Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Jeroen Oerlemans (UvA)
actueel

Folia 70: Dymph van den Boom eerste vrouwelijke rector magnificus van de UvA

Dirk Wolthekker,
27 oktober 2018 - 14:21

Folia bestaat 70 jaar. Deze maand blikken we dagelijks terug met een artikel uit ons archief. Vandaag: de UvA wordt de eerste groteDe Universiteit voor Humanstiek kreeg iets eerder dat jaar een vrouwelijke rector. Nederlandse universiteit met een vrouwelijke rector magnificus als het rectoraat van Dymph van den Boom in 2007 aanvangt. ‘Ik deed alles cum laude om mijn moeder te laten zien dat ik het kon.’

Rectrix met hoofdakte

31 augustus 2007 – Dirk Wolthekker

 

Ze leek voorbestemd voor een carriè€re als kapster, maar wilde studeren. ‘Begin dan maar met de ulo’, zei haar moeder. Vanaf 1 oktober zit ze in het Maagdenhuis, de nieuwe rector magnificus van de UvA: Dymph van den Boom.

 

Dymph van den Boom rent van afspraak naar afspraak en van vergadering naar vergadering sinds haar benoeming tot rector. Toch is er op dit punt voor haar niet veel veranderd. ‘Ik ren al jaren.’ Wat heet, eigenlijk rent de eerste vrouwelijke universiteitsrector van Nederland haar hele leven al: van opleiding naar opleiding, van baan naar baan. Soms houdt ze de pas in, maar nooit zo lang dat het leuke eraf is. Dat is ook bijna niet mogelijk want Van den Boom wil vooruit, het liefst in de hoogste versnelling. ‘Ik doe alles snel. Daarom was ik op mijn twintigste al onderwijzeres met hoofdakte.’ De ulo (een soort mavo) en de kweekschool, de tegenwoordige pabo, had ze toen al achter de rug.

 

Aanvankelijk koos Van den Boom voor een loopbaan aan een lom-school voor kinderen met leer- en opvoedingsmoeilijkheden. ‘Ik koos bewust voor lastige kinderen. Dat is de helpende hand in mij.’ Maar de lastpakken werden zo lastig ‘dat ik me afvroeg of ik niet nog veel meer moest studeren om te begrijpen wat er zich afspeelt in de hoofden van kinderen met leer- en gedragsproblemen’. Een universitaire opleiding ontwikkelingspsychologie was het gevolg. ‘Ik begon aan die studie om nadien terug te keren in de praktijk, bijvoorbeeld bij een schoolbegeleidingsdienst. Maar naarmate je meer studeert, komen er meer vragen waarop je ook nog een antwoord wilt hebben.’

‘Ik vond het mooi om mijn moeder te laten zien dat ik het kon, dat ik mij ook echt ergens voor wilde inzetten. Dat het de moeite waard was geweest om mij te laten studeren’

Dus keerde Van de Boom niet terug naar de praktijk, maar sloeg ze de weg van het onderzoek in. Ze bereidde haar promotie over de langetermijngevolgen van prikkelbaarheid bij baby’s voor in de VS en verrichtte het onderzoek zelf in Leiden. Van den Boom: ‘Alles cum laude. Dat is niet per se mijn ambitie, maar als je ergens voor gaat, blijken de resultaten vaak ook goed. In mijn geval vond ik het bovendien ook mooi om mijn moeder te laten zien dat ik het kon, dat ik mij ook echt ergens voor wilde inzetten. Dat het de moeite waard was geweest om mij te laten studeren. Nu is ze 92 en trots. Niet omdat een vak leren minder zou zijn, maar omdat ik heb kunnen doen wat ik zo graag wilde: studeren.’

 

Echt voor de hand lag dat niet voor een middenstandsdochter. Van den Boom: ‘Mijn vader had een kapperszaak in Roosendaal. Toen ik tien jaar was, overleed hij. Mijn moeder nam de zaak over en ik kreeg een voogd die vond dat ik mijn moeder in de zaak moest helpen. Dat heb ik wel gedaan, maar ik wilde ook studeren. “Begin dan maar met de ulo”, zei mijn moeder. Gelukkig had de ulo een snelle variant zodat ik vlug kon doorstromen naar de kweekschool in Breda. Een oudere zus wilde uiteindelijk de kapsalon overnemen, en die heeft er een bloeiende zaak van gemaakt.’

 

Na vijf jaar decaan te zijn geweest van de Faculteit der Maatschappij- & Gedragswetenschappen (FMG) heeft Dymph van den Boom zin in haar nieuwe functie. ‘Het is een functie die veel interactie vereist met studenten, docenten en wetenschappers. Dat is wat ik leuk vind. Ik ben niet naar de universiteit gekomen om rector te worden. Voordat ik hoogleraar werd aan de vroegere pedagogische faculteit, had ik zo’n functie al diverse keren geweigerd, totdat collega’s erop aandrongen om niet altijd “nee” te zeggen want dat wekt de indruk dat je niet verder wilt groeien.’

