Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Joost Dekkers
actueel

De UvA'ers van het jaar 2017: het vijftal dat de wet wilde veranderen

Sterre van der Hee,
13 december 2017 - 11:13

Dit jaar beklimmen de ‘sleepwet-studenten’ het UvA-erepodium: zij wisten een referendum over de ‘aftapwet’ te realiseren. Daar moest de studie en het sociale leven tijdelijk voor wijken. ‘De wet ondermijnt de vrijheid van meningsuiting. Als je aan privacy morrelt, brokkelt de basis van de maatschappij af.'

Je hebt studenten die, gewoon, studeren. Je hebt actieve studenten, die zich inzetten voor een studie- of studentenvereniging. Én je hebt studenten die, naast hun studie, ook nog even de Nederlandse wet willen veranderen. De UvA-bètastudenten Luca van der Kamp (22, Master of Logic), Marlou Gijzen (23, Master of Logic), Tijn de Vos (20, wiskunde), Nina Boelsums (22, Industrial Design) en promovendus Joran van Apeldoorn (23, Quantum Computing) verzamelden 407.582 handtekeningen voor een referendum over de ‘sleepwet’. 

 

De vijf UvA-bètastudenten – of preciezer: vier studenten, één promovendus – die in augustus het referendum over de in juli aangenomen ‘sleepwet’ initieerden, hadden vooraf niet écht verwacht dat het zou lukken. Of in elk geval: niet zo snel. ‘Het leek vooraf vooral zonde om niets te doen,’ zeiden ze eerder in Folia. ‘Maar tienduizend handtekeningen is al heel veel.’ In twee maanden waren de benodigde 300.000 formulieren binnen, verzameld via www.sleepwet.nl.  

 

Niet verwonderlijk, achteraf bezien: deze studenten waren boos. Boos op de ‘sleepwet’: de vernieuwde Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten, waarmee de diensten meer bevoegdheden krijgen, zoals het hacken van apparaten, het uitwisselen van informatie met buitenlandse diensten of het inzetten van 'sleepnetten', waarmee communicatie van niet-verdachte burgers kan worden uitgelezen.

‘Als je 24 uur niet slaapt, kán je niet meer’

‘Het doet denken aan Das Leben der Anderen [een Duitse film over de DDR, red.],’ vinden ze ‘De wet ondermijnt de vrijheid van meningsuiting. Het is naar dat je kunt worden afgeluisterd. Als je aan privacy morrelt, brokkelt de basis van de maatschappij af.’ En wat als er opeens een andere regering komt, vragen ze zich af. 'Die gebruikt de gegevens wellicht voor andere doeleinden.'   

 

Servers overeind houden 

Leuk, dat idealisme, maar om de 300.000 handtekeningen te verzamelen, moesten ze de studenten ook gewoon héél hard werken. Ze vergaderden ’s avonds (of ’s nachts), schreven organisaties aan, updateten hun website, regelden flyeracties met vrijwilligers, stuurden vliegtuigjes met spandoeken de lucht in en stonden – steeds meer – media te woord. Plots was college een bijzaak, net als sociaal contact. ‘Onze oude vrienden-appgroep is in augustus overleden. Vijf mensen zijn toen héél hard gaan werken.’ Ook borrels schoven ze aan de kant: geen tijd. Op één biertje na, backstage bij RTL Late Night. ‘Als je 24 uur niet slaapt, kán je niet meer’ - iets dat veel studenten wellicht wél zullen herkennen. 

 

 

Ja, ze zijn best ‘maatschappelijk betrokken bèta’s,’ zeggen ze zelf. Ze houden van discussie, van politiek, zitten bij de studievereniging of de studentenraad, en begeven zich ‘ook af en toe búiten de Science Park-bubbel’. En als ze zich vastbijten, bijten ze zich vast. Zo zitten Luca en Joran op een late zondagavond, als het Zondag met Lubach-item over de sleepwet wordt uitgezonden, urenlang op het Science Park om de servers in de lucht te houden. Ruim een week later, op 9 oktober, was het referendum een feit. Uiteindelijk verzamelden de studenten 407.582 handtekeningen. Dat is – of je het thema nou steunt of niet – een knappe prestatie te noemen.

 

Wat er nu gebeurt, is onduidelijk. Eind oktober zeiden het CDA, de VVD en de ChristenUnie in de Volkskrant dat zij een ‘nee’ bij het referendum zouden negeren. Onze studenten waren ‘wel wat gefrustreerd’ over het nieuws, maar zeiden zich ook vooral te willen richten op het referendum, dat op 21 maart – tegelijk met de gemeenteraadsverkiezingen – moet plaatsvinden. Het debat is uiteindelijk het belangrijkste, besluiten ze. ‘Dit onderwerp is te weinig in de media geweest. Nu weten veel meer mensen ervan. De wet wordt in elk geval niet achter onze rug doorgevoerd.’