Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Mina Etemad
actueel

Nieuwe voorzitters COR en CSR: ‘Onze stijl is discussie en gesprek’

Dirk Wolthekker,
8 oktober 2018 - 12:00

Ze vielen met hun neus in de boter: COR-voorzitter Gerwin van der Pol en CSR-voorzitter Roeland Voorbergen. Nog maar net begonnen aan hun voorzitterschap van de centrale ondernemingsraad (COR) en centrale studentenraad (CSR) en ze werden al geconfronteerd met de bezetting van het P.C. Hoofthuis. ‘Wij hebben sympathie voor de standpunten van de actievoerders, maar onze stijl is er een van gesprek en debat.’

Zowel Gerwin van der Pol als Roeland Voorbergen is verbonden aan de Faculteit der Geesteswetenschappen (FGw). ‘Maar we zitten hier niet namens onze faculteit, we zijn er voor iedereen,’ zeggen ze in koor. Beide zijn niet direct gekozen in de COR en in de CSR, maar door de facultaire medezeggenschapsraden afgevaardigd naar de centrale raden. De FGw heeft inmiddels een reputatie hoog te houden als het gaat om opstanden. Bezuinigingen, reorganisaties, verengelsing van curricula, een jaarindeling (8-8-4) waar velen het niet mee eens zijn en een kritisch-activistische cultuur zorgen ervoor dat juist op de FGw de vlam regelmatig in de pan slaat.

 

Zo ook tien dagen geleden toen een groep studenten het P.C.Hoofthuis bezette, deze keer vooral gericht tegen het bezuinigingsbeleid van Den Haag. Gerwin: ‘Iedereen loopt stuk op het bezuinigingsbeleid van Den Haag. Naast de doelmatigheidskorting werd op Prinsjesdag ook nog eens een extra bezuiniging van negentien miljoen aangekondigd en dan hebben we het nog niet eens gehad over de vier procent salarisverhoging van medewerkers. Dat draait om miljoenen, een bedrag dat niet door Den Haag zal worden gecompenseerd en dus uit de bestaande middelen moet worden gefinancierd.’

‘Wij zijn geen voorstander van vernielingen. Een bezetting levert bovendien nieuwe werkdruk op’

Wat vonden jullie van de bezetting?

Gerwin: ‘Wij hebben als dagelijks bestuur van de COR een verklaring uitgegeven waarin we stelden dat we het op veel inhoudelijke punten eens waren met de eisen van de bezetters, maar met de bezetting zelf waren wij het niet eens. Wij zijn geen voorstander van vernielingen. Een bezetting levert bovendien nieuwe werkdruk op. Onze strijd is er een van debat, dialoog, discussie en gesprek. Het duurt misschien langer om iets te bereiken, maar het levert wel meer op.’

Roeland: ‘Wij zouden met de facultaire studentenraad net een vergadering hebben in het P.C. Hoofthuis, maar liepen tegen een gebarricadeerde deur op. Wat volgde was een hectische dag. Maar afgezien daarvan vond ik de bezetting inhoudelijk eigenlijk heel goed, omdat er belangrijke thema’s werden geadresseerd.’

Gerwin: ‘Het probleem bij een dergelijke bezetting is en blijft de vraag namens wie de bezetters spreken. COR en CSR spreken namens en voor alle medewerkers en studenten. Door hen zijn we gekozen.’

‘De universiteit zou er echt anders uitzien als de medezeggenschap niet over alles zou meepraten’
Foto: Mina Etemad
Roeland Voorbergen

Hoezo gekozen? Er zijn weinig studenten die die nog komen stemmen en op verschillende faculteiten werden niet eens OR-verkiezingen gehouden wegens gebrek aan kandidaten.

Roeland: ‘Daar gaan we dit jaar dan ook heel hard aan werken. Veel studenten nemen te gemakkelijk voor lief dat dingen soms niet goed gaan en dingen die wel goed gaan, gaan meestal niet zomaar goed. Ik noem bijvoorbeeld het herkansen van een voldoende om een hoger cijfer te halen of het krijgen van dispensatie bij een BSA. Dat kan beide, dankzij de studentenraad. De universiteit zou er echt anders uitzien als de medezeggenschap niet over alles zou meepraten. Maar de opkomst bij de studentenraadsverkiezingen is inderdaad heel laag. Gelukkig ziet de UvA langzamerhand ook in dat men echt iets moet doen aan de promotie van de studentendemocratie en heeft de universiteit toegezegd ons te helpen om meer mensen naar de stembus te krijgen. Ook het vinden van kandidaten wordt steeds moeilijker. Dit probleem speelt ook bij andere studentenorganisaties en heeft vermoedelijk te maken met de invoering van het leenstelsel. Het leenstelsel maakt het lastiger voor studenten om een jaar uit te lopen met hun studie.’

