Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Dirk Gillissen (UvA)
actueel

Onderzoek: UvA-systeem vertrouwenspersonen kan beter

Dirk Wolthekker,
7 maart 2019 - 14:27

Er zijn geen grote problemen rond de sociale veiligheid aan de UvA. Dat blijk uit een quick scan-rapportage die de UvA heeft laten verrichten door een extern bureau. Het onderzoek komt een half jaar nadat een rechtenhoogleraar de universiteit verliet vanwege grensoverschrijdend gedrag. Het bureau ziet wel verbeterpunten: betere communicatie en meer bekendheid voor de vertrouwenspersonen.

Ondanks een majeure integriteitskwestie aan de Faculteit der Rechtsgeleerdheid (FdR), waar een hoogleraar vertrok wegens langdurig manipulatief en grensoverschrijdend gedrag, is de sociale veiligheid aan de UvA in het algemeen gewaarborgd. ‘Grote knelpunten zijn niet aangetroffen,’ zo schrijft het bureau Bing, dat in opdracht van de UvA een zogenoemde quick scan heeft uitgevoerd naar de sociale veiligheid van medewerkers en studenten. Dat onderzoek liep al voor de kwestie bij de FdR naar buiten kwam.

 

Facilitering en misstanden

Willen vertrouwenspersonen ongewenst gedrag hun werk goed verrichten, dan moeten ze goed worden gefaciliteerd in tijd, ruimte en scholing. Dat kan beter, zo oordeelt het onderzoeksbureau. Zo blijkt dat medewerkers die binnen hun afdeling vertrouwenspersoon zijn, voor facilitering afhankelijk zijn van hun leidinggevende. Uit de gehouden interviews blijkt dat lang niet alle vertrouwenspersonen aan scholingsbijeenkomsten kunnen deelnemen, omdat er onvoldoende tijd en vergoeding beschikbaar wordt gesteld voor vertrouwenspersoonswerk. Het bureau adviseert een toelage vast te stellen ‘in samenhang met de rol en niet met de positie die een persoon inneemt in de organisatie’.

Lang niet alle vertrouwenspersonen kunnen aan scholing deelnemen omdat er onvoldoende tijd en vergoeding beschikbaar wordt gesteld

De UvA kent geen vertrouwenspersoon integriteit (VPI), bedoeld voor (dreigende) integriteitsschendingen en misstanden, zo signaleert Bing. Dat de UvA zo’n functie niet heeft is volgens de opstellers van het rapport ‘niet gewenst’. Ze vinden dat er één gezamenlijk geïntegreerd VPO-VPI-loket moet komen.

 

Ombudsman

Naast de vertrouwenspersonen kent de UvA een klachtencoördinator, bij wie via een digitaal loket klachten kunnen worden ingediend. Van het bestaan van deze coördinator is lang niet iedereen op de hoogte. Er lijkt bovendien ‘onduidelijkheid te bestaan’ over de inhoud en invulling van deze rol.

 

In het verleden werden dit soort klachten ingediend bij de Ombudsman, maar die werd in 2012 afgeschaft. Anneke Vijgeboom was de laatste. Bij de opheffing van haar functie vreesde ze al dat de nieuwe regeling met een digitaal klachtenloket tot een ‘te hoge drempel’ zou leiden. Die vooruitziende blik lijkt bewaarheid.

Er bestaat onduidelijkheid over de inhoud en rol van facultaire klachtencoördinators

In het rapport wordt gesteld dat het handig zou zijn om een ‘wegwijzer’ in te stellen, zoals bijvoorbeeld de Vrije Universiteit die heeft. Daar staat in naar wie je toe kunt gaan met een bepaalde klacht.

 

Nazorg

Een van de belangrijkste aanbevelingen is tenslotte dat er een speciaal persoon moet worden aangesteld die het beleid integreert en expliciet maakt wie waarvoor verantwoordelijk is. Fragmentatie van beleid en verantwoordelijkheid moet namelijk worden voorkomen, meent het onderzoeksbureau. ‘Ook de nazorg kan daarmee beter worden gemonitord,’ voegt het bureau eraan toe.

 

Het College van Bestuur heeft de rapportage inmiddels voor commentaar neergelegd bij de medezeggenschap en zal daarna komen met een reactie. COR-voorzitter Gerwin van der Pol laat weten ‘nog midden in het proces te zitten’.

 

Documenten en interviews

Het onderzoeksbureau heeft de afgelopen maanden een groot aantal documenten en reglementen bestudeerd, de resultaten van diverse medewerkersmonitors bekeken en interviews gehouden met het management van de universiteit. Het gaat dan om directeuren, diensthoofden, leden van de medezeggenschap, coördinatoren en vertrouwenspersonen ongewenste omgangsvormen. Van die laatste categorie functionarissen kende de UvA er 22 ten tijde van de quick scan. Ze staan ter beschikking van medewerkers en deels ook van studenten.