Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Eva Hofman
actueel

100 jaar Helios: een lieve, creatieve vereniging

Eva Hofman,
15 december 2018 - 10:19

Op de dag af honderd jaar geleden werd studievereniging Helios van Neerlandistiek opgericht. We praten erover met voorzitter Daniël van Kessel en oud-voorzitter Elisabeth Steinz. ‘In mijn tijd was je al snel voorzitter als je een auto kon regelen voor het introductieweekend en die vol met boodschappen daarnaartoe wilde rijden.’

Folia sprak met twee voorzitters van de vereniging. Elisabeth Steinz (1980) is co-presentator van het NOS Radio 1 Journaal en auteur van de roman En een nacht. Tussen 2000 en 2002 was zij voorzitter van Helios. Daniël van Kessel (1995) is student Neerlandistiek en de huidige voorzitter van de vereniging. We komen samen in café de Jaren in Amsterdam.

 

Voor mij zitten twee bestuursleden, van vroeger en van nu. Wat is het leukste om te organiseren?

Elisabeth Steinz: ‘De poëzie-avonden. Die heten nu podiumavonden. Daar dragen studenten dingen voor die ze hebben gemaakt: cabaret, muziek, poëzie en proza. We organiseerden ook een kamp, een weekend in een logeerboerderij op Ameland.’

Daniël van Kessel: ‘Een echt kamp? Wij gaan tegenwoordig een weekendje weg naar een oude bioscoop waar allerlei kunstzinnige types anti-kraak wonen, ergens in Limburg. De precieze locatie kan ik niet geven, want ik weet niet hoe legaal het is.’

ES: ‘Dan is er ook nog de studiereis, daar heb ik heel veel plezier aan beleefd. We zijn naar Polen geweest en naar Boedapest. We hebben daar ook nog mensen gesproken die vanuit hun taal Nederlands leerden. Heel bijzonder.’

DvK: ‘Dat is echt grappig, wij zijn vorig jaar ook naar Boedapest geweest en we hebben daar ook met studenten Nederlands gesproken. Bizar toch, die studenten die Nederlands leren? Eentje was in Vlaanderen geweest, maar de rest was nog nooit in Nederlandstalig gebied geweest.  Ze hebben een goed niveau. Het klinkt onnatuurlijk, maar hun zinsbouw is perfect.’

Foto: Eva Hofman
Elisabeth Steinz, voorzitter van Helios 2000-2002

Hebben jullie Helios-tradities?

DvK: ‘We borrelen altijd in café de Gaeper. De afgelopen vijf jaar is er altijd wel iemand die “Unwritten” van Natasha Bedingfield opzet. Dat gaat natuurlijk over schrijven, vandaar. Maar verder… Eigenlijk kan ik er geen opnoemen.’

ES: ‘Dan toch die podiumavonden. Het leukste is dat er altijd wel mensen komen die zich niet met een act hebben ingeschreven, die de hele avond afwachten. En dan aan het einde van de avond durven ze toch. Vaak komen ze dan met hele goede dingen.’

DvK: ‘Vorige maand hielden we een jubileum-editie van de podiumavonden, waarvoor ook alumni waren uitgenodigd. Dan zie je hoe hoog het niveau ligt van de acts.’

ES: ‘De mensen die voor de studie Neerlandistiek kiezen zijn zich goed bewust van de traditie waarin de studie staat. Dat merk je op zo’n jubileumeditie. Het is leuk om te zien hoeveel mensen de vereniging nog een warm hart toedragen. Goed dat er nog een groep mensen is die dat allemaal draaiende houdt. Je voelt dat de tijden veranderen, maar bij Helios staat de tijd een beetje stil. Dat is wel geruststellend.’

 

Jullie zijn een creatieve vereniging.

DvK: ‘Dat creatieve wordt niet per se vanuit de universiteit gestimuleerd. Helios organiseert veel, en als je daar een tijdje bij zit wil je automatisch meedoen. Het aandeel van de studenten dat het podium opklimt is best groot. We hebben ook een jaarlijks toneelstuk. Daar had ik het ooit over met studenten van de studie theaterwetenschappen. Die zeiden: “Jullie doen een toneelstuk, en wij niet eens.” Ze wilden graag met ons meedoen.’

ES: ‘Het is geen studentenvereniging natuurlijk, maar een studievereniging. Er is geen soos, er is iets anders dat ons bindt. Niet dat we zoveel studieactiviteiten hadden: Er waren wel eens filmavonden die dan over de verfilming van een boek gingen, of lezingen. We hadden ook schrijversavonden, dan kwam een schrijver langs, Kees van Kooten en Simon Vinkenoog. Vinkenoog was een enorme blower, die had dan een enorm blok hasj bij zich. Voor die mensen is Helios ook een veilige en sympathieke omgeving, waarin ze vrij kunnen associëren en hardop kunnen nadenken. Dat waren bijzondere avonden waar echt iets op het podium gebeurde.’

DvK: ‘Schrijversavonden hebben we niet meer. Wel lezingen en avonden met docenten. Het leuke is dat daar niet alleen studenten Neerlandistiek bijkomen, ook de halve studie taalkunde zit er dan bij. Dat laat het belang ervan wel zien, dat er op zo’n avond echt wat te leren valt.’

‘In mijn tijd was je al snel voorzitter als je een auto kon regelen voor het introductieweekend en die vol met boodschappen daarnaartoe wilde rijden’
Foto: Eva Hofman
Daniël van Kessel, voorzitter van Helios 2018-2019

Jullie noemen jezelf Helioten. Waar komt dat vandaan?

