Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Daniël Rommens
actueel

‘Voetgangers krijgen wat mij betreft prioriteit en fietsers worden gast’

Laura Cardona,
22 januari 2017 - 09:57

Walther Ploos van Amstel geeft les, doet innovatief onderzoek met zijn studenten en beklimt in de weekenden het podium als dj Big General. Maar de duizendpoot is bovenal een tweevoeter: de lector Citylogistics rust niet voordat de voetganger weer de ruimte krijgt in Amsterdam.

‘Welja, gooi er nog een bus naast!’ Het is moeilijk voor te stellen dat de man die afgelopen zaterdag nog op New Year Fetish Rave Unleased stond te draaien, zich aan de andere kant van de marmeren tafel opwindt over een bestelbusje – hoewel de chauffeur hem inderdaad behoorlijk schaamteloos naast een ander reeds geparkeerde bus op de stoep zet. ‘Er blijft niets van de stoep over, terwijl daar iedere dag vijfentachtigduizend mensen overheen moeten!’

 

Walther Ploos van Amstel (54) houdt het nauwlettend in de gaten, terwijl hij praat. Als lector Citylogistics aan de HvA stelt hij zichzelf steeds vaker de prangende vraag: hoe houden we Amsterdam aantrekkelijk ondanks de toenemende drukte? Dagelijks observeert hij van driehoog op de Prins Hendrikkade dat er nog van alles misgaat in Amsterdam op het gebied van mobiliteit en stadslogistiek. Vooral in de binnenstad mag het roer om: ‘Wat mij betreft krijgt de voetganger hier prioriteit en is de fiets te gast.’

 

Een Amsterdamse binnenstad waar fietsen niet het stadsbeeld bepalen is haast ondenkbaar, toch?

‘Amsterdam kan niet zonder fietsen, maar in het centrum is de balans op sommige plekken zoek. Ik moet heel vaak op de hoek van de Haarlemmerstraat of op de Nieuwezijds Voorburgwal zijn; het is toch te dwaas dat ik met de fiets sneller ben dan te voet?’

‘Er is een foto van Thomas Schlijper waarop duizenden mensen op een vol Damrak staan te wachten langs een lege weg, lege fietspaden en de tram die maar eens in de twee minuten rijdt. Iedere zaterdag kun je diezelfde foto maken’

Een fiets gaat toch ook sneller dan een voetganger?

‘We hebben het hier over een stuk van nog geen 250 meter, en ik moet mijn fiets eerst van het slot en uit de berging halen en vervolgens daar ook weer op slot zetten. Ondanks al die handelingen ben ik fietsend het snelst. Op dit stukje Amsterdam kan ik als voetganger in een uur niet meer dan een kilometer afleggen, omdat er 5.000 voertuigen, 25.000 fietsen en 350.000 voetgangers bewegen. Maar de ruimte is precies andersom verdeeld. Op het fietspad heb ik bijvoorbeeld eindeloos ruimte: er is een foto van Thomas Schlijper waarop duizenden mensen op een vol Damrak staan te wachten langs een lege weg, lege fietspaden en de tram die maar eens in de twee minuten rijdt. Iedere zaterdag kun je diezelfde foto maken.’

 

Veel Amsterdammers klagen op zo’n zaterdag dan eerder dat het te vol is in de binnenstad.

‘Ik zie dat anders. Alleen op knelpunten is te weinig ruimte. Ik stoor me eraan dat het wandelen in de binnenstad op alle mogelijke manieren wordt tegengegaan. Door volle stoepen moet je bijvoorbeeld noodgedwongen over straat lopen. Dan het gedrag dat je op straat tegenkomt. Mensen worden echt ruwer en dat is niet plezierig. Ik merk het bij mezelf ook: laatst kwamen er twee whatsappende studenten op de fiets aanrijden en ik denk, hupsakee, gewoon oversteken. Zij gillen, schreeuwen, remmen en ze vliegen zo in elkaars wielen. “Moet je maar een beetje beter opletten, jongens!” riep ik, waar zij uiteraard een weerwoord op hadden.’

 

Behalve als lector aan de HvA werkt Ploos van Amstel aan projecten met de gemeente Amsterdam, maar ook bijvoorbeeld met de TU Delft. Met het Amsterdam Institute for Advanced Metropolitan Solutions tracht hij de mobiliteit in de stad beter te faciliteren door analyse van verkeersdata. ‘Dat geeft ons namelijk veel informatie over hoe druk het nu is op een bepaalde plek, en hoe druk gaat het er gaat worden over een half uur, door transport en chauffeurs. De HvA richt zich op de praktijkkant van het onderzoek.

