Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
Acht op tien UvA-wetenschappers vinden werkdruk hoger dan wenselijk
Foto: Daniël Rommens
actueel

Acht op tien UvA-wetenschappers vinden werkdruk hoger dan wenselijk

Henk Strikkers Henk Strikkers,
27 mei 2019 - 16:02

Het verschil tussen de gewenste en de feitelijke werkdruk aan de UvA is de afgelopen twee jaar toegenomen. Onder wetenschappers is dat verschil significant groter dan een benchmark van vijf andere Nederlandse universiteiten. Dat blijkt uit de Medewerkersmonitor van de UvA.

Van alle wetenschappers aan de UvA vindt 78 procent dat de feitelijke werkdruk hoger ligt dan de wenselijke werkdruk. Bij de vorige medewerkersmonitors in 2015 en 2017 was dat respectievelijk 73 en 75 procent. Bovendien is het verschil tussen de feitelijke en de wenselijke werkdruk toegenomen. Dat was in de vorige onderzoeken 1,4 (in 2015) en 1,5 punt (in 2017) op een tienpuntsschaal. Nu is dat 1,6 punt. Die werkdruk wordt vooral veroorzaakt door de eisen die aan medewerkers worden gesteld en een gebrek aan rust, geven respondenten aan.

 

Het ondersteunend personeel ervaart een significant lagere werkdruk dan wetenschappers. Wanneer zij ook in de berekening worden meegenomen, is er echter ook een toename van het verschil tussen feitelijke en wenselijke werkdruk te zien. In de laatste twee medewerkersmonitors (2015 en 2017) was het verschil tussen feitelijke en wenselijke werkdruk voor alle UvA’ers samen 1,1 op een tienpuntsschaal. Dat verschil is nu opgelopen naar 1,3. Dat komt vooral doordat de wenselijke werkdruk van UvA-wetenschappers is afgenomen.

 

(Lees verder onder de infographic)

Meer dan andere universiteiten

Het verschil tussen die twee parameters is bij UvA-wetenschappers groter dan aan de vijf andere Nederlandse universiteiten die geanonimiseerd in het rapport worden gebruikt ter vergelijking van scores. Bij ondersteunend personeel is dat verschil juist vergelijkbaar of lager dan aan andere universiteiten. De UvA heeft geen verklaring voor dat grotere verschil, laat een woordvoerder weten. ‘Dat zou onderzocht moeten worden.’

 

De verschillen tussen faculteiten zijn overigens behoorlijk groot. Bij de geesteswetenschappenfaculteit rapporteren medewerkers een relatief groot verschil tussen feitelijke en wenselijke werkdruk: 1,8 punt. Bij de rechtenfaculteit en de bètafaculteit is het verschil met 1,1 relatief klein.

Bij geesteswetenschappen rapporteren medewerkers een relatief groot verschil tussen feitelijke en wenselijke werkdruk, bij rechten en de bètafaculteit is dat veel minder

Werknemers onder de 30, medewerkers met een tijdelijk dienstverband en mensen die korter dan drie jaar voor de UvA werken rapporteren ook een relatief klein verschil, terwijl medewerkers tussen 35 en 45 jaar oud en universitair docenten en universitair hoofddocenten relatief veel werkdruk ervaren.

 

Meer werken dan in het contract staat

Meer dan de helft van de drieduizend respondenten van de Medewerkersmonitor gaf aan in de week voor het invullen van de monitor meer gewerkt te hebben dan het aantal uur dat in zijn of haar contract staat. Tien procent werkte zelfs meer dan 10 uur bovenop de uren waarvoor hij of zij betaald wordt. Met name wetenschappers hebben volgens de monitor ‘in zeer sterke mate het gevoel dat zij lange werkdagen moeten maken om loopbaanstappen te kunnen zetten’.

 

De UvA heeft aan de hand van de monitor een aantal afdelingen geïdentificeerd ‘waar werkdruk en werkstress bij uitstek problematisch zijn,’ zo stelt het bestuur in een reactie. Welke afdelingen dat zijn, staat niet in de reactie. ‘We gaan contact zoeken met deze afdelingen, om te bekijken wat daar precies aan de hand is, hoe het kan dan de score daar lager is dan het UvA-gemiddelde. Gezamenlijk willen wij komen tot maatregelen,’ vertelt een woordvoerder. ‘Daar is in het programma Grip op Werkdruk ook tijd en geld voor vrijgemaakt.’

