Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Stijn Nieuwendijk (cc, via Flickr)
actueel

Lerarenopleiding heeft laagste score in Keuzegids: ‘Dit is geen verrassing’

Henk Strikkers,
6 maart 2019 - 16:11

Zoals inmiddels traditie is, scoorde de UvA niet al te best in de Keuzegids. In de deze week gepresenteerde Keuzegids Masters scoort ze 54,5 op 100; de laagste score van alle universiteiten. De lerarenopleiding mens & maatschappijwetenschappen krijgt in de Keuzegids met 24 op 100 de laagste score van alle masters van Nederland. We praten erover met Jacobijn Olthoff, directeur van de Interfacultaire Lerarenopleidingen van de UvA.

Komt dit als een verrassing?

‘Nee, ik ben niet verrast. We komen als ILO van ver. De laatste jaren scoorden we nog lager, dus op een bepaalde manier ben ik zelfs tevreden, want we stijgen. Voor een deel komt het lage cijfer omdat de lerarenopleidingen altijd wat minder goed scoren. Alleen aan de technische universiteiten zijn er hoge scores, maar die opleidingen zijn moeilijk vergelijkbaar met de andere lerarenopleidingen. Zij bieden een beperkt aantal schoolvakken aan en richten hun opleidingen anders in. Daar zijn vaak groepen van een handjevol studenten.’

Foto: UvA
Jacobijn Olthoff

Waardoor worden die lage scores veroorzaakt?

‘De universitaire lerarenopleiding is een lastige opleiding. Hij is namelijk bedoeld voor mensen die al een wetenschappelijke master hebben gedaan. Daarin hebben ze veel academische vrijheid en kunnen ze maandenlang hun eigen tijd indelen als ze hun masterscriptie schrijven.

Als ze bij ons komen lopen ze drie dagen per week stage op een school, moeten ze op gezette tijden lesgeven en zitten ze één hele dag van negen tot vijf in de collegebanken bij ons. Dat is een heftige overgang voor veel studenten. Bovendien leren we ze iets wat ze daarvoor niet of nauwelijks hebben geleerd. Dat zie je ook op andere universiteiten. De scores zijn daar vaak ook niet goed.’

 

Een aantal jaar geleden waren er problemen bij de ILO. Destijds klaagden studenten over een gebrek aan wetenschappelijke vorming. Is dat nu aangepakt?

‘De term wetenschappelijke vorming vind ik een moeilijke, want je leert bij ons een vak. We noemen ons ook wel een academische beroepsopleiding. Dat academische zit hem in het reflecteren op wat je doet in je dagelijkse werk. Daarin verschillen we van de lerarenopleidingen op het hbo. Het gaat bij ons om welke vragen je moet stellen om verder te komen in je werk en om jezelf te ontwikkelen als docent. Wetenschappelijke input is daarin ondersteunend.

Ik krijg vaak te horen dat als onze studenten in de praktijk werken ze pas echt het volle nut zien van de theorieën die we ze hebben aangeboden.’

‘We zien ook echt wel waar de uitdagingen liggen, maar gelukkig zien we dit jaar dat we in de organisatie en de logistiek echt beter scoren’

Is zo’n score in de Keuzegids belangrijk?

‘Ik vind het heel belangrijk, omdat het gaat over waar we de hele tijd mee bezig zijn: het imago van het lerarenberoep verbeteren. Dat mindere imago heeft ook deels te maken met het imago van de lerarenopleidingen. We zien ook echt wel waar de uitdagingen liggen, maar gelukkig zien we dit jaar ook dat we in de organisatie en de logistiek echt wel beter scoren. Dat was in het verleden ook niet altijd zo.

Lerarenopleidingen zijn relatief moeilijk aan te bieden. We hebben hier 24 schoolvakken met groepjes van twee tot tien studenten die deels een overlappend programma moeten volgen. Dan is een grote bachelor met driehonderd studenten veel gemakkelijker te organiseren. Gelukkig doen we de organisatie steeds beter.’

Hoe zijn jullie bezig om de studie verder te verbeteren?

‘We willen meer maatwerk gaan leveren, bijvoorbeeld voor zij-instromers. Ons programma is voor de studenten van 23 die direct van een andere master komen soms al een grote overgang, laat staan voor mensen van 45 die al twintig jaar werken.

Daarnaast zijn we bezig om samen met scholen een nieuw traject voor midcareer professionals aan te bieden in de bètatekortvakken. Dat moet de grote tekorten helpen oplossen.

Ten slotte blijven we zoeken naar de balans tussen alle kennis en vaardigheden die we onze studenten willen bieden enerzijds en de ruimte om te reflecteren anderzijds. Soms willen we zoveel overbrengen dat studenten niet genoeg tijd hebben om erover na te denken. Die balans vinden blijft vooral heel veel uitproberen.’

 

Naschrift: De master lerarenopleiding mens & maatschappijwetenschappen is pas dit jaar gestart. De Keuzegids is deels gebaseerd op de Nationale Studenten Enquête (NSE), maar omdat de master nieuw is zijn er nog geen oordelen over deze master. De studentenoordelen die zijn gebruikt voor deze score, zijn de studentenoordelen van twee voorlopers van deze master.