Op 15 maart staakt het hele onderwijs. Folia interviewde WOinActie-oprichter Rens Bod, UvA-hoogleraar Computational and Digital Humanities. ‘Lange tijd was ik zo’n wetenschapper die alleen maar bezig was met zijn eigen onderwijs en onderzoek. Ik heb mezelf nooit gezien als activist.’
Bent u altijd iemand geweest die de barricades opging?
‘Nee, zeker niet. Ik heb vroeger weleens meegelopen in een demonstratie, maar dat was het wel zo’n beetje. Maar anderhalf jaar geleden, toen bij de presentatie van het regeerakkoord bleek dat er weer een bezuiniging aan zat te komen, dacht ik, nu moet er iets gebeuren. Iemand moest het initiatief nemen, dus dacht ik: “Nou ja, dan moet ik het maar zijn”. Ik moest wel heel erg wennen aan die rol van activist, zo had ik mezelf nooit gezien. Ik associeerde activisme ook een beetje met het buitenwettelijke, hoewel ik weet dat je ook activist kunt zijn binnen de wet.
Lange tijd was ik zo’n wetenschapper die alleen maar bezig was met zijn eigen onderwijs en onderzoek. Ik hoorde later van mensen om mij heen dat ze het plezierig vonden dat ik de kar trok, omdat ik ook relatief goed ben in onderzoek: ik heb in het verleden via NWO en andere organisaties beurzen binnengesleept. Ze vonden het een soort opluchting dat ik niet iemand ben die teleurgesteld is geraakt in wetenschap en daarom het activisme had opgezocht, waar ook niks op tegen is overigens. Toch heb ik nog altijd het gevoel dat ik niet genoeg doe voor WOinActie. Ik heb te weinig tijd, ben nu eenmaal geen beroepsactivist.’
In december werd er nog massaal geprotesteerd op het Malieveld in Den Haag. Nu komt er een staking in het hele onderwijs. Waarom?
‘We zijn steeds een stapje verder gegaan met het escaleren, zou je kunnen zeggen, al klinkt dat een beetje negatief. De petitie, anderhalf jaar geleden, zorgde er in elk geval voor dat D66 in de Eerste Kamer een voorstel indiende om de doelmatigheidskorting, een van de bezuinigingen, van tafel te halen. Dat heeft het niet gehaald, want de regering heeft nog steeds een meerderheid in de senaat. Dat kan veranderen na de verkiezingen van 20 maart. Alle peilingen wijzen erop dat het kabinet de meerderheid straks zal verliezen. We doen deze actieweek niet voor niets vlak voor de verkiezingen: we willen mensen informeren in de hoop dat ze dat meenemen in hun stemkeuze.’
Hoe gaat de actieweek eruitzien? Wat staat er op het programma?
‘Dat verschilt per universiteit. De staking op 15 maart is natuurlijk voor het hele onderwijs, maar daarbuiten doet elke universiteit weer wat anders. Veel universiteiten houden lawaaiprotesten. We proberen te coördineren dat de protesten overal om precies 12.00 uur beginnen. Daarnaast luidden in Groningen maandag de carillons uit solidariteit met de docenten, en worden er in Rotterdam bijvoorbeeld openluchtcolleges gehouden.’
Hoe is de actiebereidheid op de UvA en andere universiteiten?
‘Op het Science Park is de actiebereidheid minder, bij de geesteswetenschappen en gedragswetenschappen is die groot. Historisch gezien is het zo dat bètawetenschappers wat minder snel demonstreren dan de alfa- en gammawetenschappers. Landelijk gezien is de actiebereidheid groeiende. Sommige universiteiten doen pas sinds kort mee. Wat het extra complex maakt is dat we niet streven naar betere salarissen of pensioenen. Daarvoor kun je, pijnlijk genoeg, makkelijker mensen op de been krijgen dan voor kwaliteit van het onderwijs. In het primair onderwijs sloeg het snel aan om te demonstreren voor meer loon omdat mensen dat nu eenmaal direct voelen in hun portemonnee. Wij streven naar meer universitaire docenten om de kwaliteit van het wetenschappelijk onderwijs en de verwevenheid met onderzoek te waarborgen en ik realiseer me dat het niet eenvoudig is om daarvoor mensen op de been te krijgen.
