HvA schrapt ondergrens aantal contacturen
Vanaf volgend studiejaar bepalen opleidingen aan de HvA zelf het aantal contacturen per opleidingsjaar. Nu zijn er nog HvA-brede minima. In het nieuwe beleid wordt de kwaliteit van het contact tussen student en docent belangrijker dan de kwantiteit, zo is de redenering van de hogeschool.
In het nieuwe beleid is ook de definitie van contacttijd anders. Niet alleen colleges tellen als contacturen, maar alle moment waarop de student contact heeft met docenten. Denk aan online colleges, diagnostische toetsen met automatische feedback en online vragenuurtjes. ‘Om studenten goed te kunnen begeleiden zodat zij afstuderen als startbekwame professionals is contact tussen docenten en studenten essentieel,’ zo schrijft de HvA op haar intranet. ‘Dat contact kan op vele manieren worden vormgegeven. Soms is minder en intensiever contact beter.’
Vanaf volgend studiejaar gaat de kwaliteit van het contact voor de kwantiteit, stelt de hogeschool. ‘De opleidingen geven hoge prioriteit aan kwaliteit en geven aan dat het contact met studenten intensiever en rijker is dan je op grond van een optelsom van contacturen zou vermoeden,’ licht HvA-woordvoerder Rolf de Wit toe. Opleidingen moeten de contacttijd wel met een heldere onderbouwing verantwoorden. ‘Met de Nationale Studenten Enquête houden we in de gaten hoe het staat met de tevredenheid van de studenten over de ervaren contacttijd.’
De HvA is niet bang dat studiekiezers die belang hechten aan het aantal contacturen nu niet voor HvA-opleidingen zullen kiezen. ‘Het blijft zo dat elke onderwijseenheid in de studiegids aangeeft op welke vormen van contact een student kan rekenen,’ zegt De Wit. ‘We maken aankomende studenten duidelijk dat de HvA werkt met contacttijd die meer omvat dan alleen de “traditionele” uren in de klas.’
Prestatieafspraken
Het minimumaantal vaste contacturen was vastgesteld in het kader van de prestatieafspraken die de HvA, net als andere hogescholen en universiteiten, maakte met het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Die afspraken waren onder andere ter verbetering van de onderwijskwaliteit en liepen van 2012 tot 2016.
