Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Google Street View
actueel

UvA en HvA verhuizen diensten naar gebouw in Zuidoost

Altan Erdogan,
17 oktober 2019 - 12:32

UvA en HvA verhuizen honderden medewerkers van de gemeenschappelijke diensten (ICT, FS en AC) naar een pand in Amsterdam Zuidoost. Een anoniem actiecomité van ‘bezorgde UvA-medewerkers’ is bang om hierdoor de binding met de universiteit te verliezen. Ook maken medewerkers zich zorgen over hun veiligheid en voelen ze zich gepasseerd door de UvA. Volgens de instellingen voldoet het pand aan alle eisen, en gaat de verhuizing hoe dan ook door.

De betrokken ondernemingsraad van de UvA (GOR) heeft na een enquête onder het personeel onlangs negatief geadviseerd over de nieuwe locatie. Woensdag is het personeel van de diensten ingelicht over de laatste ontwikkelingen.
  

Huurmarkt
Het Administratief Centrum (AC), ICTS en Facility Services werken nu nog voor de HvA en de UvA vanuit Leeuwenburg, een gehuurd gebouw bij het Amstelstation. De huur van dit pand loopt in 2021 af, en de UvA en HvA willen alle betrokken diensten in één nieuw gebouw onderbrengen. In de huidige of nog te bouwen panden van beide instellingen is geen ruimte voor de honderden medewerkers, en de vastgoedafdeling van de UvA en HvA is deze zomer op de huurmarkt op zoek gegaan naar een locatie.

Foto: Daniël Rommens
De Leeuwenburg, het huidige onderkomen van de diensten.

Voor de instellingen is vooral van belang dat het gebouw goed bereikbaar is met openbaar vervoer, dat er genoeg ruimte is om alle diensten bij elkaar te huisvesten en dat de huur betaalbaar is.  

 

Daar denkt een groep medewerkers anders over. ‘Wij als loyale UvA-medewerkers voelen ons straks weggezet in een kantoorpand op een locatie waar geen enkele binding is met onderwijs, onderzoek, studenten of collega’s,’ schrijft het anonieme actiecomité in een brief aan Folia.


Anoniem
De briefschrijvers willen anoniemDe redactie heeft zich voor deze publicatie vergewist van de identiteit van betrokken medewerkers. blijven, omdat het volgens hen gaat om een ‘precair proces’. Zo hebben ze de afgelopen weken te horen gekregen dat informatie over de nieuwe vestigingsplaats van de diensten vertrouwelijk moet blijven, omdat dit de onderhandelingspositie van de instellingen op de vastgoedmarkt in gevaar zou kunnen brengen.

In eerste instantie ging het om een pand naast de Johan Cruijff Arena (MediArena), maar dat werd begin august al verhuurd aan een andere gegadigde. Momenteel heeft het voormalige pand van ABN Amro aan de Hogerhilweg (in de buurt van trein- en metrostation Bijlmer) de voorkeur van het bestuur, ook vanwege de ‘levendigheid en de veiligheid’ daar. Het gebouw is in de zomer van 2020 beschikbaar en kan gereed worden gemaakt voor verhuizing in 2021.

 

‘De veiligheidsindex van de regio Amsterdam-Amstelland geeft voor de postcode van het gebouw een positief beeld over de veiligheidssituatie’, aldus de UvA en HvA in een reactie op vragen van de ondernemingsraad. ‘Ook de navraag die gedaan is bij eigenaren en huurders van omliggende panden, leverde het beeld op dat geen issues rond veiligheid ervaren worden.’

 

(Tekst loopt door onder de brief van het actiecomité)

‘Wij van de diensten zijn geen UvA-pand meer waardig en moeten het dus doen met afgedankte tijdelijke huurpanden’

Uit een vorige maand door de ondernemingsraden van de UvA en HvA gehouden enquête, blijkt dat veel medewerkers Amsterdam Zuidoost desondanks niet zien zitten. 248 UvA’ers en 180 HvA’ers – in totaal 62 procent van de medewerkers bij de diensten – vulden de vragenlijsten in. 

 

Van de medewerkers denkt 80 procent dat ze het contact met de rest van de onderwijsinstellingen zullen verliezen; 75 procent geeft aan dat de keuze voor Zuidoost ‘ten koste gaat van hun werkplezier’. Tweederde vindt de extra reistijd naar het beoogde gebouw en naar de faculteiten niet acceptabel, en 40 procent is bezorgd over hun veiligheid.

 

Onderwijs en onderzoek
De ondernemingsraad bij de UvA (GOR) heeft onder meer vanwege deze redenen een negatief advies uitgebracht aan het College van Bestuur (CvB) van de UvA. De zogeheten Deelraad Staven en Diensten bij de HvA oordeelde positiever en heeft ‘er vertrouwen in’ dat ze bij toekomstige besprekingen met het bestuur tot goede afspraken kan komen.

 

Uit de open vragen in de enquête en uit de open brief van ‘bezorgde UvA’ers’ blijkt dat veel medewerkers van de ondersteunende diensten zich niet serieus genomen voelen. ‘We kregen te horen dat de campussen er alleen zijn voor onderwijs en onderzoek. Wij van de diensten zijn geen UvA-pand meer waardig en moeten het dus doen met afgedankte tijdelijke huurpanden’, aldus een van de ondertekenaars. Zij zeggen te spreken namens ‘een grote groep medewerkers’, maar noemen daarbij geen getallen. In een reactie heeft het bestuur laten weten dat ‘de locatie van de huisvesting op geen enkele manier af doet aan de waardering die er voor het werk van de ondersteunende diensten bestaat.’

 

De GOR stelt in een brief aan het CvB dat de betaalbaarheid van het gebouw (een van de criteria bij de zoektocht naar een geschikte locatie) ‘niet te rijmen is’ met de hoge kosten voor de ontwikkeling van het Universiteitskwartier en een geplande collegezaal op de Roeterseilandcampus. Volgens de CvB’s wordt bij deze nieuwbouwplannen én bij de komende verhuizing hoe dan ook goed op de kosten gelet, en gaan UvA en HvA daarbij ‘moeilijke keuzes niet uit de weg.’

De vele anonieme reacties bij de onlangs gehouden personeelsenquête lezen als een bloemlezing van klachten en wensen, die al langer spelen. ‘Ik vind het niet te geloven als de ondersteunende diensten zo ver weg van de werkvloer zitten. Ik werk hier nu 20 jaar, en hoeveel er al verhuisd is, en al die verbouwingen…’ En: ‘ICT mag dan geen core business van de UvA zijn, zonder houdt alles binnen de UvA wel zo’n beetje binnen een uur op.’


Anderen reageren positiever: ‘Bijlmer heeft mijn voorkeur als locatie.’ Iemand noemt de negatieve reacties op de Bijlmer ‘tenenkrommend’. Of: ‘Zolang alles binnen een half uur fietsen blijft, is alles voor mij prima.’