Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Emily de Klerk
actueel

‘Onderwijs is prima, maar met goed onderzoek kun je meer betekenen’

Sterre van der Hee,
9 april 2018 - 14:41

Wie wordt UvA’s Docent van het Jaar? Folia sprak vast met alle faculteitswinnaars. Vandaag: Paul Boersma, hoogleraar fonetische wetenschappen bij de Faculteit der Geesteswetenschappen. ‘Studenten mogen mij met de voornaam aanspreken, maar dat doen ze minder nu ik wat ouder word.’

Paul Boersma (58) is hoogleraar fonetische wetenschappen aan de UvA. Sinds 1993 geeft hij college – aanvankelijk aan zo’n drie studenten, maar inmiddels aan zeker vijftig eerstejaars. Verder deed hij vooral onderzoek: zo ontwikkelde hij met collega-onderzoeker David Weenink het open source computerprogramma Praat, waarmee onderzoekers spraak kunnen analyseren. 

 

Studenten kozen Boersma in de Docent van het Jaar-verkiezing als faculteitswinnaar van de Faculteit der Geesteswetenschappen. Ze noemden hem ‘duidelijk in zijn uitleg’, ‘vol passie en humor’ en stellen dat hij ‘altijd bereid is om te helpen’. Murat Aydemir, docent bij Literatuurwetenschap, stond op de tweede plaats. De derde plek was voor Matthijs Lok van de capaciteitsgroep Europese studies.

‘Ik vind college geven prima, maar met goed onderzoek kun je meer betekenen voor de wereld’

Het leuke aan college geven is dat je ziet dat studenten vooruitgaan, zegt hij. ‘Wij zijn best ambitieus in het onderwijs. Bij het vak transcriptie moeten studenten bijvoorbeeld de klanken van alle talen wereldwijd kunnen spreken en verstaan. Soms denken ze: help, dat kan ik niet. Uiteindelijk kunnen ze toch veel meer dan in het begin, soms zelfs zonder het te weten.’

 

Een goede docent moet vooral aansluiten bij de studenten, zegt Boersma. ‘Ik zie vaak colleges met een powerpointpresentatie, waarbij die presentatie alle stappen in het college bepaalt. Dat vind ik onflexibel.’ Bij fonetiek is het makkelijk variëren, zegt hij. ‘We kunnen spraak opnemen, weergeven, illustraties laten zien. En je moet natuurlijk altijd veel persoonlijke feedback geven.’

 

Boersma hoopt dat zijn studenten leren uit te dragen dat taal niet zo statisch in elkaar zit als vaak gedacht wordt. ‘Er zijn een hoop mythes: dat het slecht zou zijn om dialect te spreken, dat de Nederlandse taal zou verloederen, enzovoorts. Het zou mooi zijn als mijn studenten zulke ideeën kunnen weerleggen door te wijzen op wat er in onze taal en in andere talen de afgelopen eeuwen al gebeurd is.’

  

De keuzes van Paul Boersma 

 

Formeel of informeel?

‘Ik geef informeel les. Studenten mogen mij met de voornaam aanspreken, al doen ze dat minder nu ik wat ouder word.’

Engels of Nederlands?

‘Nederlands. Een stuk makkelijker. Tegenwoordig is veel in het Engels, maar dat is ook oké.’

 

Lesgeven of onderzoek doen?

‘Onderzoek doen. Ik ga dit jaar voor de tweede keer een ERC Advanced Grant aanvragen – als ik die krijg, ben ik vijf jaar met onderzoek bezig. Ik vind lesgeven prima, maar met goed onderzoek kun je meer betekenen voor de wereld.’

 

Voorbereiden of improviseren?

‘Improviseren. Een minimaal aantal van tevoren vastgelegde zaken moeten natuurlijk in de les aan bod komen, maar het is goed als studenten de les verder sturen door te komen met problemen die ik kan verhelderen.’

 

Laptop of notitieblok?

‘Dat hangt van het vak af. Ik ben niet tegen laptops, tenzij studenten gaan Facebooken. Maar steeds vaker zie ik gelukkig dat ze toch hun notitieblok gebruiken; dat werkt in ons vakgebied toch beter, want je notities bestaan dan niet alleen uit tekst maar ook uit behulpzame tekeningetjes.’