De toekomst is digitaal, ook die van de mode-industrie. Dus organiseert het Amsterdam Fashion Institute (Amfi) dit jaar alweer voor de achtste keer de minor 3D Hypercraft. Hierbij leren de modestudenten via een computerprogramma virtueel kleding ontwerpen. ‘Het is sneller, duurzamer én goedkoper.’
Even lijkt het alsof we het computerspel The Sims spelen en het karakter aan het aankleden zijn. Maar als je beter kijkt, zie je dat de ronddraaiende avatar op het scherm geen normale kleding draagt, maar haute couture. De 3D-simulatie van een mens draagt een shirt met opvallende ruches op de mouwen, een broek met ritsen langs de zijkanten en knalgele pumps. Dit is te zien in het programma Lectra waarmee Amfi-studenten van de minor 3D Hypercraft leren virtueel mode te ontwerpen. Lectra is een programma van een gelijknamig Frans bedrijf dat zich onder andere specialiseert in de ontwikkeling van software en technologie voor het ontwerpen en verwerken van zachte materialen, zoals autointerieurs en -stoelen, meubels en dus ook mode. En zulke technologie heeft veel voordelen, maar ook nadelen.
Tijdens deze minor leren derde- en vierdejaars modestudenten in vijf maanden hoe het modeontwerpproces kan worden gedigitaliseerd. Uiteindelijk ontwikkelen alle studenten een digitale kledinglijn, waarvan ze drie ontwerpen ook daadwerkelijk maken. Ze maken dus zowel een virtueel als een echt eindproduct. In januari wordt de minor afgesloten met een modeshow en een awarduitreiking voor de studenten die het meest uit het programma hebben gehaald.
Een programma als Lectra verandert het ontwerpproces compleet, vertelt Thijs van der Laan, een van de studenten die de minor dit jaar doet. ‘Je hoeft niet meer eerst je ontwerpen uit te tekenen, patronen te knippen, te stikken, te passen, te verstellen, en dit bij elke trial weer opnieuw te doen. Nu gaat gewoon alles via de computer. Dit scheelt úren werk.’
Minder verspilling
Natuurlijk moeten de studenten daarvoor eerst het programma leren kennen en dat is zo simpel nog niet. Student Myrna Slagt: ‘Geen programma is omslachtiger dan Lectra. Als je het voor het eerst opent, denk je nog: oh, het valt wel mee. Maar het is super ingewikkeld.’
Daarom krijgen de studenten in het begin van de minor vooral veel les in hoe het programma werkt. ‘Maar als je eenmaal de basis onder de knie hebt, dan merk je hoe ontzettend veel er mogelijk is. Het is een stap richting de toekomst van de mode-industrie.’
Digitaal ontwerpen is niet alleen sneller, het is ook milieuvriendelijker. Zo wordt er een stuk minder stof verspild aan vele proefontwerpen. ‘En als je ontwerp af is, dan berekent het programma de meest zuinige manier om je patronen op een lap stof te printen. Zodat je zo min mogelijk stof hoeft te gebruiken. Natuurlijk puzzel je zelf normaalgesproken ook met de patronen, maar de computer doet dit veel nauwkeuriger,’ zegt Thijs. ‘Wij besparen hierdoor misschien een meter, maar in fabrieken waar ze grote hoeveelheden produceren, gaat dit over honderden meters.’
(De tekst loopt door onder de afbeelding)
Het productieproces wordt door het digitaal ontwerpen ook op een andere manier duurzamer, vertelt Myrna. ‘Ontwerpers laten hun kleding vaak in andere landen produceren, waar het goedkoper is. Meestal gaan de kledingstukken dan een stuk of vijf keer heen en weer, omdat ze steeds weer moeten worden versteld. Dit is eigenlijk heel omslachtig.’ Door programma’s als Lectra is dit niet meer nodig; ontwerpers kunnen meteen zien hoe hun outfits eruit zien en kunnen de kleding ook virtueel op de avatar verstellen. Myrna: ‘Dit maakt het proces sneller, duurzamer én goedkoper.’
