De vonken spatten ervan af, tijdens de eerste bijeenkomst van The State of Diversity. Het paneldebat werd al snel afgekapt om aan de vele vragen van het publiek tegemoet te komen. Chief diversity officer Anne de Graaf kreeg te maken met een spervuur aan kritische vragen over haar werkzaamheden en haar rol. ‘Het was wel heftig, je ziet dat bij veel mensen pijn zit.’
‘Ik besef dat ik diversiteit niet aan jullie hoef te verkopen.’ Met die woorden opent Chief Diversity Officer Anne de Graaf de avond The state of diversity at UvA. Er valt een stilte. De bijeenkomst heeft inderdaad vooral bezoekers getrokken die toch al erg betrokken zijn bij het bevorderen van diversiteit aan de UvA, maar dat betekent niet dat De Graaf een makkelijke avond tegemoet gaat.
The state of diversity is de eerste in een reeks avondvullende ‘diversity events’, die De Graaf afgelopen week aankondigde. Een jaar na haar aanstelling als Chief Diversity Officer aan de UvA heeft ze een groep medewerkers verzameld met wie ze wil werken aan het diversiteitsbeleid aan de universiteit, het CDO-team. Deze eerste avond is ingezet om dat team te introduceren, om het beleid aan te kondigen en om vragen te beantwoorden vanuit het publiek.
Discussie
Vooral aan dat laatste hebben de bezoekers behoefte. Eigenlijk was na de introductie van het team ruimte ingepland voor een paneldiscussie met gastsprekers Inez Blanca van der Scheer en Zawdie Sandvliet, maar die wordt al gauw afgekapt als de handen in het publiek de lucht in schieten. Een kwartier voor de eigenlijke start besluit moderator Pravini Baboeram de discussie te beginnen.
De vragen zijn niet mals. Hoeveel krijgt De Graaf eigenlijk meer betaald dan haar commissieleden? Hoe gaat het CDO docenten aanpakken die ongepaste uitingen doen? ‘Waar is de druk op de universiteit,’ vraagt iemand. ‘Er is helemaal geen druk!’ Er zijn ook verwijten. Dat de commissie een white saviour complex heeft, dat binnen het diversiteitsbeleid geen ruimte is voor mensen met een beperking. ‘Je zou het woord outreach niet moeten gebruiken,’ klinkt van achter in de zaal. ‘Hoe zou jij het dan noemen,’ vraagt De Graaf. ‘Community based programming, oke, dan hebben we een nieuwe term.’
Bruggenbouwer
Tot driemaal toe wordt De Graaf gevraagd wat zij er zelf van vindt om als witte vrouw Chief Diversity Officer te zijn. Na de vraag of De Graaf wist dat er ook mensen van kleur voor die positie hadden gesolliciteerd, joelt het publiek. Er wordt niet geklapt, maar met de vingers geknipt. ‘Ik heb mezelf niet uitgekozen,’ antwoordt De Graaf, en uiteindelijk voegt ze toe: ‘Toen mijn studenten me vroegen voor deze baan te solliciteren, heb ik in eerste instantie gezegd dat ik vond dat iemand van kleur die baan moest krijgen. Mijn studenten zeiden toen dat er juist een bruggenbouwer nodig is. Als ik verandering wil zien, moet ik daar ook mijn verantwoordelijkheid voor nemen.’
Voorin de zaal houdt een student al langere tijd haar hand op. Zij vindt het ‘problematic,’ dat De Graaf even daarvoor vertelde dat ze diversiteit verkoopt aan sommige leden van de UvA gemeenschap door ze voor te houden hoeveel geld diversiteit oplevert. ‘Je buit ons op die manier uit. Die mensen willen ons alleen maar binnenhalen omdat het hen geld oplevert. Klinkt dat jou niet in de oren als slavernij?’
‘Ik ben teleurgesteld,’ zegt initiatiefnemer van de International Anti Racism Group (INARG) Gloria Holwerda als de bijeenkomst is afgelopen. ‘Ik twijfel of de Diversity Officer voldoende ervaring heeft met diversiteit. Ze praat alsof het haar baan is om van bovenaf iets te geven aan de arme mensen hier, terwijl het juist de universiteit is die een gebrek heeft, en die geholpen moet worden. In plaats van de studenten te vragen wat ze moet doen, zou ze meer kennis moeten vergaren over de instelling. Studenten komen en gaan, die moeten niet steeds opnieuw het wiel hoeven uitvinden.’
Beginfase
‘De UvA staat nog wel echt aan de beginfase van dit alles,’ zegt VU-student farmaceutische wetenschappen Rida Hamdi (20). Hij is lid van de universitaire studentenraad van de Vrije Universiteit, en wil graag zien hoe de UvA werkt aan diversiteit. ‘Het publiek vraagt steeds waarom er nog niets zichtbaar is, maar het CDO is slechts een korte tijd bezig.’
Hij verbaast zich over het commentaar op de huidskleur van De Graaf. ‘Je moet kijken naar iemands ervaring en capaciteiten. Zij komt van Amsterdam University College, en dat is zeer divers. In een diversiteitscommissie moeten juist ook blanken zitten. Zelf ben ik van Marokkaanse afkomst, en mensen vinden al gauw dat mijn mening in bepaalde situaties een bias heeft. Dan vind ik het juist fijn als er een blank persoon is die mijn mening deelt, een bruggenbouwer. Ik heb Anne laten weten mee te willen sparren over dit onderwerp.’
De Graaf loopt rond tussen de bezoekers. ‘Ik ben blij met de opkomst,’ zegt ze. ‘Veel verschillende achtergronden. Het was wel heftig, je ziet dat bij veel mensen pijn zit.’ Dat de avond zo emotioneel zou worden, had ze wel verwacht. ‘Wij lopen wel achter bij de UvA. Mensen hebben daar bagage aan overgehouden, ze hebben mij verteld dat ze zich verraden voelen.’ Toch was de avond een succes, zegt De Graaf. ‘We hebben bevestiging gekregen dat de prioriteiten die we hebben gesteld relevant zijn. Mensen zijn geïnspireerd en er is een plek gecreëerd waar we naar elkaar kunnen luisteren.’