‘Wij delen de stad met dronken Italiaanse MacBike-rijders waardoor het lontje voor veel mensen, zeker in de binnenstad, korter is’

Maar hij is niet alleen graag geziene gast in de klas of aan de vergadertafel – ook de draaitafel is bekend terrein voor Ploos van Amstel. Als dj Big General reist hij de wereld over om te draaien op feesten, voornamelijk in de gay- en fetisj-scene.

 

Als dj ziet u veel andere steden om met Amsterdam te vergelijken. Is er een stad die het beter doet?

‘Kopenhagen is een stad waar het geweldig goed gaat, maar waarom? Omdat het overwegend Denen zijn die in het verkeer deelnemen en zich keurig aan de verkeersregels houden. Wij delen de stad met dronken Italiaanse MacBike-rijders waardoor het lontje voor veel mensen, zeker in de binnenstad, korter is. Het cultuurverschil speelt dus ook een rol.’

 

Hoe vaak staat u achter de draaitafel?

‘Iedere week draai ik samen met mijn partner Bram Sniekers, ook wel dj Bramsterdam.’

 

Wat draait u dan op een fetisjfeest als Unleashed?

‘Technohouse. Wat ooit begon als een hobby is echt een passie voorons geworden. Het is een manier om tussen alle stadslogistiek en het werken door stoom af te blazen. En zo’n fetisjfeest... Ik zag achteraf een filmpje op AT5 van de avond en dacht – oh ja, dat was zo’n feest!’ Ploos van Amstel lacht. ‘Maar ik heb uiteraard met plezier staan draaien.’

 

Hoewel het bestaan tussen raves, prides en clubs wellicht anders zou doen vermoeden, komt Ploos van Amstel allesbehalve losbandig over. Zijn visie op Amsterdam is helder.

Het vrachtverkeer kan anders worden georganiseerd, de auto moeten we proberen zoveel mogelijk uit woongebieden te houden en de openbare ruimte moet ingrijpend worden herverdeeld. Zo is hij een fervent voorstander van shared space zoals na lang gesteggel achter het Centraal Station is gekomen. Daar bepalen fietsers, brommers en voetgangers zelf de voorrangsregels.

 

Ziet u andere plekken in de stad waar het goed gaat?

‘De Sarphatistraat, waar de auto nu eigenlijk te gast is, is een heel goed voorbeeld van een straat die goed ontwikkeld is. Het nieuwe ontwerp voor de Nieuwezijds Voorburgwal wordt de tweede rode loper van de stad: daar krijgt de ruimte een compleet andere mix.’

 

Waar moet er nog veel veranderen?

‘De plannen die op tafel liggen voor de Van Woustraat zijn Middeleeuws. Daar wordt steeds minder ruimte voor voetgangers vrijgemaakt. Er zitten daar ontzettend domme ondernemers die met hun auto voor de deur willen staan zonder zich te beseffen dat die auto acht vierkante meter inneemt en in feite alle klanten wegjaagt in die straat.’

 

U heeft uw auto per 1 januari weggedaan. Een goed voornemen?

‘Ik was de auto vooral heel erg zat. Ik gebruikte hem te weinig. Daarnaast is het ook onzin, want ik heb overal hier in de buurt deelauto’s die ik kan gebruiken als er echt een nodig heb, van Green Wheels en ConnectCar.’

‘Ik ben een van de mensen die vindt dat iedereen recht heeft op een auto. Ook in de stad’

Zou iedereen in Amsterdam met een auto uw voorbeeld moeten volgen?

‘De auto is nog steeds de grootste ruimte-eter in Amsterdam, maar ik ben een van de mensen die vindt dat iedereen recht heeft op een auto. Ook in de stad. Je wilt de stad namelijk ook inclusief maken. Ik heb zelf geen kinderen, maar ik zag bij mijn broers die wel kinderen kregen dat ze die auto in het begin snoeihard nodig hadden. Toch moeten we ook hier slimmer mee omgaan: geen parkeervergunningen verstrekken op basis van hoe lang je in Amsterdam woont, maar eerst aan gezinnen met kinderen of senioren – de groepen die ze het hardst nodig hebben.

De vraag is ook of je de auto voor de deur wilt hebben staan waar je ’s avonds eigenlijk liever buiten wil zitten met een glas rosé. Met mijn parkeervergunning mocht ik parkeren onder de OBA en dat is op vijf minuten lopen. Zulke initiatieven moeten er meer komen.’

 

Waarom gaan die ontwikkelingen zo langzaam?

