Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Elsie Vermeer
actueel

Video | ‘Gedichten naar Fries vertalen voelt voor mij als een noodzaak’

Elsie Vermeer,
17 januari 2019 - 16:20

Wanneer Klaas van der Hoek niet werkt als conservator bij het Allard Pierson van de UvA stort hij zich op het vertalen van Amerikaanse dichters naar het Fries. Hij heeft inmiddels zo’n 150 gedichten van Emily Dickinson vertaald, maar ook gedichten van E. E. Cummings, Elizabeth Bishop en Robert Frost. Met Folia sprak hij over zijn liefde voor poëzie en het Fries, en las hij de vertaling van zijn lievelingsgedicht voor.

‘Ik denk in het Fries, ik droom in het Fries en ik praat Fries tegen mijn katten,’ toch is het voortbestaan van de Friese taal niet de reden voor Klaas van der Hoek om in zijn vrije tijd gedichten te vertalen. ‘Mijn belangrijkste motivatie is liefde voor poëzie, en dan vooral het werk van Emily Dickinson. Je raakt goed in een gedicht door het te vertalen in je eigen taal. In mijn geval is dat het Fries.’

 

Van der Hoek is conservator handschriften en moderne letterkunde bij het Allard Pierson, waar het erfgoed van de Universiteit van Amsterdam beheerd wordt (voorheen Bijzondere Collecties en Allard Pierson Museum). ’s Avonds en ’s nachts vertaalt hij poëzie naar het Fries, die hij post op zijn website. Van der Hoek is van plan dit jaar een boek uit te brengen met vertaalde gedichten van Emily Dickinson, maar dit is niet de belangrijkste reden om zoveel tijd in het vertalen te steken. ‘Het is een middel om intensief met poëzie bezig te zijn en ik heb dat nodig. Dat is voor mij een persoonlijke levensbehoefte die veel verder gaat dan een leuke hobby, het is echt noodzaak.’

 

De tekst loopt door onder de video. 

 

Een beetje vergelijkbaar met Emily Dickinson zelf?

‘Ja, zij schreef ook vaak ’s nachts. Ze heeft in haar leven bijna 1.800 gedichten geschreven maar ze streefde er niet naar om dat gepubliceerd te krijgen. Die gedichten zijn na haar dood gevonden en uitgegeven. Ik vind het wel fijn om gelezen te worden maar het is niet mijn hoofddoel. Ik publiceer op mijn weblog, af en toe krijg ik daar reacties op en dat is prettig, maar het hoeft niet. Voor mij is het afronden van een vertaling genoeg voldoening op zich.’

 

Wat kom je voor uitdagingen tegen bij het vertalen?

‘Het Fries is een klein taalgebied en staat onder grote druk van het Nederlands en het Engels, dat betekent dat mijn vertalingen weinig lezers vinden en ook dat er een grotere afstand is tussen schrijftaal en spreektaal dan in het Nederlands. Daardoor moet je constant keuzes maken tussen norm en dagelijkse praktijk. Je wilt bijdragen aan het levend houden van de taal, maar ook aan het gebruik ervan op verschillende niveaus, dus ook het gebruik van het Fries als literaire taalHet Fries is een kwetsbare taal volgens de Verenigde Naties. Vorige maand schreven we uitgebreid over kwetsbare en bedreigde talen. Dat artikel kun je hier lezen..

Tijdens het vertalen probeer ik steeds een balans te vinden tussen vorm en inhoud. In het geval van Emily Dickinson, maar ook bij Robert Frost, spelen metrum en rijm een belangrijke rol. Je kunt er als vertaler voor kiezen om dat te negeren en zeggen dat je zoveel mogelijk de betekenis van de woorden wilt overbrengen. Naar mijn idee doe je het origineel dan wel tekort omdat rijm en metrum heel duidelijk een functie hebben, die wil je ook meenemen. Soms moet je water bij de wijn doen, aan de vorm-kant of aan de betekenis-kant. Dat zijn de moeilijke keuzes.’

Foto: Elsie Vermeer
Het notitieboek van Van der Hoek

Het gedicht dat je hebt voorgedragen is je lievelingsgedicht zei je, waarom is dat?

‘Dit gedicht vat eigenlijk in tien korte regels samen hoe de mens in de wereld staat. Sommige lezers waarderen in de gedichten van Emily Dickinson vooral hoe ze de natuur beschrijft, maar het gaat in haar werk veel meer over onherstelbaar verlies, rouw, angst, wanhoop, de condition humaine. Veel van haar gedichten eindigen met een ongemakkelijke draai, ze hebben scherpe randjes. Hier schrijft ze over het “absolute Decreet”, dan wordt het bijna spinozistisch. Spinoza beschreef god als de natuur, die overal aanwezig is. Het steentje dat onbekommerd over de weg rolt staat symbool voor de mens die individuele keuzes lijkt te maken maar tegelijk ondergeschikt is aan de wetmatigheden van het bestaan. Dat is een tegenstelling die veel terugkomt in de gedichten van Emily Dickinson.’

 

Waar komt die fascinatie voor Emily Dickinson vandaan?

‘Ze woonde haar hele leven in Amherst bij Boston en groeide op in een puriteins milieu. Ze ging naar school, maar verkeerde niet in heel belezen kringen en kwam op latere leeftijd haar huis niet meer uit. Hoe iemand die in zo’n omgeving leeft zo’n oeuvre kan opbouwen, dat is mij één groot raadsel. Ik begrijp het niet, en daarom fascineert het me zo. Verlies en rouw kennen we allemaal, en Emily omschrijft het zo dat het nog steeds modern is en begrijpelijk voor iedereen. Ze heeft heel weinig woorden nodig om veel te zeggen. Haar gedichten zijn ruwe diamanten. Zij is echt de grootste dichter aller tijden.’