Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Daniël Rommens
actueel

Update: Examencommissie rechtenfaculteit overtrad bewust UvA-regels

Louisa Bergsma,
15 september 2016 - 13:28

In de examencommissie van de rechtenfaculteit zitten al een jaar lang mensen die daar volgens UvA-regels niet in mogen. Vorig jaar zaten er twee opleidingsdirecteuren in en vanaf 1 juli nog één. Dat moet volgens de UvA-handreiking te allen tijde worden voorkomen, omdat zij niet onafhankelijk genoeg zijn.

Volgens de Handreiking voor Examencommissies van de UvA kan niet iedereen lid worden van de examencommissie. ‘Managers met een financiële verantwoordelijkheid zijn uitgesloten van lidmaatschap van een examencommissie. Daarnaast zijn er een aantal functionarissen die vanwege een onverenigbaarheid van taken niet in aanmerking komen voor het lidmaatschap.’ Uitgesloten zijn onder andere leden van de Raad van Toezicht en het College van Bestuur, maar ook opleidingsdirecteuren. Op de rechtenfaculteit werd dit vorig jaar echter niet zo nauw genomen, het afgelopen jaar waren er namelijk twee leden van de examencommissie tevens opleidingsdirecteur aan de rechtenfaculteit.

 

Twee leden met dubbelfunctie
Barbara Reinhartz is zowel lid van de examencommissie als opleidingsdirecteur notarieel recht. Ook een ander lid van de examencommissie, Suzanne Mol-Verver, accepteerde afgelopen jaar de functie van opleidingsdirecteur fiscaal recht terwijl zij lid van de commissie was. De Handreiking Examencommissie van de UvA stelt echter dat het lidmaatschap direct zou moeten ophouden toen zij opleidingsdirecteur werd. Voor haar is wel meteen vervanging gezocht, Mol-Verver is sinds 1 juli 2016 opgevolgd door Jan van de Streek.

‘Sinds mei 2016 zijn we bezig om dit met de examencommissie te bespreken. Er zou een vergadering komen, maar daar hebben wij nooit meer iets over gehoord’

De examencommissie en haar leden zijn niet te bereiken voor commentaar, maar zijn volgens de Facultaire Studentenraad (FSR) van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid van 2015/2016 wel op de hoogte van de dubbele functie.

 

Hoewel de commissie volgens de studentenraad op de hoogte is van de onverenigbaarheid van deze functies vinden zij het van groter belang dat er een docent van notarieel recht in de commissie zit. Onacceptabel, vindt de studentenraad. ‘De commissie wekt de indruk dat er een belangenafweging gemaakt moet worden, terwijl de regel helemaal geen ruimte geeft voor een dergelijke afweging,’ aldus Lucas Wolthuis Scheeres van de vorige FSR.

 

Sinds de leden van de raad er afgelopen jaar achter kwamen dat de samenstelling van de examencommissie onrechtmatig is proberen zij dit op te lossen. ‘Sinds mei 2016 zijn we bezig om dit met de examencommissie te bespreken. Alhoewel ze hebben toegegeven dat de functies van twee van hun leden onverenigbaar zijn en dat dit niet de bedoeling is, lijkt er maar weinig te veranderen. Er zou een vergadering komen, maar daar hebben wij nooit meer iets over gehoord.’

 

Vernietigbare besluiten

Studenten die vorig jaar zijn afgestudeerd, hoeven ondanks de onjuist samengestelde examencommissie niet te vrezen voor de waarde van hun diploma. Enkel de besluiten waarbij studenten kunnen aanvoeren dat de examencommissie partijdig of niet onafhankelijk was, kunnen vernietigd worden. Welke besluiten dit mogelijk zouden kunnen zijn is de facultaire studentenraad nog aan het uitzoeken.

 

Geen van de leden van de betreffende examencommissie was beschikbaar voor commentaar.

 

Update 16 september 2016 11.45 uur

In een uitgebreide schriftelijke reactie laat het faculteitsbestuur van de rechtenfaculteit weten dat Suzanne Mol-Verver vlak na haar aantreden als opleidingsdirecteur is vertrokken uit de examencommissie en dat dit niet in strijd is met de UvA-regels.

 

Wat betreft het andere lid, Barbara Reinhartz, stelt de rechtenfaculteit inderdaad dat dit afwijkt van de UvA-Handreiking, maar dat dit juist in het belang is van de studenten aangezien zij de enige is met de nodige expertise op het gebied van notarieel recht. Volgens de rechtenfaculteit dragen haar opleidingsdirecteuren bovendien geen financiële verantwoordelijkheid, waardoor zij weliswaar handelde in strijd met UvA-regels, maar niet in strijd met de Wet op het Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek. In een eerdere versie van dit artikel werd dat wel beweerd.