‘Vrouwelijke bèta’s zijn even capabel als mannen, het probleem is ontmoediging’
De reden dat er zo weinig vrouwelijke bètawetenschappers zijn is dat ze minder capabel zijn. Die uitspraak zorgde ervoor dat de Italiaanse hoogleraar Alessandro Strumia vorige week werd geschorst door Cern. Ongeveer zestienhonderd wetenschappers, onder wie drieëndertig UvA’ers, ondertekenden een statement. Postdoc Felicia Kraus: ‘Er zitten toch echt minder vrouwen in de bètawetenschap vanwege discriminatie en ontmoediging.’
Hoogleraar natuurkunde Alessandro Strumia betoogde op een conferentie van onderzoeksinstituut Cern dat er minder vrouwen dan mannen in de theoretische natuurkunde werken, omdat vrouwen minder competent zijn. Deze uitspraak maakte veel los; Cern schorste Strumia en ruim tweehonderd natuurkundigen ondertekenden een statement, onder wie zeven UvA’ers. Postdoc Felicia Krauss van de bètafaculteit en het Anton Pannekoek Instituut voor Sterrenkunde wil met haar ondertekening laten zien dat ze het totaal niet eens is met Strumia.
Wat vindt u van de uitspraken van Alessandro Strumia?
‘Het is een erg vreemde mening. Toch geloven vrouwen soms ook zelf dat ze minder in staat zijn om bepaalde banen uit te voeren dan mannen. De wetenschappelijke referenties die Strumia in zijn betoog gebruikt kloppen niet. Het statement dat ik ondertekend heb laat de juiste referenties zien. Hieruit blijkt toch echt dat er minder vrouwen in de bètawetenschap zitten vanwege discriminatie en ontmoediging.’
Komt u binnen uw eigen onderzoeksafdeling mensen tegen die dezelfde mening als Strumia delen?
‘Op het Anton Pannekoek Instituut niet, maar verder kom ik weleens mensen tegen die hetzelfde denken als Strumia.’
Wat wilt u met uw ondertekening bereiken?
‘Ik hoop dat veel wetenschappers de uitspraken van Strumia niet ondersteunen en dat we nu met veel onderzoekers en hoogleraren een sterk statement neerzetten. Met dit statement wil ik bijvoorbeeld aan studenten laten zien dat ze altijd welkom zijn in ons vakgebied, ongeacht hun geslacht, geloof, cultuur, afkomst enzovoort. Dat ze altijd bij me terecht kunnen; dat ik en andere stafleden van het Anton Pannekoek Instituut studenten kunnen ondersteunen waar nodig, bijvoorbeeld bij het indienen van een officiële klacht of het opzoeken van legale hulp.’
Strumia vindt dat vrouwen voorgetrokken worden in de wetenschap. Hoe kijkt u zelf tegen bevorderingsmiddelen voor vrouwen in de wetenschap aan, zoals vrouwenprijzen?
‘Het is goed dat dit soort prijzen er zijn voor vrouwen, maar dan moet zo’n prijs wel altijd oprecht zijn. Het helpt niet echt dat vrouwen vrouwenprijzen kunnen winnen als de bijdrage van vrouwen bij "standaardprijzen" genegeerd blijft worden. Aan de andere kant denk ik wel weer dat het helpt als verschillende vrouwen op een gegeven moment veel prijzen hebben gewonnen. Dat het dan normaal wordt dat een vrouw een prijs verdient.’
Wat bedoelt u met ‘normaal’?
‘Nu is het vaak zo dat de media wanneer een vrouwelijke wetenschapper een prijs krijgt schrijft: ‘een vrouw’ heeft een prijs gewonnen. Maar als een man een prijs binnenhaalt, wordt er gewoon geschreven ‘wetenschapper X’ heeft deze prijs gewonnen. Het wordt echt onderstreept dat een vrouw een prijs wint; dat vrouwen prijzen binnenhalen vinden we blijkbaar nog niet normaal. Bij interviews wordt dan ook meer gesproken over hoe een vrouw werk combineert met een gezin. Alleen bij vrouwen wordt er naar hun persoonlijke leven gevraagd. Dit is niet zo bij mannen.’