‘Praktisch is het natuurlijk ingewikkeld, maar sociale innovatie is ook aan alle kanten nodig. We moeten met z’n allen een knop omzetten. Vanuit mijn onderzoeksgroep aan de HvA werken we met universiteiten, maar ook met de gemeente naar verandering toe. Met elkaar hebben wij een agenda Smart Mobility gemaakt: een onderzoeksprogramma voor de komende tien jaar waarin we gezamenlijk zoeken naar innovatieve oplossingen voor de stadsproblematiek.’

 

Welke rol hebben studenten daarin?

‘We willen studenten plaatsen in Amsterdamse situaties. Binnen mijn lectoraat doen wij ons onderzoek voor een deel samen met studenten. Bij onze afstudeerateliers leren zij echt wat onderzoek is en kijken zij hoe het er in de praktijk aan toe gaat. Daarnaast organiseren we minors en we geven uiteraard colleges.’

Foto: Daniël Rommens

Wat probeert u studenten mee te geven?

Studenten citeren mij in hun projecten heel vaak; uit een of andere column op mijn website die ik in tien minuten geschreven heb. En dan zeg ik altijd eerst: Wie is die meneer Walther Ploos van Amstel? Hoe is hij tot die stelling gekomen? Ik probeer ze vooral heel kritisch te maken. Anderen geloven je juist vaak niet. Ik heb een categorie studenten die vraagtekens zet bij alles wat ik zeg. Ik ga graag het gevecht met ze aan. Maar studenten zijn ook heel leergierig op het moment dat je ze ergens enthousiast voor krijgt. Toevallig zaten er gisteren bij de Research Meetup in het Kohnstammhuis twaalf oud-studenten van me in de zaal, waaronder een jongen die nu bij DHL zit en daar mee ontwikkelt aan logistieke innovatie.’

 

U bent ook acht jaar hoogleraar geweest aan de Koninklijke Militaire Academie. Hoe verschilde dat van lesgeven aan de HvA?

‘Bij hogeschoolstudenten is het heel persoonlijk. Op de KMA, die een vergelijkbaar model heeft als de UvA, is het model een gansmodel: trechter erin, heel veel proppen en dan kijken hoe groot die lever wordt. Volledig overvoeren, er zit geen enkele afstemming in. Bij de hogeschool ben je vanaf dag één bezig studenten beroepscompetenties bij te brengen. Je bereidt ze echt voor op een beroep waardoor je veel completer met een student bezig bent.’

 

En andersom, inspireren studenten u ook?

‘Absoluut. Bij een onderzoek in de Oude Pijp wezen studenten mij erop dat er iets raars in de cijfers zat, en ze hadden echt gelijk: het onderzoek richtte zich op het vrachtverkeer dat daar dagelijks rijdt. De toename van verkeer in de Oude Pijp is de laatste jaren heel hard gegaan. Daar kwam uit dat er dagelijks duizend vrachtvoertuigen in de Pijp komen. Studenten kwamen erachter dat we van 35 procent van de bestelbusjes niet weten van wie ze zijn en wat erin zit. Dat was voor mij schokkend.’

 

Waarom?

‘Naar schatting is een kwart van het vrachtverkeer dat in Amsterdam rijdt illegaal, dus zonder vergunning of vereiste koel- en vriesinstallatie in het geval er etenswaren worden vervoerd. Het zijn serieuze cijfers. Jonge Amsterdammers zijn ondernemend en commercieel ingesteld. Ze beginnen vaak hun eigen handelsbedrijf. Handel betekent ook dat je spullen moet leveren. Je hebt een heel grijs circuit aan vervoerders zonder vergunning, terwijl je in Nederland niet zomaar vracht mag vervoeren.’

 

Kwamen de studenten met nog meer eye-openers?

‘15 procent bleek servicebusje te zijn. Bijvoorbeeld van KPN die even het internet komt installeren. Die telden wij voorheen niet mee. Er komt nu een heel onderzoek naar servicebusjes in de stad.’

 

Ploos van Amstels strijd om een goed lopend Amsterdam heeft veel aspecten, maar de belangrijkste blijft toch precies dat: goed lopen. Het busje staat nog altijd pontificaal op de stoep.

 

Nog even over de voetgangers – waarom verdienen zij eigenlijk de meeste ruimte?

‘Het maakt een straat zo geweldig aantrekkelijk als de voetganger centraal wordt gesteld! De Reguliersdwarsstraat wordt een secret village: ’s avonds wordt de straat fietsvrij gemaakt met rigoureuze maatregelen: hekken, plantenbakken en stewards natuurlijk – want fietsers proberen er alsnog doorheen te gaan. Je mag er nu op straat staan met je biertje en dat heeft er toe geleid dat de omzet van de horeca 30 procent omhoog is gegaan.’

 

Over bier gesproken, wanneer kunnen we u weer zien draaien?

‘Ik sta 22 januari in Paradiso bij True Colors.’