 

In september start de UvA een groot door de FMG geleid onderzoek onderzoek naar de oorzaken van werkdruk. Dit jaar heeft de UvA drie miljoen euro gereserveerd om werkdruk aan te pakken. ‘Indien dit bedrag niet volledig besteed wordt in 2019, zal het restant hiervan ook beschikbaar zijn voor 2020 en 2021,’ laat een woordvoerder van de universiteit weten. Voor 2020 en 2021 is in ieder geval twee keer een miljoen euro beschikbaar.

 

(Lees verder onder de afbeelding)

Foto: Sabine van Erp

Op veel punten is het oordeel van UvA-medewerkers ongeveer gelijk gebleven in vergelijking met de medewerkersmonitor van twee jaar geleden. Zo waarderen medewerkers de UvA als werkgever met een 6,9; hetzelfde als twee jaar geleden. De werkbeleving krijgt net zoals in 2017 een 7,4.

 

Meer jaargesprekken

Wat opvallend is, is dat driekwart van de UvA-medewerkers het afgelopen jaar een jaargesprek heeft gehad met zijn of haar leidinggevende. Dat is aanzienlijk meer dan in 2017 (69 procent) en 2015 (66 procent). Ook het percentage dat al twee jaar lang geen jaargesprek heeft gehad is afgenomen van 13 procent in 2017 naar 10 procent nu. De waardering voor het gesprek is toegenomen, maar die toename is volgens de onderzoekers niet significant. De universiteit heeft de afgelopen jaren actief beleid gevoerd om jaargesprekken te verbeteren, en dat lijkt haar vruchten nu af te werpen.

Medewerkers zijn aanmerkelijk tevredener over ICT-ondersteuning en print- en kopieermogelijkheden

Wel hebben wetenschappers het idee dat het bestuur van de UvA minder goed op de hoogte is van wat er speelt binnen de faculteiten of stafafdelingen als de scores worden vergeleken met andere universiteiten. Bij ondersteunend personeel is dat minder het geval, maar dat heeft dan weer in vergelijking met andere universiteiten weinig vertrouwen in het goede functioneren van de medezeggenschap. De waardering voor medezeggenschap is echter wel gestegen ten opzichte van twee jaar geleden. Alle medewerkers geven een relatief lage score op de stelling ‘Ik word voldoende geïnformeerd door de medezeggenschap’.

 

Tevredenheid over ICT en printsystemen

De dienstverlening lijkt een positieve noot in het rapport: met name de print- en kopieermogelijkheden (van 7,4 naar 7,9) en de ICT-ondersteuning (van 6,5 naar 7,0) krijgen een behoorlijk betere beoordeling dan twee jaar geleden. Dat geldt ook voor de elektronische leeromgeving, voorheen Blackboard nu Canvas. Ook over de catering zijn medewerkers positiever, al scoort die nog steeds slechts een 5,9 op 10.

‘Ruim een derde van de medewerkers die ongewenst gedrag hebben meegemaakt, heeft voorvallen niet gemeld’

Ongewenst gedrag

Op het gebied van sociale veiligheid scoort de UvA ongeveer hetzelfde als twee jaar geleden. Er zijn iets meer medewerkers die rapporten dat ze sociaal ongewenst gedrag hebben meegemaakt, maar zij rapporteren minder voorvallen van sociaal ongewenst gedrag. Medewerkers rapporteren iets minder roddelen en diefstal, maar iets meer verbale agressie, seksuele intimidatie en discriminatie.

 

‘Van de medewerkers die één of meerdere vormen van ongewenst gedrag hebben meegemaakt, heeft 38 procent dit gemeld bij de leidinggevende of vertrouwenspersoon. 28 procent heeft dat soms wel en soms niet gedaan. Ruim een derde heeft voorvallen van ongewenst gedrag niet gemeld.’ In vergelijking met twee jaar geleden meldden iets meer medewerkers ongewenst gedrag.

 

Respons van 47 procent

De medewerkersmonitorDe volledige resultaten en de bestuurlijke reactie zijn hier te bekijken voor medewerkers. werd in de eerste drie maanden van 2019 naar alle medewerkers van de UvA gemaild. Van de 6.347 medewerkers heeft 47 procent de enquête ingevuld. Medewerkers die niet reageerden is wel gevraagd naar de waardering voor werken bij de UvA en naar feitelijke werkdruk. Uit een vergelijking van die antwoorden blijkt dat er weinig verschil is qua waardering van de UvA. Wel hebben medewerkers die de enquête niet invulden minder werkdruk dan medewerkers die de medewerkersmonitor wel invulden.

website loading