Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Daniël Rommens
actueel

Rechter: UvA mag tandheelkundestudent met nepdiploma schorsen

Sterre van der Hee,
11 oktober 2019 - 12:22

De UvA mag een student van tandheelkundefaculteit Acta, die in bezit was van een vervalst masterdiploma, de toegang tot het UvA-terrein ontzeggen. Dat oordeelde de voorzieningenrechter van het College van Beroep voor het Hoger Onderwijs, waar de student tegen de schorsing in beroep ging. 

De UvA-student, een dertiger, was in bezit van een vervalst masterdiploma van de Faculteit der Tandheelkunde. Het diploma was aangetroffen in Hongarije en werd bij een strafrechtelijk onderzoek in Nederland op de laptop van de student gevonden. De student kreeg daarvoor zes maanden gevangenisstraf, waarvan drie maanden voorwaardelijk, zo oordeelde de rechtbank op 18 juni. Hij ging tegen het vonnis in beroep.

Dit ga je lezen:
  • De UvA heeft een student tandheelkunde geschorst omdat hij in bezit was van een vervalst masterdiploma;
  • Het diploma was aangetroffen in Hongarije en bij strafrechtelijk onderzoek op de laptop van de student gevonden;
  • De student werd veroordeeld tot zes maanden cel, waarvan drie maanden voorwaardelijk, maar ging tegen het vonnis in beroep: volgens hem was het diploma vervalst in een eerwraak-kwestie; 
  • De student ging ook tegen de schorsing in beroep bij het College van Beroep voor het Hoger Onderwijs, dat het beroep vandaag afwees.

Eerwraak

De student verklaarde tijdens de rechtszaak geen weet te hebben van het vervalste masterdiploma. Volgens hem was zijn vrouw onder druk gezet door haar ex-man in Afghanistan, waar de student ook geboren is, en was er sprake van eerwraak. Zijn vrouw zou een onbekende Afghaanse man in zijn huis hebben toegelaten en zou hem toegang hebben verleend tot zijn laptop. Zo kon de man documenten vervalsen om deze later in Hongarije te laten opduiken. Zelf zou de student geen motief hebben om het vervalste diploma in Hongarije te gebruiken, stelde hij.
 

De rechtbank vond dit scenario weinig aannemelijk: zo werd op de laptop ook communicatie met een vertaalbureau (dat naar Hongaars vertaalde) aangetroffen. De vertaalopdracht was gegeven uit naam van de student, met zijn telefoonnummer en via zijn mailadres. De betaling van de factuur verliep via de bankrekening van een van de tandartspraktijken van de student.

 

Geen berouw

Ook zou de student, die als manager in twee tandartspraktijken werkt, bij onderhandelingen over de koop van een tandartspraktijk hebben gezegd dat hij ‘bijna was afgestudeerd’. In werkelijkheid had hij enkel zijn bachelor behaald en moest hij nog een driejarige master volgen. De rechtbank achtte de verklaring van eerwraak ‘bevreemdingwekkend en onwaarschijnlijk’ en noemde het niet aannemelijk dat een ex-echtgenoot in Afghanistan een ‘dergelijke complexe constructie zou verzinnen’ waarbij het maar de vraag was of het vervalste diploma in Hongarije zou worden opgemerkt.

 

De rechtbank oordeelde daarnaast dat de samenleving moet kunnen vertrouwen op de echtheid van diploma’s en dat de student geen inzicht gaf in zijn beweegredenen, geen blijk gaf van het inzien van de ernst van zijn handelen en geen berouw toonde, zodat er niet op kon worden vertrouwd dat de student zich in de toekomst niet opnieuw schuldig zou maken aan een dergelijk strafbaar feit.

‘De richtlijnen zijn niet bedacht op zulke situaties. We zien verwijdering als een ultieme stap’

‘Beschadigend effect op beroepsgroep’

De UvA stelde tijdens de zitting over de schorsing dat de zaak een ‘beschadigend effect had’ op het handelen van de beroepsgroep van tandartsen en noemde een voortzetting van de studie van de student en contact met medestudenten ‘onwenselijk’. De UvA besloot hem daarom in studiejaar 2016/2017 voor één jaar te schorsen, waarmee hem de toegang tot het UvA-terrein, het onderwijs en de examens werd ontzegd. Dit jaar gebeurde dat opnieuw – van 1 september tot 1 maart zou de student niet welkom zijn in de UvA-gebouwen. De student ging daartegen in beroep bij het College van Beroep voor het Hoger Onderwijs (CBHO). Door de schorsing zou hij onder andere studievertraging oplopen en bij terugkomst een reïntegratietraject moeten doorlopen. 

Afwijkende penkleur

Het vervalste diploma was herkenbaar, bleek tijdens de strafzaak in juni: zo worden diploma’s altijd ondertekend door meerdere personen met dezelfde pen, maar in dit geval week een van de penkleuren af. Ook was het diploma gedateerd op 31 december 2015 – een datum waarop Acta geen diploma’s had uitgegeven – en betrof het een diploma van de Vrije Universiteit terwijl de student aan de UvA studeerde. Verder bevatte het diploma verschillende interpunctiefouten (zoals een spatie in ‘2015’) en stond de handtekening van een Acta-hoofddocent op een versie in de Hongaarse taal, terwijl die docent dat diploma nooit onder ogen had gekregen.    

Unieke zaak

De student had echter slechts zeven studiepunten behaald in zijn laatste twee collegejaren, zo meldde de UvA. ‘Dan stellen wij ons de vraag: wat maakt dat meneer überhaupt bij Acta studeert,’ aldus UvA-jurist Ellen Rijnders tijdens de zitting. Het CvB besloot daarentegen niet tot definitieve verwijdering. ‘Dit is voor ons een unieke zaak. De richtlijnen zijn niet bedacht op zulke situaties. We zien verwijdering als een ultieme stap – mocht het hoger beroep uitwijzen dat meneer onschuldig is, dan biedt deze schorsing een tussenstation.’


De student benadrukte dat hij nooit met een vervalst masterdiploma gewerkt heeft. Verder zette zijn advocaat Patrick Folsche vraagtekens bij de argumentatie voor de schorsing. ‘Schorsing en verwijdering zijn verschillende middelen. Bij verwijdering zeg je: iemand mag niet gediplomeerd worden. Bij schorsing zeg je: de aanwezigheid wordt niet op prijs gesteld. Ook als we zeggen dat meneer niet gediplomeerd het veld in zou mogen, betekent het niet dat hij niet op normale wijze aan het onderwijs mag deelnemen.’  

 

De rechter oordeelde echter dat de UvA een zeer zwaarwegend belang heeft om de student te schorsen. Dit belang is groter dan het belang van de student om toetsen af te leggen en aan het onderwijs deel te nemen, aldus de rechtbank. Het oordeel van de voorzieningenrechter betreft overigens slechts een voorlopig oordeel – de rechter heeft de universiteit gemaand de kwestie voortvarend af te wikkelen. 

 

De UvA wilde geen verdere toelichting geven op de zaak.