Gerwin: ‘We moeten als COR duidelijker en vaker laten zien wat we doen. Veel medewerkers hebben echt een informatieachterstand. Aan onze transparantie zal het niet liggen. We willen alles delen met iedereen. Maar iedereen moet de problemen ook met ons willen delen. Daar zit misschien ook een probleem. Wettelijk gezien mogen wij geen individuele klachten van UvA-medewerkers in behandeling nemen en dat is misschien wat mensen soms wel zouden willen. De COR is er voor het collectief. En vergeet niet: deelnemen aan de medezeggenschap kost steeds meer tijd, steeds meer leeswerk, steeds meer rapporten. Bovendien wordt het niet altijd gewaardeerd door leidinggevenden. Zodra iemand in de OR zit volgt er vrijwel altijd een moeilijk gesprek met de leidinggevende: het kost tijd en dus geld en er moet rekening mee worden gehouden bij bijvoorbeeld de roostering.’

‘De cultuur in de COR wordt vaak bepaald door tegengestelde karakters binnen de raad en soms door ideologische inkleuring van de standpunten. Daar zou ik van af willen’

Jullie zitten in de medezeggenschap namens gematigde partijen: De Amsterdamse Academie (Gerwin) en Tof (Roeland). Kunnen we een cultuuromslag verwachten in de medezeggenschap?

Gerwin: ‘Laat ik geen oordeel vellen over de voorgaande COR, maar de cultuur in de COR wordt vaak bepaald door tegengestelde karakters binnen de raad en soms door ideologische inkleuring van de standpunten. Daar zou ik vanaf willen. We moeten loskomen van van tevoren ingenomen standpunten. De mening van de COR is de uitkomst van een debat binnen de COR, maar dat mag best een radicale mening zijn. De COR moet proberen zijn standpunten zo weinig mogelijk te laten bepalen door interne stemmingen en zo veel mogelijk op basis van gezamenlijkheid en consensus.’

Roeland: ‘Wij zijn volgens mij niet gematigder dan de voorgaande CSR, maar we willen wel iets meer optreden als team. De vorige CSR koos voor een werkwijze waarin individuele leden meer los van elkaar opereerden. We willen echt wel iets veranderen en daar staan wij ook voor. Alleen: we willen wel proberen dat te bereiken op basis van overleg en gesprek. Je moet altijd bereid zijn te worden overtuigd door de mening van een ander. Misschien komt daar wel een beter besluit uit voort.’

Gerwin: ‘Die gezamenlijkheid willen we ook intern bereiken. De COR en de CSR vergaderen regelmatig samen in een zogenoemde “gezamenlijke vergadering”, de gv. Gewoonlijk is de CSR-voorzitter ook voorzitter van de gv. We hebben besloten dat Roeland in elk geval tot begin 2019 voorzitter is, maar dat hij het niet in z’n eentje moet dragen en dat we als voorzitter en vicevoorzitter de vergadering samen voorbereiden. De gv wordt zo meer een gezamenlijke vergadering.’

Foto: Mina Etemad
Gerwin van der Pol

Ik hoor het al: de UniversiteitsraadDe Universiteitsraad is een medezeggenschapsorgaan waarin medewerkers en studenten gezamenlijk de medezeggenschap beheren. Dit systeem hanteerde de UvA tot 1997. moet terugkomen.

Gerwin (gedecideerd): ‘Nee.’

Roeland (gedecideerd): ‘Nee.’

Gerwin: en Roeland: ‘Studenten en medewerkers hebben andere belangen. Het is goed als je dat in de medezeggenschap terugziet.’

 

Is de democratie inmiddels beter geborgd dan vóór de Maagdenhuisbezetting van 2015?

Gerwin: ‘Medezeggenschap zo laag mogelijk in de organisatie leggen was eeb van de eisen van de protestbeweging. Afdelingen en opleidingscommissies hebben daardoor meer rechten gekregen. Maar er blijkt een groot verschil te zijn tussen de formele rechten en de uitvoering daarvan op een lager niveau. Wat een opleidingscommissie precies mag en kan en hoe de leden worden betaald, dat kan bijvoorbeeld per opleiding behoorlijk verschillen.’

