Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Jeroen Oerlemans (UvA)
actueel

‘Je moet studenten benaderen als aankomend wetenschappers’

Sterre van der Hee,
5 april 2018 - 13:22

Wie wordt UvA’s Docent van het Jaar? Folia sprak vast met alle faculteitswinnaars. Vandaag: Maarten Pieter Schinkel, hoogleraar economie bij Faculteit Economie & Bedrijfskunde en co-directeur van het Amsterdam Center for Law & Economics. ‘Mijn vak was een soort theaterproductie.’

Maarten Pieter Schinkel (46), hoogleraar economie en recht, geeft sinds dit jaar het vak Principles of Economics and Business, dat wegens de grootte – meer dan 1.500 studenten – in het Koninklijk Theater Carré en het DeLaMar Theater plaatsvindt. Hij ontwikkelde en coördineerde het nieuwe vak. ‘Qua organisatie was het een soort theaterproductie.’

 

Daarnaast geeft hij ook gespecialiseerde mastervakken in mededingingsbeleid, jaarlijks voor plusminus dertig studenten in de master Markets & Regulation die hij coördineert. Tevens doet hij onderzoek, onder andere naar kartels in de bancaire sector, Libor, sustainable production, en het institutioneel ontwerp van toezichthouders. Schinkel treedt ook regelmatig op als getuige-deskundige in kartelschadezaken.


Het is niet de eerste keer dat Schinkel een onderwijsprijs wint: begin dit jaar kreeg hij de Van der Schroeffprijs 2017, voor de beste docent bij de Faculteit Economie & Bedrijfskunde, en ook eerder, in Maastricht, werd hij verkozen tot beste docent. ‘Ik vind het leuk om over mijn vakgebied te vertellen,’ zegt hij, ‘en ik leer zelf veel bij als ik mijn colleges voorbereid. Voor Principles heb ik ook nieuwe zaken uit de bedrijfskunde bestudeerd, erg interessant.’

 

De video van het vak Prinicples of Economics and Business.

‘Als studenten op Facebook zitten: their loss, dat moeten ze zelf weten’

Bij zijn vak Principles, waarin ook diverse prominente hoogleraren optreden, krijgen eerstejaars een basis in de (bedrijfs)economie en bedrijfskunde. Schinkel gebruikt een ‘hip’ Amerikaans tekstboek en ‘topartikelen uit het vakgebied’, en geeft wekelijks voorbeelden van economische problemen: prijsdiscriminatie door Uber, liberalisering van de Amerikaanse marihuanamarkt, de rol van credit rating agencies in de kredietcrisis. ‘Ik vind: economie is een maatschappijwetenschap. Eerstejaars leren hier wat ze kunnen verwachten in hun studie, en doen inspiratie op voor eigen keuzes in de ontwikkeling van hun maatschappijvisie en toekomstig onderzoek.’

De koppeling tussen onderwijs en onderzoek is daarbij ‘essentieel’, zegt hij. ‘Dat is het idee van de universiteit: studenten kijken mee over de schouder van hun professoren. Het zijn in principe aankomend wetenschappers, en zo benader ik ze dan ook. Een goede docent geeft de studenten richting en context.’ En als ze minder gemotiveerd zijn? ‘Dat is hun probleem. Ik heb totaal geen geduld met mails over zaken die je ook in de syllabus kunt lezen. Ik leg graag enthousiast uit, maar studeren is hun verantwoordelijkheid.’

Schinkel hoopt vooral dat zijn studenten het belang van economie gaan inzien. ‘In de maatschappij gaat veel fout door economische inefficiëntie. Dit vakgebied is leuk, maar ook superbelangrijk.’

Foto: Oikonomia
Maarten Pieter Schinkel

De keuzes van Maarten Pieter Schinkel 

 

Engels of Nederlands?
‘Engels. Economie is een internationaal vakgebied met veel internationale studenten.’

Voorbereiden of improviseren?
‘Improviseren, maar voorbereiding is essentieel. Ik besteed veel aandacht aan goede slides, al dwaal ik weleens af. Zijn studenten geïnteresseerd in de plofkip, dan vertel ik daar iets over.’

Eerstejaars- of masterstudenten?
‘Masterstudenten. Masteronderzoek is uitdagender. Maar eerstejaars zijn ook prachtig: er zitten heel intelligente en gemotiveerde studenten tussen. Ik hoop dan dat ze naar mijn master komen.’

Onderzoek doen of lesgeven?
‘Onderzoek doen. Lesgeven aan de universiteit is niet heel zonder onderzoek – dat is het Humboldtsches Bildungsideal. Onderzoek is daarbij de beste collegevoorbereiding.’

Laptops of pen en papier?
‘Mag allebei, want beiden zijn nuttig. Het zijn volwassen mensen – ik ga ervan uit dat ze niet op Facebook zitten tijdens het college. Doen ze dat toch, their loss: dan missen ze wat en dat moeten ze zelf weten.’