De demonstratie in december heeft wel indruk gemaakt. Het laat zien dat we een grote beweging zijn. Alle universiteitsbesturen staan sympathiek tegenover onze acties en dat is echt bijzonder. Toen ik anderhalf geleden begon met het benaderen van de collegevoorzitters, reageerden slechts een of twee positief. Datzelfde geldt voor veel wetenschappers. Dat de opkomst in december zo hoog was, zegt wel wat. Veel wetenschappers besteden een vrije dag liever aan onderzoek, want die tijd daarvoor is al zo schaars.
Je moet ook bedenken dat onderwijs altijd verliesgevend is en gewoon geld kost. Dat moet je als overheid financieren. Het is een langetermijninvestering in de maatschappij om leraren, rechters, advocaten, ingenieurs, geneeskundigen op te leiden, die allen essentieel zijn voor Nederland als kenniseconomie. Kijk naar het afschaffen van de studie Nederlands aan de VU, zoiets moet je gewoon blijven aanbieden ook al kost het geld. Het is schandalig voor een rijk land als Nederland dat dit soort dingen gebeuren.’
Toch zijn er verschillende cijfers over de financiering van het hoger onderwijs. VSNU zegt weer iets heel anders dan het Rathenau Instituut, of het ministerie.
‘Daar wordt inderdaad veel over gesteggeld. Ik moet eerlijk zeggen, iedereen zegt iets anders en niemand kan het me van A tot Z uitleggen hoe het nu precies zit. We hadden 11 januari een gesprek met minister Van Engelshoven waar we vragen over de geldstromen hadden gesteld. Maar zij had ook geen sluitend antwoord. Zo complex is het dus! Ondanks alle verschillende uitkomsten is het een feit dat er bezuinigd wordt op de eerste geldstroom. Pas vanaf 2022 is het saldo weer positief, als de opbrengsten van het afschaffen van de basisbeurs die zijn vrijgekomen groter worden dan de bezuinigingen. Maar dat helpt nu niets: de nood is enorm hoog.’
Op 14 maart is er ook een debat met de minister. Een van de stellingen die wordt voorgelegd gaat over waarom men van het universitair docentschap opgebrand raakt. Wat is uw antwoord daarop?
‘Dat kan ik wel zeggen. Docenten hebben te veel taken en het is niet realistisch dat ze die kunnen uitvoeren in de uren die er voor staan. In de veertig uur per week moeten ze naast het docentschap gewoonlijk ook onderzoek doen. Daarnaast moeten er nog allemaal zaken ingevuld worden. Dat was tien tot twintig jaar geleden nog niet zo. Het werk stapelt zich zo op en mensen raken uitgeput.
Kortom, te veel druk en te weinig waardering. Het hele systeem is gebouwd op basis van geïnstitutionaliseerd wantrouwen. Docenten schieten compleet in de stress als de visitatiecommissie langskomt. Dat is niet even gezellig praten over hoe de dingen beter kunnen. In mijn beginjaren was er op alle fronten meer vrijheid. Ik herinner me dat ik in 2000 bij NWO een aanvraag voor de vernieuwingsimpuls oude stijl mocht indienen en dat ging om een flink bedrag. Het enige vereiste was dat het voorstel vooral ‘dwars en tegendraads’ moest zijn en op 5 pagina’s moest passen, verder geen eisen. Nu is een aanvraag al gauw een papierwerk van bijna twintig pagina’s, waarin is voorgekauwd wat je moet invullen. Daarnaast is de neoliberalisering doorgeschoten. Ik ben op zich niet tegen sommige neoliberale prikkels, maar we zijn nu volledig doorgeschoten. Mensen gaan maar door met werken, soms de hele zomervakantie door.’
Wij vroegen een hoogleraar en een docent om een week lang vast te leggen wat ze doen. Later deze week geven we je een kijkje in hun agenda.