Control-Z
Student Loïs Grooff is ook enthousiast over het virtueel ontwerpen. ‘Als mijn patronen plat op tafel liggen, vind ik het altijd lastig in te schatten waar ik de lijnen moet tekenen. In Lectra kan ik de lijnen meteen op de avatar tekenen en direct zien hoe het ontwerp valt. Zo sla je eigenlijk een paar stappen over.’
Ook kwam Loïs door te spelen met het programma op nieuwe ideeën. ‘Soms eigenlijk per ongeluk.’ Thijs noemt als prettige bijkomstigheid dat je je patronen niet meer kwijtraakt en ze niet kunnen scheuren. ‘En als je een patroon in Lectra fout knipt, hoef je niet met plakband aan de slag. Met een klik op Control-Z heb je zó je oude patroon weer terug.’
Wel liepen veel studenten tegen problemen met het programma op. En dat is soms best frustrerend. Loïs: ‘De verschillende lagen van mijn outfits waren bijvoorbeeld een probleem. Je kunt in Lectra niet twee keer in dezelfde naad stikken, dus komt de tweede laag erop te liggen, wat niet de bedoeling is.’ Thijs had hier ook last van. ‘Lectra snapt niet dat de verschillende lagen één kledingstuk moeten zijn.’
En als het programma iets niet snapt, dan laat het gewoon een heel paneel weg. Dus worden de billen van de avatar opeens zichtbaar, omdat de achterkant van de outfit wegvalt. Of je ziet opeens allemaal gekleurde strepen uit de avatar komen, omdat het programma niet weet hoe het de stof moet verdelen over het lichaam. Zulke beelden komen Loïs bekend voor. ‘Ook deed het programma er soms erg lang over om te berekenen hoe mijn lange lappen stof allemaal moesten vallen. Af en toe leek het net alsof het even op hol sloeg.’ Het lukt Loïs daarom niet alle elementen van haar outfits virtueel te ontwerpen, dus voegt ze sommige details, zoals een strik, later toe.
Lingerie
Vooral Myrna had veel last van de beperkingen van het programma. Ze ontwierp lingerie voor vrouwen met ‘normale maten’, niet met maat 32 zoals de meeste modellen. En daarmee maakte ze het zichzelf niet gemakkelijk. ‘De avatars in Lectra bewegen namelijk niet mee zoals een mensenlichaam. Ze zijn niet in te deuken, maar hard, dus is het alsof je lingerie op een paspop hangt: dat ziet er ook niet uit. Je wilt dat de stof aangesloten zit, niet dat het los om het lichaam hangt.’
Een uitkomst was veel uitproberen wat wel en niet werkt, maar ook een 3D-scan maken van de lichamen van haar modellen. ‘We hebben hier bij Amfi van die grote scans, een beetje zoals de bodyscans die je op vliegvelden ziet. Daardoor komen de maten van het lichaam precies in de computer.’
Uiteindelijk lukte het Myrna haar lingerieontwerpen passend te maken. Ze won er ook nog eens een van de Lectra Awards mee. Volgens de jury omdat ze met haar ontwerpen ‘de grenzen van het programma heeft opgezocht’.
Buiten deze kanttekeningen zijn de studenten het erover eens dat Lectra een enorme toegevoegde waarde is voor het creatieve proces. ‘Je kunt kleuren, materialen, patronen en vormen gemakkelijk veranderen en meteen zien hoe het eruit ziet. Dit is extra handig als je van een basisidee een hele kledinglijn wil ontwerpen. En je kunt zonder veel moeite en tijd experimenteren met ideeën,’ zegt Myrna.
Maar ondanks alle voordelen denkt Thijs niet dat de computer het met de hand maken van kleding helemaal gaat vervangen. ‘Het blijft digitaal wat je ziet. Het zijn pixels, geen stof. En als je die avatar zo met zijn armen wijd ziet staan, dan ziet het er doods uit,’ zegt hij. ‘Ik wil zien hoe de stoffen bewegen, hoe ze samenwerken en hoe ze vallen op een echt mensenlichaam. Daarom kan mode nooit helemaal digitaal worden. Het gaat ook over gevoel.’
Bekijk hieronder een filmpje van Loïs’ 3D-ontwerpen in Lectra.