Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Vera Duivenvoorden
actueel

UvA-liefde: Dolph (82) verleidde Rita (81) met walnoten en sherry

Sterre van der Hee,
28 maart 2019 - 14:23
Betreft
Deel op

Is er liefde op de UvA? Dolph (82) en Rita (81) Kohnstamm, die elkaar in hun studententijd ontmoetten, zijn ruim zestig jaar getrouwd. ‘Bij de trouwerij hebben ze allemaal naar Rita’s buik gekeken.’

Rita: ‘Hoe wij elkaar ontmoetten?’ 

 

Dolph: ‘Dan moet je bij Rita zijn, haar geheugen is beter dan het mijne.’ 

 

Rita: ‘Het is wel een pijnlijk moment. Dolph zat in het corps, ik bij A.V.S.V., dat was toen nog apart. We waren eerstejaars, een jaar of 18, en ik moest geinaugureerd worden in het dispuut. Het eerste jaar van Dolph kreeg toen de opdracht om de onschuldige eerstejaars van mijn meisjesdispuut te ontvoeren. Ze brachten ons met allerlei smoesjes naar de kamer van Frits Bolkestein, een ouderejaars. Twee grachten verderop zat mijn dispuut te wachten op de inauguratie. Toen ze ons ernaartoe brachten was het ontzettend koud, we liepen door de sneeuw. Dolph kwam naar mij toe en zei: heb je het koud? Toen dacht ik: godverju.’  

 

Dolph: ‘Heb ik je niet m’n jas gegeven, toen?’ 

 

Rita: ‘Die grijze jas… Dat was meer een gebaar, denk ik.’

Rita: ‘Na een jaar zei Dolph: waarom gaan we niet trouwen? In juni 1958 zijn we getrouwd, op vrijdag de 13e, zo kinderachtig’

Dolph: ‘Na een lustrumfeest hebben we gezoend. Toen ze voor de eerste keer op mijn kamer kwam, aan de Bloemgracht, maakte ik een lunch: walnoten en sherry. Een verleidingslunch. Ik wist wel dat je een leuke lunch moest maken om indruk te maken.’ 

 

Rita: ‘Toen was het aan. Na een jaar zei Dolph: waarom gaan we niet trouwen? In juni 1958 zijn we getrouwd, op vrijdag de 13e, zo kinderachtig.’  

 

De telefoon gaat: een energiemaatschappij. Dolph neemt op. Met rechts – door een hersenbloeding, zes jaar geleden, is zijn linkerkant nog steeds verlamd. 

 

Rita: ‘Zoetie, zeg eens dat ze terugbellen.’

 

Ze wacht even, en vervolgt dan. ‘De trouwdag was wel feestelijk eigenlijk, met een receptie in het gemeentemuseum in Den Haag.’  

Dolph en Rita op hun trouwdag, 1958

Dolph: ‘We zijn in de kerk getrouwd, anders hadden we geen toestemming gekregen van Rita’s ouders. Dus zaten al die goddeloze dispuutsgenoten daar hun ogen uit te kijken. Ik was bereid om die concessies te doen. Rita was voor mij belangrijker dan rituelen.’

  

Rita: ‘Het ging wel snel. Iedereen dacht dat we “moesten” trouwen.’

 

Dolph: ‘Bij de trouwerij hebben ze allemaal naar Rita’s buik gekeken.’ 

 

Rita: ‘Beetje ook mijn eigen schuld. Ik deed mee in het lustrumspel van A.V.S.V. , en daarbij had je soms uren niets te doen. Een ouder zusje van mij kreeg een baby, dus in die vrije uren haakte ik babykleertjes. Iedereen dacht: dus toch! Het was natuurlijk ook best ingewikkeld in die tijd, want er was nog geen pil, dus je moest goed uitkijken. Maar dat is altijd gelukt.’

 

Dolph: ‘Pas later hebben we twee kinderen gekregen, Manuel en Eva. De eerste kwam toen we vier jaar getrouwd waren. Met beide kinderen is het ontzettend goed gegaan.’  

