen verhuizing van de gemeenschappelijke diensten van UvA en HvA van de Leeuwenburg (naast het Amstelstation) naar het voormalige kantoorpand van ABN Amro aan de Hogehilweg 21 in Zuidoost.
Al eerder was gebleken dat veel medewerkers van ICT Services (ICTS), het Administratief Centrum (AC) en Facility Services (FS) – de zogenoemde gemeenschappelijke diensten van UvA en HvA – helemaal geen zin hebben in die verhuizing en het nut er niet van inzien. Het gaat daarbij overigens voornamelijk om het UvA-deel van de medewerkers en niet om het HvA-deel. De medezeggenschap van het HvA-deel heeft namelijk positief geadviseerd over de verhuizing, maar de ondernemingsraad van de gemeenschappelijke diensten (GOR) van de UvA heeft negatief geadviseerd. Overigens lijkt dat negatieve advies weinig uit te halen, want de zaak is zo goed als beklonken.
Klimaatreputatie
Dit neemt niet weg dat het UvA-bestuur nog wat plooien glad te strijken heeft voordat ook UvA-medewerkers met een lachend gezicht elke dag afreizen naar ‘de Bijlmer’, zoals een van de aanwezigen in de zaal de wijk noemde. ‘Ik vind het een akelige locatie. Ik wil niet naar de Bijlmer,’ zei ze. ‘Ik wil in Amsterdam blijven.’ Ze werd tot de orde geroepen door één van haar collega’s. ‘De Bijlmer hoort gewoon bij Amsterdam en het is niet okay om de Bijlmer een akelige locatie te noemen.’ Ook UvA-bestuurslid Jan Lintsen liet weten dat er wat hem betreft niets mis is met de Hogehilweg. ‘Het gebouw heeft zelfs een geweldig goede klimaatreputatie, beter dan de Leeuwenburg.’ Het pand aan de Hogehilweg telt vier etages, waarvan er drie zijn gehuurd voor de gemeenschappelijke diensten van UvA-HvA. ‘Op de vierde etage moet het bestuur van de UvA dan maar worden gehuisvest,’ zei een van de medewerkers sarcastisch. Lintsen zei lachend dat hij de suggestie ‘in overweging’ zou nemen.
Vier locaties
Lintsen had het al eerder laten weten, maar hij zei het nog maar een keer. ‘We moeten uit de Leeuwenburg vertrekken, want het huurcontract loopt in de zomer van 2021 af. De eigenaar heeft er andere plannen mee.’ Bij de splitsing van UvA en HvA in 2017 werd afgesproken dat de gemeenschappelijke diensten bij elkaar zouden blijven en dit betekent dat er een flink pand nodig is. De eveneens aanwezige directeur Facility Services Harold Swartjes: ‘De Leeuwenburg heeft ons geleerd hoe belangrijk het is dat de gezamenlijke diensten bij elkaar zitten.’ Er werd een gespecialiseerde makelaar ingehuurd die vier locaties voorstelde. De Hogehilweg kwam daar als beste uit. Lintsen: ‘Daarbij hebben we moeten letten op betaalbaarheid, kwaliteit van de faciliteiten, nabijheid van een of meerdere campussen, de aanwezigheid van openbaar vervoer en tijdige beschikbaarheid.’
‘Heel, heel krap’
Ten aanzien van die tijdige beschikbaarheid dreigt een addertje onder het gras: er is een hele strakke planning gemaakt voor de verhuizing. Er hoeft maar een stikstofprobleempje op te doemen bij het in aanbouw zijnde Conradhuis van de HvA – dat bij de verhuisbeweging betrokken is – en de zaak loopt spaak. Harold Swartjes: ‘We liggen op koers, maar het is heel, heel krap varen. Het probleem van de tijdige beschikbaarheid heeft onze volle aandacht.’ Er is nog geprobeerd het huidige huurcontract eventueel te verlengen, maar dat is niet mogelijk gebleken. Swartjes: ‘In de zomer van 2021 stopt het hier in de Leeuwenburg echt.’
Reiskosten
Onder een van de aanwezige medewerkers heerste chagrijn vanwege de reistijd naar de Hogehilweg en de reiskostenvergoeding. Daarover was Lintsen heel helder: bij elke verhuizing zijn er mensen die erop vooruit gaan en mensen die erop achteruit gaan, de reiskostenvergoeding staat vast. Dat is gewoon niet anders. ‘Maar wie disproportioneel nadeel ondervindt van de reistijd naar de Hogehilweg moet daarover met zijn leidinggevende in overleg gaan om te kijken wat daaraan te doen valt.’ Op de vraag of er op de Hogehilweg voldoende parkeergelegenheid is, was Lintsen vrij zeker: er is voldoende plek. ‘Maar als er toch te weinig plek is zullen we kijken wat er aan te doen is.’
Notaris
Er kan niet veel mis meer gaan met de voorgenomen verhuizing, zo liet Lintsen weten op een vraag uit de zaal of de verhuizing nog te stoppen is. Lintsen: ‘Menselijkerwijs gaat de verhuizing gewoon door, we zijn aan het afronden. Er zijn misschien nog wat juridische vragen links of rechts, maar in de praktijk zal de verhuizing doorgaan. We zijn op weg naar de notaris, het contract is bijna getekend.’ Dat huurcontract heeft een looptijd van tien jaar.