‘Het accent van de rectpr lag de afgelopen jaren erg op ceremonie, en dat wil ik niet’

Van den Boom twijfelde aanvankelijk of het rectoraat niet te veel een ceremoniële functie was, waar representatie de overhand zou hebben en niet de inhoud. ‘Het accent lag de afgelopen jaren erg op ceremonie, en dat wil ik niet. Ik heb er geen hekel aan, maar het moet niet je hele agenda domineren. Representatieve taken zijn wel belangrijk, maar de mensen met wie ik werk en ga werken, zijn binnen hun eigen instituut vaak leidinggevenden. Aan hen kun je dat soort taken goed overlaten. Op die manier heb ik de FMG de afgelopen jaren ook bestuurd, en dat ging prima. Ik geloof in de autonomie van instituten en afdelingen binnen de UvA en van de mensen die daar werken. Daar groeien ze van. De UvA is een heel diverse en grote organisatie, dan past het niet om alles van bovenaf te willen aansturen. Het gaat mij in eerste instantie ook niet om het direct aansturen, maar om de inhoudelijke portefeuille die ik krijg: onderwijs en onderzoek.’

 

FMG-studenten vinden u wel een rasbestuurder en saneerder.

‘Veel maatregelen die ik nam, kregen het etiket “sanering”, terwijl de financiële gezondmaking van de faculteit ook heeft plaatsgevonden door vernieuwings- en herstructureringsmaatregelen. Toen ik hier kwam, verkeerde de faculteit in grote financiële problemen. Die moesten worden opgelost. De afdelingen en onderwijs- en onderzoeksinstituten maakten hun eigen beleidsplannen en hebben inmiddels door bezuinigen, herstructureren en vernieuwen binnen enkele jaren een structureel gezonde exploitatie weten te bereiken. Daar zaten soms ook pijnlijke maatregelen bij, maar een andere keus was er niet. We willen kwaliteit leveren en hebben geen slechte visitaties gehad. Dus die maatregelen werden kennelijk wel gedragen.’

 

Toch vrezen studenten dat u de ingeslagen weg zult voortzetten.

‘Dat vrezen niet alle studenten, maar bepaalde studenten die tijdens de ombuigingsmaatregelen in medezeggenschapsorganen zaten en zich daarna hebben aangesloten bij de Asva. Ik moet natuurlijk weleens de boodschap verkopen dat niet alles kan wat studenten willen. Als je maar een jaar in de studentenraad zit, begrijp ik best dat je je plannen wilt neerzetten. Als die plannen vervolgens worden doorkruist door die van bestuurders is dat frustrerend, en dan is een jaar erg kort om iets te kunnen bereiken. Maar als je als student echt bestuurservaring wilt opdoen, lijkt het mij het beste je aan te passen aan de agenda van de organisatie. Alleen als je samen optrekt, lukt het om iets te bereiken.’

‘Van het woud aan schakelklassen per opleiding moeten we worden verlost’

CvB-voorzitter Van der Toorn was het afgelopen jaar onderhandelingspartner van de Centrale Studentenraad. Dat beviel de studenten goed.

‘Precies, maar op Van der Toorn was aanvankelijk ook veel kritiek. Die is weggeëbd. Ik verwacht dat dit ook wel zal gebeuren als ze straks met mij moeten onderhandelen.’

 

Wat zijn uw onderwijsplannen?

‘De onderwijsinstituten zullen de komende jaren allemaal worden vervangen door graduate en undergraduate schools. Dat sluit aan bij de internationale trend. We zullen opnieuw moeten kijken hoe we het onderwijs inhoudelijk willen profileren. Ga je door met dezelfde indeling of ga je anders indelen of samenvoegen. Daarbij komt de vraag aan de orde welke phd-opleidingen aan welke school zullen worden gekoppeld. Verder zou ik willen inspringen op het gigantische lerarentekort in het voortgezet onderwijs door in samenwerking met het ILO een aantrekkelijke minor samen te stellen om studenten ook warm te maken voor een baan in het onderwijs.’

 

En het onderzoek?

‘Onderzoek zal in de toekomst steeds meer via grotere thema’s gaan verlopen dan nu het geval is, wellicht in grotere onderzoeksconglomeraten. Er wordt door grote subsidiegevers steeds meer onderzoek gefinancierd op thema’s en minder op individuele projecten. Ook de “kennisvalorisatie” zal een belangrijk onderwerp worden. Ook voor alfa- en gammawetenschappen. Onderzoek zal steeds meer maatschappelijke relevantie moeten hebben, wil het voor financiering in aanmerking komen. Dat betekent dat visitatiecommissies daar ook rekening mee gaan houden en dat het onderwerp dus op de onderzoeksagenda van de universiteit zal komen.’

 

Hoe gaat de samenwerking met de HvA verlopen?

‘De samenwerking met de HvA is nog maar mondjesmaat. Die zal voor beide instellingen meer een win-winsituatie moeten worden. Er stromen weinig hbo’ers door naar de universiteit, maar het is ook nooit de bedoeling geweest dat dit er heel veel zouden zijn. Wat ik in mijn faculteit tot nu heb gemerkt, is dat veel hbo’ers een achterstand hebben ten aanzien van vakken als statistiek en methodeleer. Wij hebben dat bij pedagogiek en sociologie opgevangen door van doorstromers te eisen dat ze tijdens het laatste jaar van de bachelor een stevig programma in die vakken moeten volgen en halen. Als dat lukt kunnen ze direct aan de master beginnen, want van het woud aan schakelklassen per opleiding moeten we worden verlost.’