Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Daniël Rommens
actueel

Rekenkamer: 14 procent UvA-voorinvesteringen was daadwerkelijk voorinvestering

Dirk Wolthekker,
18 mei 2018 - 10:03

In een gelekt rapport van de Algemene Rekenkamer staat dat de UvA slechts 14 procent van de voorinvesteringen vooruitlopend het studievoorschot daadwerkelijk investeerde in onderwijsgerelateerde zaken in de jaren 2015-2017. Van meer dan driekwart (77 procent) van het bedrag dat de UvA toezegde te investeren in de periode 2015-2017 is onbekend of het een investering was in het kader van de voorinvesteringen studievoorschot.

Dit blijkt uit de Definitieve nota van bevindingen Universiteiten van Amsterdam van een rapport van Algemene Rekenkamer dat via UvAleaks is gelekt. In deze nota van de Algemene Rekenkamer is gedetailleerd en per faculteit beschreven hoe de UvA de voorinvesteringen, in totaal 12,9 miljoen euro tussen 2015 en 2017, heeft besteed of zou besteden.

 

Van dit totaalbedrag is 1,8 miljoen (14 procent) daadwerkelijk besteed aan uitgaven in het kader van de voorinvesteringen; 0,3 miljoen (2 procent) had niets te maken met de voorinvesteringen en 0,8 miljoen (6 procent) had deels te maken met de voorinvesteringen. Van meer dan driekwart van de gedane uitgaven oordeelde de rekenkamer dat het onbekend is of dit uitgaven in het kader van de voorinvesteringen waren.

 

Lees verder onder het diagram.

1 miljard

De voorinvesteringen zijn een uitvloeisel van invoering van het leenstelsel. Daar was een ‘besparing’ mee gemoeid die volgens de minister zou oplopend tot maximaal 1 miljard euroDe Vereniging van Universiteiten bestrijdt dat, zij komt tot ongeveer 600 miljoen euro., dat zou terugvloeien naar universiteiten en hogescholen die daarmee in ‘beter en uitdagender’ onderwijs konden investeren. Aangezien dat geld pas over een aantal jaar binnenkomt, beloofden de universiteiten en hogescholen de eerste jaren uit hun eigen reserves te investeren. Dat zijn de zogenoemde voorinvesteringen.

‘Alle 12 miljoen aan voorinvesteringen komen ten goede aan de onderwijskwaliteit’

De UvA liet de Algemene Rekenkamer weten tussen 2015 en 2017 het eerder genoemde bedrag van 12,9 miljoen euro te ‘voorinvesteren’, verdeeld over alle faculteiten en het AUC. De Algemene Rekenkamer ging vervolgens in het najaar van 2016 aan de slag om te checken waar de instellingen hun voorinvestering aan hadden uitgeven of nog zouden uitgeven. Een bonte stoet aan al dan niet gerealiseerde plannen passeerde de revue, maar van een groot aantal daarvan kon de Algemene Rekenkamer geen chocola maken. Althans: volgens de staatscontroleurs voldeden veel plannen niet aan de criteria van de voorinvesteringen, of werd er geld uitgegeven voor plannen die pas later zouden worden gerealiseerd.

 

Over nieuwe bachelor-tracks bij rechten (investering 57.000 euro) schrijft de Rekenkamer bijvoorbeeld: ‘De nieuwe minoren worden voor het eerst aangeboden in 2018/2019. Daarmee voldoen ze niet aan het criterium dat het in 2015-2017 moet bijdragen aan de kwaliteit van het onderwijs.’ En zo zijn er nog veel meer posten die niet aan de criteria voldeden. Overigens bestaat er onenigheid over wat die criteria precies zijn, de UvA en andere universiteiten vinden dat de Rekenkamer de criteria te strikt uitlegt.

 

Traag

De UvA laat via een woordvoerder weten dat ‘alle 12 miljoen aan voorinvesteringen ten goede komen aan de onderwijskwaliteit’. Hierover is ‘afstemming’ geweest met de studentenraden. Wel zegt de woordvoerder dat er in 2015 middelen zijn aangewezen voor kwaliteitsdoelen ‘die niet vooraf waren benoemd als voorinvestering’ omdat de afspraak hierover met de Vereniging van Universiteiten en het ministerie van OCW pas na het gereedkomen van de begroting voor 2015 is gemaakt. Ook zegt de woordvoerder dat de bestedingen ‘niet snel’ op gang zijn gekomen. ‘Dit komt onder meer door de tijd die nodig was om met de verschillende facultaire studentenraden tot afstemming over de inzet van de middelen te komen.’