Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Joost Evers (Anefo)
actueel

Folia 70: De bezetting van het Maagdenhuis van uur tot uur

Dirk Wolthekker,
11 oktober 2018 - 07:28

Folia bestaat 70 jaar. Deze maand blikken we dagelijks terug met een artikel uit ons archief. Vandaag: de Maagdenhuisbezetting van mei 1969. ‘Weldra hadden de studenten de beschikking over belangrijke stukken als begrotingen, benoemingsvoordrachten en sollicitatiebrieven.’

De bezetting van uur tot uur

24 mei 1969

 

De kranten, radio en t.v. hebben in zeer ruime mate aandacht besteed aan de bezetting (of ‘bevrijding’) van het Maagdenhuis. De redactie van Folia heeft getracht een zo volledig mogelijk beeld van alle gebeurtenissen te geven. Hieronder volgt een nagenoeg chronologische beschrijving. Bij het sluiten van de kopij (dinsdagmorgen) duurde de bezetting nog voort.

Foto: Joost Evers (Anefo)
Asva-voorzitter Johan Middendorp verlaat het Maagdenhuis deel 1

Vier- tot vijfhonderd studenten hebben vrijdagavond 16 mei om half tien het Maagdenhuis bezet. Een kleine groep, autonoom reagerend, zoals de Asva zegt, slaagde erin via een van de niet gebarricadeerde ramen aan de achterkant van het gebouw binnen te komen. Zij zetten de ramen aan de voorzijde open, waarna het grootste deel van de in de aula aanwezige studenten naar binnen stroomde. Toen het hoofd van het Bureau Voorlichting, de heer Ph. Fahrenfort, rector magnificus Belinfante daarvan in kennis stelde, bleek deze al door een in het gebouw aanwezige rechercheur te zijn gewaarschuwd. Daarop gingen de universitaire autoriteiten in conferentie met de hoofdcommissaris van politie over de te nemen maatregelen.

 

Onthullingen

In het Maagdenhuis werden de tot dan toe in de aula gevoerde activiteiten voortgezet.

Foto: Joost Evers (Anefo)
Asva-voorzitter Johan Middendorp verlaat het Maagdenhuis deel 2

Onder leiding van Frank Jaap Buijs en Paul Verheij, beiden oud-Asva-bestuurslid, werden een ordedienst, een eetdienst en een schoonmaakdienst opgezet. Het nieuwe faculteitenblad De Poorter bracht in snel tempo gefotokopieerde extra-bulletins in omloop met de laatste berichten. Weldra hadden de studenten de beschikking over belangrijke stukken als begrotingen, benoemingsvoordrachten en sollicitatiebrieven, dossiers, en stukken over de B.V.D. Ze werden gekopieerd en via een waslijntje naar buiten gebracht. De stukken werden door ingewijde studenten ‘onthullend’ genoemd. Ook de kluis kregen de studenten open.

 

‘Hallo, hallo, hier spreekt professor Belinfante’

Half twee verscheen een viertal overvalwagens. Agenten te paard namen plaats voor het Maagdenhuis en het Spui werd met dranghekken afgezet.

Foto: Joost Evers (Anefo)
Asva-voorzitter Johan Middendorp verlaat het Maagdenhuis deel 3

Rector magnificus Belinfante las vanuit de commandowagen een korte oproep voor. ‘Hallo, hallo. Hier spreekt professor Belinfante, uw rector magnificus. Zoals u bekend is, is een bezetting van het Maagdenhuis onaanvaardbaar. Ik verzoek u daarom het gebouw te verlaten. Anders zult u de gevolgen zelf moeten dragen.’ De studenten reageerden met een luid gejoel. Namens de bezetters vroeg Paul Verheij prof. Belinfante via het raam binnen te komen, om met de studenten over hun eisen te komen praten.

 

Correspondentie

Laat in de avond van de eerste bezettingsdag werd nog een plenaire vergadering gehouden. Er werd een gedeeltelijk verslag gegeven van wat de commissie die de archieven onderzocht zoal gevonden had. In een brief van minister Veringa aan het bestuur van de universiteit van Amsterdam d.d. 16 april 1969 staat onder meer over de inspraak van het personeel: ‘Ik ben van mening dat het uitoefenen van inspraak niet tot de competentie hoort van het personeel.’

Huib Riethof concludeerde dat de bezetting van het Maagdenhuis ‘alleen al gerechtvaardigd is door in de correspondentie te zien wat de gezagdragers denken’

Verder werd gevonden een stuk van professor Belinfante aan de rectoren van de Nederlandse universiteiten, waarin hij onder meer zegt: ‘Ik vind het gevaarlijk democratie als uitgangspunt te nemen, zeker als men die definieert dat de bevoegdheid en verantwoordelijkheid niet wordt opgevat als van bovenaf ingeplant, maar als in de gemeenschap gegrond en van haar uit toegekend.’ Verderop zegt hij: ‘Hoe kan men nu interne democratisering bevorderen van een naar de eisen van externe democratie hiërarchisch werkend bestuur? Door aan belanghebbenden een niet de doorslag gevende invloed te geven. Dat kan zijn in de vorm van meestemmen in minderheidspositie of van adviseren.’

 

Verder werden onder meer nog gevonden een nota van pro-rector prof. Wiegersma: Veronderstellingen betreffende de achtergronden van de ‘onrust onder studenten’ en uitvoerige richtlijnen voor ‘het opvangen van de gevolgen van onrust onder de studenten’. Huib Riethof concludeerde dat de bezetting van het Maagdenhuis ‘alleen al gerechtvaardigd is door in de correspondentie te zien wat de gezagdragers denken’.

‘Thuisgekomen vertelde mijn vrouw: ga maar eens naar het Spui want er is iets aan de hand’

6-0

Prof. Van der Woude (U.B.): ‘Bij de bezetting van de U.B. zaterdag was ik niet aanwezig. Ik was bij de voetbalwedstrijd U.B. Amsterdam-U.B. Utrecht (die wij overigens met 6-0 hebben gewonnen). Thuisgekomen vertelde mijn vrouw: ga maar eens naar het Spui want er is iets aan de hand. Daar aangekomen vroeg ik de studenten weg te gaan want om één uur sluit de U.B. Zij zeiden dat de U.B gebruikt zou worden om de doorgang naar het Maagdenhuis open te houden en dat men dus niet zou weggaan. Toen zei ik: als jullie dan de zaak bezet hebben, dan wil ik wel graag dat er niets met de kostbare verzamelingen en met de administratie gebeurt. Er zijn namelijk een aantal ruimten, die van de brandweer niet afgesloten mogen worden. De studenten hebben toen een ordedienst ingesteld en ik moet zeggen: die functioneert goed. Ik heb met de bezettende macht afgesproken dat de bibliotheek tussen 11 uur 's avonds en 7 uur ‘s morgens gesloten zou zijn.’

 

Over de politie die hij de deur wees: ‘De hal was tjokvol mensen die, nou ja, je weet hoe dat gaat allemaal, antipolitie zijn. Toen stonden er in eens 20 agenten in de voorhal. Verder konden ze niet komen. Ik werd erbij geroepen. Zij vertelden dat een van hun collega’s in burger binnen in moeilijkheden zou zijn. Ik heb hen gerustgesteld en er de volle verantwoordelijkheid voor op me genomen. Toen ik hen verzocht te gaan hebben zij er onmiddellijk gevolg aan gegeven.’