Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Bram Belloni
actueel

Amade M’Charek wil een waardige begraafplaats voor overleden vluchtelingen

Marleen Hoebe,
9 april 2018 - 11:46

Nog iedere dag sterven vluchtelingen op de Middellandse Zee. Het viel UvA-hoogleraar Amade M’charek op dat niemand zich afvraagt wie deze mensen eigenlijk zijn. Ze wil hier verandering in brengen en begint daarmee in het Tunesische stadje Zarzis, waar ze oorspronkelijk vandaan komt. ‘Elk jaar spoelen hier nog honderd lichamen op het strand aan, maar die worden niet geïdentificeerd.’

Vanaf 2014 is Amade M’charek, hoogleraar antropologie van de wetenschap, bezig met haar onderzoek naar de rol van ras in de forensische praktijk. Ze onderzoekt hoe je een gezicht kunt geven aan onbekende verdachten of slachtoffers met behulp van forensische techniekenM’Charek voert dit onderzoek uit dankzij een beurs van de European Research Council (ERC). Op de site van de ERC kun je daar meer over lezen., zoals het gebruik van DNA. Aangezien het concept ras zo complex is, vindt ze het belangrijk om deze technieken ook buiten het veld van politie en justitie te onderzoeken, zegt ze. Zo kwam ze terecht bij het thema migratie.

 

‘Op televisie waren al die boten met vluchtelingen te zien. En beelden van lichamen die op het strand aanspoelden,’ vertelt M’charek. ‘Wat mij opviel was dat niemand zich afvroeg wie deze mensen zijn. Vanuit de politiek is hier geen interesse voor; er is een gebrek aan prioriteit en geld.’ Ze ontdekte dat ook in het Tunesische Zarzis, waar ze zelf vandaan komt, stoffelijke overschotten aanspoelden. ‘Toen had ik echt het gevoel dat het zo moest zijn, dat ik hier iets mee moest gaan doen,’ zegt ze.

‘De begraafplaats bestaat uit een lapje grond op een voormalige vuilstort. Na het regenseizoen kun je de botten zien liggen’

Begraven op vuilstort
Ze ging naar Zarzis in het zuidoosten van Tunesië om het daar te verkennen en met iedereen te spreken die in aanraking komt met de lichamen. M’charek: ‘Zo sprak ik met de vissers van Zarzis. Zij zijn heel ervaren met de zee en komen de lichamen regelmatig tegen. De aangespoelde lichamen zijn daar onderdeel van het dagelijks leven. Hier vind ik het zelf veel moeilijker om het allemaal te bevatten.’

 

In Zarzis zag ze wat er met de lichamen werd gedaan. Die worden niet geïdentificeerd, maar direct naar de begraafplaats gebracht. Ze was er zelf bij toen een jongetje van zes of zeven jaar oud werd begraven. ‘De begraafplaats bestaat uit een lapje grond op een voormalige vuilstort,’ legt ze uit. ‘Het is een heel klein stukje waar nu vierhonderd mensen begraven liggen. Het is onderhand wel een massagraf te noemen. In november was ik er weer, en na het regenseizoen konden we de botjes zien liggen van het jongetje dat was begraven.’

 

M’charek vindt dat er een fatsoenlijke begraafplaats moet komen en heeft daarom in januari met de gouverneur in Zarzis gesproken. ‘Hij vertelde dat hij zich diep schaamt voor deze situatie, maar niet de middelen heeft om dit aan te pakken,’ zegt M’charek. ‘We hebben daar besproken dat het mogelijk zou zijn om in Nederland een geldinzamelactie te starten om de begraafplaats te helpen realiseren.’

Foto: Gürkan Sengün (cc, via Wikimedia Commons)
Het strand bij Zarzis

Identificatie
Vorige week is M’charek begonnen met de geldinzameling. Maar ze blijft het een lastige situatie vinden. ‘Ik wil niet als rijke migrant overkomen die daar even de boel komt aanpakken,’ aldus M’charek. ‘Veel van dit soort projecten zijn eerder mislukt.’

 

Eerst wil ze via crowdfunding geld ophalen voor een goede begraafplaats. Uiteindelijk wil ze dat er een registratiesysteem komt en dat dit door organisaties ter plekke wordt aangepakt, zoals door de Rode Halve MaanbewegingDat is de islamitische variant van het Rode Kruis. ‘Er moeten foto’s van de lichamen en kleding worden gemaakt,’ vertelt ze. ‘Verder moet er geregistreerd worden wat mensen bij zich droegen en wanneer ze zijn gevonden. Als laatste moet er een monster worden afgenomen voor toekomstig DNA-onderzoek. Op dit moment heb je nog weinig aan een DNA-database. Het is niet de eerste prioriteit. Op basis van DNA heb je namelijk geen idee waar iemand vandaan komt, omdat je geen referentiemateriaal hebt. Er is nog te weinig onderzoek gedaan naar Sub-Sahara-Afrika of Syrië.’

 

Het is überhaupt niet gemakkelijk om de drenkelingen te identificeren. M'charek: ‘Je kunt weinig afleiden van het uiterlijk, omdat de lichamen al lang in zee hebben gelegen. Soms spoelen er alleen ledematen aan, dat maakt het lastig voor een patholoog-anatoom. Maar als een boot met een paar overlevenden aanmeert en die vertellen waar ze vandaan komen, dan weet je wel meer.’

‘Je kunt weinig afleiden van het uiterlijk, omdat de lichamen al lang in zee hebben gelegen. En soms spoelen er alleen ledematen aan’

Privacy
Voor het registratiesysteem wil M’charek verder contact opnemen met de International Commission on Missing Persons (ICMP) in Den Haag. ‘Zij weten veel over identificatie en over het waarborgen van de privacy. Die identificatiegegevens moeten niet zomaar bij de politie terechtkomen. Maar via social media moeten nabestaanden wel toegang krijgen tot de foto’s van kleding, om te kijken of die van de personen zijn die zij zoeken.’

 

M’charek vindt het belangrijk om dit project in Zarzis ter plekke in de gaten te houden. ‘Ik wil erop toezien dat onze doelstelling behaald wordt,’ zegt ze. ‘Iedereen die in Zarzis betrokken is bij de lichamen, zoals bijvoorbeeld de vuilnismannen die worden opgeroepen om te helpen bij het begraven van de lichamen, vindt het belangrijk dat er een goede begraafplaats komt.’ Die begraafplaats is ook nodig, omdat er nog steeds veel lichamen aanspoelen. ‘Per jaar spoelen hier nog honderd lichamen aan. In mei en juni zullen weer meer lichamen aanspoelen, want dan draait de wind.’

 

Op de website van Stichting Drowned Migrant Cemetery kun je meer lezen over het project en doneren.