DvK: ‘Helioot is gewoon de natuurlijke vervoeging van Helios.’

ES: ‘Helioot? Dat is nieuw. Ik heb mezelf nog nooit zo genoemd.’

DvK: ‘Het is nu wel echt gebruikelijk. De letters staan officieel voor Historisch Ende Letteren Is Onze Studie. In 1918, toen de vereniging werd gesticht, was Nederlands dé studie geesteswetenschappen, er was nog geen onderscheid binnen die faculteit. Helios was daar de overkoepelende vereniging van. Later is de studie Geschiedenis afgesplitst, met de vereniging Kleio.’

ES: ‘Helios is nu wel honderd jaar, maar heeft binnen die tijd ook periodes niet bestaan. Telkens was er uiteindelijk wel weer iemand die het bestuur oppakte.’

DvK: ‘Ik sprak op de jubileumavond met de voorzitster uit 1987. Zij vertelde dat er voor haar bestuur, twee jaar niets was geweest, dat zij Helios had heropgericht. En tijdens de oorlog heeft Helios natuurlijk ook platgelegen. Vanwege het lustrum zijn we de archieven aan het doorspitten, dan kom je ook al die bestuurscrises tegen. Besturen die met zeven leden begonnen, en dat het er na een half jaar nog maar drie waren.’

 

Is het moeilijk bestuurders te vinden?

DvK: ‘Het is tot nu toe altijd wel gelukt, maar het is niet makkelijk. Ook omdat je als bestuurslid studievertraging oploopt. Als je wil kunnen werk, studie en bestuur allemaal wel naast elkaar, maar het is wel veel werk. Je krijgt geen salaris, alleen een beurs. Een vergoeding voor je maanden studievertraging.’  

ES: ‘Het klinkt alsof het in mijn tijd een stuk vrijblijvender was. Maar jullie hebben natuurlijk nu ook zo’n studiedruk erbij.’

DvK: ‘Ik heb gesolliciteerd, een officiële procedure met een cv en een sollicitatiecommissie.’

ES: ‘In mijn tijd was je al snel voorzitter als je een auto kon regelen voor het introductieweekend en die vol met boodschappen daarnaartoe wilde rijden. Maar ik vond het ook echt leuk: ik had in het eerste jaar mijn plek gevonden bij Helios. Ik ging veel om met de bestuursleden en ik had een geweldige tijd gehad op de Polenreis.’

‘Ik was heel erg geïntimideerd, ik dacht dat iedereen beter kon schrijven dan ik’

Best veel bekende schrijvers waren ooit Helioten: Thomas Rosenboom, bijvoorbeeld. Hoe zit dat met jullie jaren?

DvK: ‘Ik ken nog niemand die echt die ambities heeft.’ 

ES: ‘Je zegt nu dat niemand kent, maar ik weet van mijn jaar dat er toch nog best veel mensen in de literatuur zijn beland.’

DvK: ‘Jij hebt zelf ook een roman uitgebracht.’

ES: ‘In mijn jaar waren er wel veel mensen mee bezig. Die wilden schrijver worden, en dat lukte dan natuurlijk niet gelijk. Ik was heel erg geïntimideerd toen, ik dacht dat iedereen beter kon schrijven dan ik. Die stonden dan bij Helios te citeren uit boeken. Door dat milieu werd ik afgeremd om zelf iets te doen. Pas na de studie heb ik de vrijheid genomen zelf aan de slag te gaan. “Wat maakt het nou allemaal uit”, dacht ik, “dat gelul”.’

DvK: ‘Ik voel me juist meer gestimuleerd. Laatst heb ik zelf voor het eerst op het podium gestaan. Voor ik Nederlands ging studeren had ik me echt niet kunnen voorstellen dat ik dat ooit zou doen.’

ES: ‘Ja, maar jij moest door een weddenschap.’

DvK: ‘Nee, dat is overdreven. Ik schreef wel eens wat, maar ik was eigenlijk te ontevreden over mijn werk om het op te voeren. Toen heb ik met een vriend voor de zomervakantie afgesproken dat ik op de eerste avond na de zomer zou optreden.’

ES: ‘Heel moedig, dat had ik nooit gedurfd.’

 

De jubileumavond was de eerste keer voor veel alumni en studenten dat ze elkaar tegenkwamen. Konden jullie veel van elkaar leren?

DvK: ‘Telkens als ik iemand tegenkom die deze studie heeft gedaan, krijg ik weer en breder beeld van welke carrièremogelijkheden er allemaal zijn. Aan Nederlands is voor veel mensen lastig te bevatten dat je niet voor een standaard beroep studeert, behalve misschien leraar of schrijver. Dat blijft me telkens verbazen, op welke leuke en niet voor de hand liggende plekken alumni zitten. Misschien wil ik de journalistiek, politieke communicatie of de overheid in. Het is goed om met mensen uit die vakgebieden te kunnen praten.’

ES: ‘Andersom heb ik ook veel meegenomen van de studenten. Mijn wereld wordt voor een groot deel gevuld met nieuws, en uit die nieuwsstroom krijg je soms het idee dat er vooral veel harde, schreeuwende of egocentrische mensen op deze wereld zijn. Ik vond het heel fijn om weer eens te merken dat er ook echt heel veel aardige, geïnteresseerde mensen zijn, die de wereld op een positieve manier benaderen.’