Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Coralie Pluut
actueel

Studenten maken zich zorgen over verhuizing naar VU

Dirk Wolthekker,
27 oktober 2016 - 17:01

Het wekelijkse CvB-uurtje stond deze week in het teken van de verhuisperikelen van de bèta’s naar de Zuidas en het net verschenen eindverslag van de commissie Democratisering & Decentralisering (D&D). Wat dat laatste betreft: er komt een referendum over de toekomst van de UvA, maar collegevoorzitter Geert ten Dam spreekt liever van ‘een raadpleging’. Ten Dam: ‘We moeten van het woord “referendum” af. Dat roept negatieve associaties op.’

Ten Dam zei dit vanmiddag in de coffee-corner op de begane grond van Science Park, waar het CvB deze week was neergestreken. Tijdens het gesprek, waar een stuk of vijftien studenten op af waren gekomen, kwam ook het rapport van de commissie D&D aan de orde. Naast het liever niet meer te gebruiken woord ‘referendum’ gaf Ten Dam ook een impliciete waarschuwing goed te ‘doordenken’ wat de consequenties kunnen zijn van een al te diepgaande decentralisering. ‘Centralisering is kennelijk een vies woord geworden. Ik ben zeker geen voorstander van top down-bestuur, maar als ieder voor zich werkt hebben we niemand meer die zich verantwoordelijk voelt voor het totaal en dat is ook niet goed.’

‘Wij horen dat de VU ook de roostering gaat verzorgen en we aan de Zuidas zijn omringd door VU-opleidingen en VU-studenten. Dan voelt het op den duur of je VU-student bent’

Verhuizing naar de VU

De Vereniging Informatiewetenschappen Amsterdam (Via), de studievereniging van informatica, kunstmatige intelligentie en informatiekunde, maakt zich intussen ernstig zorgen over de voorgenomen verhuizing van informatiewetenschappen naar de Zuidas, lees: de VU. Daar wordt intussen druk gebouwd om de inhuizing van UvA-opleidingen mogelijk te maken. ‘Maar hoe staat het er nu mee,’ vroeg Via-voorzitter Kjeld Oostra aan het CvB. ‘Wij horen dat er aan de VU minder goede studentenfaciliteiten zijn, dat internet er niet goed werkt en onze leden vinden eindelijk een kamer hier in de buurt en horen dan dat ze opeens naar de VU moeten verkassen om colleges te volgen.’

 

Ten Dam sprak wijselijk van ‘een eventuele verhuizing’ maar, zo liet ze weten, ‘jullie worden geen VU-studenten, maar blijven UvA-studenten.’ Oostra: ‘Wij horen dat de VU ook de roostering gaat verzorgen en we aan de Zuidas zijn omringd door VU-opleidingen en VU-studenten. Dan voelt het op den duur of je VU-student bent.’

 

Bom en bomvol

Over de verhuizing zelf bestaat nog volop onduidelijkheid, die vooral met de financiën te maken heeft, zei Ten Dam. ‘De VU heeft een andere systematiek om met huisvesting en huurprijzen om te gaan dan wij.’ Maex voegde eraan toe: ‘Over de financiële consequenties van de verhuizing bestaat nog geen helderheid.’ Vicevoorzitter Hans Amman: ‘In principe nemen we aan het eind van dit kalenderjaar een besluit over de verhuizing, maar we kijken nog of we het wel kunnen betalen.’ Probleem met de hele verhuizing is dat dat de UvA een pand moet huren van de VU, die daar Zuidas-prijzen voor vraagt. Ten Dam: ‘De verhuizing moet ook op lange termijn betaalbaar blijven.’

‘Realiseert u zich dat we zes mannelijke decanen hebben?’

Mannenbolwerk

De personele bezetting van het UvA-bestuur baart de studentenraad van de FNWI intussen zorgen. Studentenraadvoorzitter Esther de Boer: ‘Realiseert u zich dat we zes mannelijke decanen hebben?’ Het CvB liet weten het ‘heel zorgwekkend’ te vinden dat er van de zeven decanen die de UvA heeft nu zes man zijn, nu ook de opvolger van Marcel Levi een man blijkt. Naar de zevende decaan – de opvolger van Karen Maex aan de bètafaculteuit – wordt nog gezocht, maar als straks blijkt dat dit ook een man is, dan moeten Ten Dam en Maex wheelen en dealen met zeven mannen als decaan.

 

Ten Dam: ‘We doen ons uiterste best om vrouwen aan te moedigen zich te kandideren voor dergelijke functies en dat geldt ook voor hoogleraren en managers. In de toekomst moeten we nog vóórdat er vacatures ontstaan op zoek gaan naar geschikte personen die nu ondervertegenwoordigd zijn. Op een soort min twee-moment moeten we proactief talent scouten.’