 

Rita: ‘Ik wilde al vroeg kinderen hoor, ik zeurde er ook om. Maar Dolph zei: nee. Uiteindelijk kwam de oudste tijdens mijn kandidaats, en de jongste tijdens mijn doctoraal. De hele studie naar het doctoraal deed ik ’s avonds. Soms nam ik een kind mee naar werkcolleges, of Dolph paste op.’ 

 

Dolph: ‘Ik studeerde psychologie aan de UvA, en ik moest hard werken. Ik wilde de propedeuse in één jaar halen. Uiteindelijk heb ik acht jaar over mijn studie gedaan, in mijn dispuut was dat nog netjes. Ik heb cum laude mijn doctoraal gekregen.’  

 

Rita: ‘Jouw leven was toen ook iets rustiger dan het aanvankelijke studentenleven dat je leidde, waarin je eigenlijk alleen maar pret maakte. Het is niet zo romantisch, maar dat was ook een reden om te trouwen.’  

 

Dolph: ‘Dat het mijn onrust zou dempen, zodat ik serieus aan het werk kon gaan.’  

Dolph: ‘Ik wist al gauw dat Rita niet alleen aantrekkelijk was, maar ook een geweldig goed verstand had’

Rita: ‘Dolph was een mooie jongen, er waren nogal veel kapers op de kust. Dat vond ik wel vervelend. Dolph had daar minder last van, die was wat naïef, maar als vrouw weet je voor welke dame je een beetje moet uitkijken.’  

 

Dolph: ‘We kwamen allebei weleens aantrekkelijke mensen tegen, maar dat haalde het niet bij dat wat we met elkaar beleefden. We konden heel goed over psychologie praten. Ik wist al gauw dat Rita niet alleen aantrekkelijk was, maar ook een geweldig goed verstand had.’  

 

Rita: ‘Wij hebben nooit grote moeilijkheden gehad, al had ik wel graag meer kinderen gewild. Een groot gezin.’  

 

Dolph: ‘We ondersteunden elkaar ook in werk. Toen Rita werd uitgenodigd om voor Ouders van Nu te werken, waar ze later hoofdredacteur werd, liet ze haar artikelen altijd aan mij lezen. Net als toen ze later boeken en NRC-columns ging schrijven. Ik was daar ontzettend trots op, dat is ook een deel van het cement in een relatie. Die uitwisseling is eigenlijk alleen mogelijk als je allebei in eenzelfde richting studeert. Ik zat in die tijd in de redactie van Sesamstraat, daar praatten we ook over.’  

 

Rita: ‘Dolph steunde mij altijd in studie en werk. Dat was destijds minder gewoon. Het was toch meer van: ik ben de man in huis en jij moet zorgen dat het huis prettig is.’  

Rita: ‘Zes jaar geleden kreeg Dolph een hersenbloeding, dat was een enge periode. Je denkt dat hij doodgaat. We waren op vakantie op Kreta.’  

 

Dolph: ‘We zijn direct met een ambulance van hotel naar ziekenhuis gebracht, een Grieks ziekenhuis.’  

 

Rita: ‘Het was een heel groot ziekenhuis, een kajoekel, tien jaar oud en geheel verwaarloosd. We waren zo ontzet, de kinderen zijn meteen gekomen. Niemand sprak er Engels en hij mocht pas na twee weken vervoerd worden. Aanvankelijk was Dolph wel bij, maar fantaseerde hij ook. Ik was erg ongerust dat dat zo zou blijven. Na twee weken had ik het gevoel dat we weer wat contact hadden.’ 

 

Dolph: ‘Rita is mijn mantelzorger geworden.’ 

 

Rita: ‘We maken nog wel plannetjes, dat is ook leuk, maar we hebben altijd in het achterhoofd: we zien of het kan. Wij leven bij de dag. En we hebben veel steun aan de kinderen, die hebben overigens ook aan de UvA gestudeerd. Ze zijn niet uit Amsterdam weg te branden.’

 

De 20e Kohnstammlezing, genoemd naar wetenschapper Philip Kohnstamm (1875-1951), vindt vrijdagmiddag om 15.00 uur plaats in de Oude Lutherse Kerk. Dolph Kohnstamm, kleinzoon van Philip, hield de eerste lezing in de reeks. 

 

Lees meer over