Aantal vrouwelijke hoogleraren nam in 2017 toe, maar niet aan de UvA
Het percentage vrouwelijke hoogleraren aan Nederlandse universiteiten is voor het eerst in de geschiedenis hoger dan 20 procent. Dat constateert het Landelijk Netwerk Vrouwelijke Hoogleraren (LNVH) in de Monitor vrouwelijke hoogleraren 2018. Hoewel daarmee een belangrijke mijlpaal is gepasseerd, zal het nog wel even duren voordat het aantal mannen en vrouwen in evenwicht is. Het LNVH verwacht dat het pas in 2048 het geval zal zijn.
Aan alle universiteiten is het percentage gestegen, behalve aan de Universiteit van Amsterdam (UvA). Daar zijn netto twee mannelijke hoogleraren bijgekomen, en is een vrouwelijke hoogleraar weggegaan. Desalniettemin staat de UvA nog in de middenmoot van de Nederlandse universiteiten. De universiteit met het laagste percentage vrouwen is de Technische Universiteit Eindhoven, met 12,6 procent.
Westerdijkjaar
In vergelijking met 31 december 2016 zijn er in Nederland een jaar later 58 vrouwelijke hoogleraren bijgekomen, en 13 mannelijke. Volgens het LNVH wordt die stijging deels veroorzaakt door het Westerdijk Talentimpuls van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW), waarbij in een jaar tijd honderd leerstoelen aan vrouwen beschikbaar zijn gesteld ter viering van het honderdjarig jubileum van de aanstelling van de eerste vrouwelijke hoogleraar, Johanna Westerdijk.
De UvA was relatief laat met het benoemen van vrouwen die profiteerden van de Westerdijk-talentimpuls. In januari dit jaar werden er tien vrouwen benoemd als hoogleraar. Waarschijnlijk zal er volgend jaar aan de UvA dus een grote stijging te zien zijn.
Aantal vrouwelijke promovendi daalt
Opvallend is dat het percentage vrouwelijke promovendi juist is gedaald, naar 42,7 procent. Het LNVH noemt dit zorgelijk, omdat uit die daling zou blijken dat het niet genoeg is om het percentage vrouwen op topposities kunstmatig op te krikken. Voor een echte, duurzame verandering zijn aandacht voor de werving van de startende onderzoeker, inclusief talentbeleid en een verandering nodig in het ‘stereotype beeld’ van de wetenschapper nodig, aldus de vereniging. ‘Kortom, een cultuurverandering’.
