Theo (61) werkt bij USC Universum: ‘Iedereen heeft hier altijd een goed humeur’
Tweewekelijks vertelt een medewerker, student, bestuurder, docent of hoogleraar over zijn of haar werkplek aan de UvA. Deze week: Theo van Uden. Hij is directeur van het sportcentrum (USC) van UvA en HvA. ‘Wij zijn van het ultieme rendementsdenken.’
Wie ben je en wat doe je?
‘Ik ben Theo van Uden (61). Als directeur van het USC ben ik eindverantwoordelijk voor de sportvoorzieningen van de UvA en de HvA. Daarom hecht ik eraan dat “USC”, oorspronkelijk de afkorting voor Universitair Sportcentrum, zonder puntjes tussen de letters wordt geschreven, want we zijn niet meer alleen universitair, maar we zijn er ook voor de hogeschool. Overigens zijn we er ook voor alumni en mensen van buiten de instellingen. Maar het merendeel is student, de overgrote meerderheid van de UvA. Ik doe dit nu 22 jaar en een beetje. Ik werd voor deze baan gevraagd door de toenmalige collegeleden Sijbolt Noorda en Jankarel Gevers. Ik werkte op de griffie van het Maagdenhuis en organiseerde ook wel eens wandel- en fietstochtjes voor collega’s. Misschien dachten Noorda en Gevers dat ik om die reden geschikt zou zijn voor deze functie, al vonden ze het zeker ook belangrijk dat de directeur van het USC “ergens” in gestudeerd had. Nou, dat had ik: politicologie en planologie. Ook al heb ik beide niet afgemaakt. Na mijn benoeming hier heb ik nog wel een master sportmanagement gedaan en gehaald. Ik ben hier zelf geen sportleraar, maar ik houd wel van sporten als schaatsen, fietsen en bergsport.’
Waar is je werkplek?
‘Aanvankelijk was het USC gevestigd aan de De Boelelaan in Buitenveldert, maar sinds 2010 zit de hoofdvestiging van het USC op Science Park. Ik werk hier op de bel-etage van het gebouw Universum, een prachtig pand, ontworpen door Rudy Uytenhaak met inpandig het café Oerknal. Die namen zijn er niet zomaar, maar bewust gekozen omdat we naast de bètafaculteit zitten. Normaal zit ik hier op mijn kantoor, maar het USC is gevestigd op zeven locaties in de stad, dus ik kom overal wel eens. Zestig fte, verdeeld over 130 medewerkers. Als organisatie verschillen wij heel erg van de universiteit. Wij bieden alleen zaken aan waar vraag naar is, anders niet. Wij zijn van het ultieme rendementsdenken. Ik houd ervan om over mijn tuinhekje te kijken, daarom heb ik ook kunst op mijn werkkamer hangen. Hier links aan de muur een getekende wandkaart in drie aan elkaar verbonden delen, over de relatie tussen sport en fysiek welbevinden. Rechts een ingelijst voetbalshirt van het Nederlands elftal dat in de finale speelde van het WK in 2010, gesigneerd door alle spelers.’
Wat vind je leuk aan je werkplek?
‘Dat is niet zozeer de werkplek zelf, maar de mensen die hier in de organisatie werken. De sporters komen hier vrijwillig, iedereen heeft een goed humeur en doet leuke dingen. Dat straalt af op de organisatie, dus ook op mij. Het UvA-bestuur heeft wel eens last van opstandige studenten, ik nooit! Alles en iedereen is hier efficiënt, mensen zijn gemotiveerd en topsportstudenten weten wat plannen is: het merendeel studeert nominaal af. Verder is de organisatie klein, waardoor ik die op detailniveau ken en kan beïnvloeden. Ik kan er echt mijn stempel op drukken.’
Wat vind je minder leuk aan je werkplek?
‘Omdat wij niet tot het primaire proces horen van onderwijs en onderzoek voelen we ons soms wel eens een beetje erbij hangen. Wij zijn een gelieerde instelling en dan moet je soms vechten om aandacht, helemaal als de zaak op rolletjes loopt en dat is hier het geval. Laat het College van Bestuur maar weer eens langskomen hier.’
