UvA’ers krijgen heel veel Vici-beurzen en niemand weet waarom
Maar liefst 11 van de 35 Vici-beurzen die de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) vorige week uitdeelde gingen naar UvA’ers. Dat is veel meer dan in recente jaren en veel meer dan wetenschappers van andere universiteiten kregen. Het is gissen naar een oorzaak.
David Amodio, Sarah Bracke, Ulle Endriss, Brite Forstmann, Geert Janssen, Joeri van Leeuwen, Willem Mulder, Geertjan Overbeek, Rogier Sander, Göran Sluiter en Noam Zelcer – allen kregen ze vrijdag heuglijk nieuws. Hun aanvraag voor een Vici-beurs van anderhalf miljoen euro, één van de grootste persoonsgebonden onderzoekssubsidies van Nederland, was gehonoreerd.
Naast deze elf UvA’ers kregen nog eens 24 Nederlandse wetenschappers zo’n beurs waarmee ze de komende vijf jaren een onderzoek kunnen uitvoeren met een eigen onderzoeksgroep. Bijna een derde van de beurzen ging dus naar de UvA, terwijl slechts ongeveer 1 op de 9 universitaire wetenschappers in Nederland aan de UvA werkt. Hoe kan dat?
Geluk of toeval
De NWO heeft er geen verklaring voor, zegt woordvoerder Tessa van Leeuwen. ‘Hoe dit kan, weet ik niet,’ zegt ze. Toch ziet ze ook dat de UvA opvallend goed scoort. De goede score werd in ieder geval niet veroorzaakt doordat heel veel UvA-onderzoekers een beurs aanvroegen, laat Van Leeuwen weten. Het honoreringspercentage van de aanvragen was bij de UvA met ongeveer 35,5 procent een stuk hoger dan het landelijk gemiddelde van 17 procent.
‘Of het is geluk of toeval, of het gaat beter met de universiteit, of de begeleiding bij het aanvragen van beurzen is verbeterd,’ gist Van Leeuwen. Ze benadrukt wel dat het gaat om individuele beurzen. ‘De UvA heeft niet goed gescoord, de afzonderlijke UvA-onderzoekers hebben goed gescoord.’
Niets anders gedaan
Ook de universiteit zelf ziet geen eenduidige aanleiding voor het plotselinge succes van haar onderzoekers. ‘Wij hebben geen verklaring voor het hoge honoreringspercentage bij UvA’ers,’ zegt woordvoerder Kim Janssen. ‘Voor zover wij weten hebben de onderzoekers niets anders gedaan dan gewoonlijk. Misschien waren het gewoon goede aanvragen.’
