De Centrale Medezeggenschapsraad van de HvA wil dat het HvA-bestuur gaat onderzoeken of er studentenwoningen kunnen komen naast het Kohnstammhuis. Daartoe nam ze gisteren een motie aan.
De motie is een initiatief van Bram Buskoop van HvASamen. Die partij wil dat het College van Bestuur van de HvA samen met de gemeente onderzoekt of er studentenwoningen gebouwd kunnen worden op de lege plek aan het Rhijnspoorplein, waar het Conradhuis zou komen. Nu dat niet gebouwd wordt, moeten nieuwe studentenkamers op die plek ‘het nijpende tekort aan betaalbare studentenwoningen’ verkleinen, staat in de motie.
Buskoop: ‘We keken naar die grond, dachten “Wat zijn nu de grootste problemen waar HvA-studenten tegenaan lopen en wat kunnen wij daar aan doen?” Het antwoord is natuurlijk betaalbare huisvesting. Ik zei dat veel van mijn medestudenten de nieuwe woningen op de Amstelcampus vaak niet kunnen betalen. Dat zijn dure zelfstandige woningen, studio’s die soms wel meer dan zevenhonderd euro per maand kosten,’ zegt Buskoop. ‘Het zou mooi zijn als er op het braakliggend terrein woningen komen van maximaal vijfhonderd euro, waar mensen niet zelfstandig wonen, maar een woning delen met zijn drieën of vieren.’
Campusgevoel
Buskoop ziet het liefst dat er op het nieuwe terrein uitsluitend HvA-studenten komen te wonen. Volgens hem zijn er veel UvA-studenten komen wonen in de studio’s op de Amstelcampus, terwijl de studentenwoningen rondom de Wibautstraat juist voor een echt HvA-campusgevoel hadden moeten zorgen. Een reden hiervoor kan zijn dat de woningen te duur zijn voor studenten die jonger zijn dan 23 jaar en nog geen aanspraak maken op huursubsidie. Over het algemeen zijn HvA-studenten op die leeftijd al afgestudeerd.
Update 8 juni 2017 11.30 uur
De HvA laat bij monde van woordvoerder Rolf de Wit weten dat ze bezig is met een nieuw huisvestingsplan. ‘In het verlengde van dat proces wordt er ook gedacht over de toekomstige bestemming van het perceel Rhijnspoorplein. Daarover is de HvA in gesprek met de gemeente. Allerlei opties passeren daar de revue. Zoals al eerder aangegeven ziet de HvA graag dat dat perceel in enige vorm een bestemming krijgt die past bij de kennisinstelling HvA.’