Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: René Gerritsen
actueel

UvA-hoogleraar Marijke Gnade graaft al veertig jaar naar Satricum

Dirk Wolthekker,
2 november 2017 - 13:12

Weinig Italiaanse dorpen draaien zo op Nederlandse wetenschappers als het dorp Le Ferriere, in de provincie Latina, tussen Rome en Napels. Elke zomer trekt archeoloog Marijke Gnade er met haar studenten heen. ‘Als een graf half onder de wijngaard ligt, dan vraag ik Santarelli een paar wijnstokken te verwijderen. Dat doet hij direct.’

Het is loeiend heet in Centraal-Italië. Een werkdag begint dus vroeg in het dorpje Borgo Le Ferriere, in de provincie Latina, zestig kilometer ten zuiden van Rome, vlakbij de kuststad Nettuno. In de Casale del Giglio – het Huis van de Lelie – op het wijngoed van Antonio Santarelli gaat de wekker al om vijf uur. Het huis van Santarelli telt meerdere eenvoudige kamers die door professoressa Marijke Gnade van de UvA mogen worden gebruikt als gastenkamer voor UvA-bezoekers die een kijkje komen nemen op het landgoed waar Gnade archeologisch veldwerk verricht. Uitslapen is er dan niet bij: Marijke Gnade is streng voor haar studenten, maar ook voor haar bezoekers en dat betekent gewoon om halfzes present zijn bij de ‘put’ waar zij en haar studenten – rond de vijfentwintig – elke zomer opnieuw zes weken lang de brandende zon trotseren en vrijwel zonder beschutting met spades, pikhouwelen en troffels laagje voor laagje zand, tuf of klei afgraven.

 

(Tekst loopt door onder het kaartje met de exacte locatie van de opgraving)

 

 

Voorzichtig scheppend, zodat er zo weinig mogelijk beschadigd wordt van de restanten van de antieke stad Satricum, die tussen 900 en 450 voor Christus tot grote bloei kwam en waarvan nu nog slechts ondergrondse restanten over zijn. Als moeder-overste en opzichter tegelijk waakt Marijke Gnade (Amsterdam, 1956) over haar stad en haar studenten, al bijna een leven lang: ze kwam er als student, als promovendus, als onderzoeker en sinds 2007 als bijzonder hoogleraar archeologie van de pre-Romeinse culturen in Centraal-Italië. Inmiddels is ze een beroemdheid in Le Ferriere; van de barista van de plaatselijke bar tot de ispettore (inspecteur) en soprintendenza (opzichter) van de archeologische dienst. Af en toe komt er een collega-archeoloog uit Rome langs om de uitgestalde vondsten te bewonderen in het door Gnade gestichte lokale Satricum-museum in een voormalige strokartonfabriek en het hele dorp loopt uit bij een mede door Gnade georganiseerde toneelvoorstelling rond de restanten van de tempels van Mater Matuta, aan de rand van het dorp.

‘Tot nu toe is zo’n veertig procent van de site onderzocht’

Wegennetwerk

‘We vinden hier van alles,’ zegt Gnade. ‘Dakpannen, muren en plaveisels van de huizen eronder en opeenvolgende plaveisels van een geheel wegennetwerk. Maar behalve architectonische resten ook talloze vazen en andere objecten uit de graven; duizenden votief-offers in de depots bij het heiligdom en unieke terracottaversieringen van de tempels. Te veel om op te noemen.’

Foto: René Gerritsen

Hele generaties studenten zijn de afgelopen jaren met Gnade naar Satricum getrokken. Dezer dagen wordt gevierd dat de archeologische hotspot veertig jaar wordt bestierd door Nederlandse archeologen, aanvankelijk vanuit het Koninklijk Nederlands Instituut te Rome in samenwerking met archeologen van de Rijksuniversiteit Groningen, maar sinds 1990 door de UvA, de facto door Marijke Gnade. Ter gelegenheid van de veertigjarige aanwezigheid van Nederlands archeologisch onderzoek in Satricum werd vorige week een groot archeologencongres gehouden in Rome, waar Gnade – hoe kan het anders – een van de hoofdsprekers was en nog maar eens benadrukte hoe belangrijk Satricum is voor het mediterrane archeologische veldwerk.

 

‘Lastig te zeggen wat het belangrijkste is,’ zegt ze. Sowieso natuurlijk de wijngaarden waaronder een gehele stad ligt waarvan iedereen eerder dacht dat zij volledig verwoest was. Maar ook de ontdekking van maar liefst drie grafvelden binnen de antieke omwalling van de zesde-eeuwse stad. Juist hun ligging, maar ook de specifieke grafgiften zijn aanwijzingen dat we hier te maken hebben met de Volsken, een volk dat leefde in het bergachtige achterland van Latium – de tegenwoordige regio Lazio rondom Rome – en migreerde naar de vruchtbare vlaktes. Tot hun ontdekking in Satricum waren zij alleen bekend uit de historische bronnen en werd hun bestaan met een grote korrel zout genomen.’

Foto: René Gerritsen

Wijnstokken

Het wijngoed Casale del Giglio beslaat maar liefst 180 hectare, waar achttien witte en rode ‘wijnlabels’ worden geproduceerd. Veertig hectare daarvan ligt ‘bovenop’ Satricum. Pacht hoeft er niet te worden betaald, zegt Gnade. ‘We zouden in principe een soort schadevergoeding moeten betalen aan Santarelli. Waar wij graven kan hij de grond niet bewerken en geen druiven verbouwen. Het kost hem geld.’ Maar prestigieus is het natuurlijk wel: een wijngoed dat een archeologische schatkamer blijkt te zijn. Gnade: ‘Santarelli schenkt zijn terrein in feite aan de wetenschap en hij ondersteunt ons project ook financieel in die zin dat hij de arbeiders en graafmachine betaalt, magazijnen ter beschikking stelt en zelfs een huis voor mij als ik de lange zomermaanden steeds in Satricum ben.’

 

Gnade en haar studenten graven stukje bij beetje het hele terrein af. ‘Als ik vermoed dat er bijzondere zaken in het terrein liggen dat wij niet hebben geopend of als ik bijvoorbeeld een graf slechts half kan opgraven omdat de andere helft onder de aangrenzende, in gebruik zijnde wijngaard ligt, dan vraag ik Santarelli een paar van zijn wijnstokken te verwijderen. Dat doet hij dan direct.’ Intussen zijn de studenten weer terug in Amsterdam en is de ‘put’ die afgelopen zomer zes weken ‘open’ lag weer tijdelijk dicht gegooid. Gnade: ‘We graven in eerste plaats op in privéterrein en dan kun je geen grote gaten achterlaten. Bovendien zouden de slagregens in het najaar en het opdrogen van de grond daarna, veel scheuren veroorzaken in de tufmuren. Het is dus ook een kwestie van conservering.’

 

Veertig jaar is een mooi jubileum, maar kunnen we ook een vijftigjarig bestaan verwachten in 2027, of is de opgraving dan uitgeput? Gnade: ‘Een vijftigjarig bestaan is heel goed mogelijk, gezien de uitzonderlijke rijkdom aan archeologische resten die nog in de grond zit. Tot nu toe is zo’n veertig procent van de site onderzocht.’ De opgraving zal dan wel onder leiding staan van een andere hoogleraar, want tegen die tijd is Gnade met emeritaat. Ze prakkiseert zich suf over wie haar op zou kunnen volgen. Gemakkelijk zal dat niet zijn, want ja: Satricum is synoniem aan Marijke Gnade.