Studenten met een Turkse migratieachtergrond zijn meer gericht op de Nederlandse samenleving dan het heersende beeld in de media doet vermoeden, stellen UvA-politicoloog Floris Vermeulen en journalist en Turkije-expert Froukje Santing. Deze studenten hunkeren ernaar gezien te worden als echte Nederlanders, en eisen steeds vaker hun plek op.
Santing en Vermeulen gingen in gesprek met veertien Turks-Nederlandse studenten van de UvA en de VU over hun positie in de samenleving. Vandaag staat het eerste deel van hun tweeluik in De Groene Amsterdammer, onder de titel ‘Pas nu kan ik knallen, sparren. Haal ik jaren in.’
Turkse Nederlanders worden, stelt het duo, nog vaak neergezet als burgers die niet willen integreren, alleen banden hebben met de eigen gemeenschap en allemaal stemmen op de Turkse president Recep Tayyip Erdogan. Kun je eigenlijk wel zo algemeen spreken over dé standaard-Turk? Vandaag staat het eerste deel van hun tweeluik in De Groene Amsterdammer, onder de titel ‘Pas nu kan ik knallen, sparren. Haal ik jaren in.’
‘Deze studenten zijn deel van een groep waarover veel wordt gesproken, maar die zelf weinig aan het woord komt,’ vertelt Vermeulen. ‘Een interessante groep. Je kunt spreken van een voorhoede van de Nederlandse Turken omdat deze studenten nog steeds veel binding hebben met hun gemeenschap. Hun ouders spelen nog altijd een belangrijke rol in hun leven en de band met Turkije is sterk.’
Op basis van de interviews die Vermeulen en Santing hebben afgenomen kun je geen algemene conclusies trekken over Turkse studenten in Nederland, vindt Vermeulen, die ook migratieonderzoeker is. ‘Ons onderzoek was journalistiek, niet wetenschappelijk. Maar Froukje [Santing, red.] en ik hebben al veel ervaring met deze groep, en als je onze gezamenlijke voorkennis combineert met wat we nu publiceren, zie je wel trends.’
Tweedeling
Opvallend maar wel verwacht was de tweedeling tussen studenten van de UvA en de VU. Santing: ‘Bij de VU is veel meer ruimte voor religieuze oriëntatie, voor hun moslim-zijn. Er is een grote groep Turks-Nederlandse studenten en er zijn verenigingen. Studenten die nog erg hechten aan deTurkse gemeenschap kiezen daarom wellicht eerder voor de VU. Voor de UvA kiezen juist studenten die minder zichtbaar willen zijn als Turk en moslimmigrant, die gewoon student willen zijn en aan een seculiere universiteit studeren.’
Dat ze minder zichtbaarheid willen, betekent overigens niet dat de studenten geen begrip willen voor zichzelf als groep, zegt Vermeulen. ‘Het is ook aan de UvA om daar een goede balans in te vinden. De studenten moeten zich tijdens colleges nog vaak verdedigen over Turkije of de islam, daar ondervinden ze veel stress van. Een Turkse afkomst betekent nog vaak dat je veel moet uitleggen en je veel moet verdedigen.’
Het gros van de geïnterviewde studenten staat onder pseudoniem in het artikel. Santing en Vermeulen vertellen dat het moeilijk was om studenten te vinden die bereid waren openbaar met naam en toenaam hun verhaal te doen. De onderwerpen – familie, seksuele geaardheid, politiek – liggen gevoelig voor deze studenten. Via-via is de groep bij elkaar gesprokkeld.
‘Uiteindelijk was het een heel bont gezelschap waarmee we aan tafel zaten,’ vertelt Santing. ‘De eerste interviews gingen over hun keuze voor de universiteit, de studie, hun ambities en over in hoeverre ze gericht zijn op Turkije. Voor de tweede sessie hebben we een vragenlijst opgesteld met thema’s, zoals familie of tijdsgeest. De studenten hielden ook nog een week een logboek bij waarin ze vastlegden wat ze zoal doen op een dag. Zo kregen we duidelijk inzicht in hun leefwereld.’
Diverse groep
Wat voortkwam uit al die gesprekken en logboeken was een diverse groep mensen waarvan de één nooit meer naar Turkije zou willen, de ander op Forum voor de Democratie stemt en weer een ander zich goed kan vinden in de ideeën van de heersende Turkse politieke partij AKP. Zelfbewuste en actieve studenten ook, die lid zijn van verenigingen en politieke partijen, die gelovig zijn of juist helemaal niet meer. Die, ‘laten we wel wezen, helemaal niet zo veel verschillen van de Nederlandse student,’ aldus Santing.
Een rimpeling in de zee, noemt ze de publicatie in De Groene. ‘Maar het is goed dat we deze kwestie onder de aandacht brengen. Er mogen dan wel Turkse Nederlanders zijn die passen bij het algemene beeld dat Nederland van hen heeft, maar er is nog zoveel meer onder de Nederlandse zon.’
Lees het hier het hele artikel in De Groene Amsterdammer.