Roeland: ‘Er moet meer interactie komen tussen de verschillende lagen van de medezeggenschap.’

 

Een van de eisen van de bezetters van het P.C. Hoofthuis was dat er sneller en meer werk moet worden gemaakt van diversiteit. Mee eens?

Roeland: ‘Diversiteit is belangrijk en daar moet je zorgvuldig mee omgaan. Misschien wordt er nu iets te zorgvuldig mee omgegaan, waardoor het lang duurt. Aan de andere kant: diversiteit vereist een cultuuromslag en dat bereik je niet van de ene op de andere dag. Andere universiteiten die als voorbeeld worden genomen, hebben er vaak ook jaren over gedaan.’

Gerwin: ‘We hebben nog een paar jaar te gaan voor de UvA echt een diverse organisatie is.’

‘Van de huisbankier van de UvA, de Deutsche Bank, moeten we zo snel mogelijk af’

Roeland, jullie willen nieuw beleid opstellen om seksuele intimidatie te voorkomen. Wat gaat er mis?

‘De CSR ontvangt af en toe een individuele klacht over seksuele intimidatie. Wij kunnen er als raad niets mee doen, maar we vernemen wel dat de huidige regeling via een klachtencommissie of via de vertrouwenspersoon niet helemaal voldoet. Je kunt formeel een klacht indienen, maar de drempel daarvoor is hoog en het kan niet anoniem. Vertrouwenspersonen zijn toegankelijker en uiteraard vertrouwelijk, maar die kunnen vervolgens vaak niet het probleem aanpakken. Wij kijken op dit moment naar andere universiteiten, ook buiten Nederland, op zoek naar oplossingen voor dit probleem.’

 

In de CSR zit ook een lid van de fractie Red UvA. Dat is een fractie die heeft aangegeven niet te willen participeren binnen de raad, maar het lid ontvangt wel een bestuursbeurs. Roeland, hoe sta je daar tegenover?

‘Een bestuursbeurs is bedoeld ter compensatie voor studievertraging. Dat is niet aan de orde als je geen werk doet voor de CSR. We hebben uitgezocht of we hier iets aan kunnen doen, maar dat kan niet. Het CSR-lid van Red UvA is democratisch gekozen en daar zit een bestuursbeurs aan vast. Wel is het zo dat CSR-leden ook nog participeren in deelcommissies waarvoor ze ook betaald krijgen. Het Red UvA-lid zit in geen enkele van die commissies en krijgt daarvoor dus ook niet betaald.’

 

Wat willen jullie de komende periode bereiken?

Roeland: ‘Wat mij betreft moet de CSR zich het komende jaar op drie belangrijke speerpunten richten: we willen de betrokkenheid van studenten vergroten, kritisch kijken naar studiesuccesmaatregelen en samen met de UvA een vergaande duurzaamheidsvisie opstellen. Om met dat laatste te beginnen: de UvA is nog lang niet duurzaam genoeg. Vergroening is één ding, maar duurzaamheid gaat bijvoorbeeld ook over fossiele brandstoffen en de vraag welke bank de huisbankier van de UvA is. Dat is nu Deutsche Bank, een bank die investeert in de wapenindustrie. Van die bank moeten we dus zo snel mogelijk af. Internationale studenten moeten beter worden geïntegreerd in de UvA-community, met name als het gaat om studieverenigingen.  Of de beschikbaarheid van Nederlandse taalcursussen. Ook daar gaan we ons voor inzetten.’

Gerwin: ‘Onderzoek en onderzoeksfinanciering, valorisatie en het feit dat onderzoekers eindeloos onderzoeksvoorstellen schrijven zonder veel kans dat die onderzoeken gefinancierd worden, dat moet echt veranderen. Werkdruk en vooral de vermindering daarvan staat natuurlijk bovenaan. Gemakkelijk op te lossen is dat niet, maar om te beginnen moet er meer geld uit Den Haag komen. Ook de UvA kan trouwens wat doen, want veel werkdruk komt voort uit slechte arbeidscontracten of aanstellingen. Laat de UvA eens beginnen met meer vierjaarcontracten, zodat mensen minder snel in de stress zitten over de verlenging van hun contract.’