Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Mats van Soolingen
actueel

‘UvA’ers ervaren gebrek aan autonomie en zeggenschap’

Steffi Weber,
4 mei 2016 - 12:24

Docenten en studenten aan de UvA willen meer te zeggen hebben over hun eigen opleiding. De top-down-besturing van de universiteit is één van de grootste grieven aan de universiteit. Dat stelt de commissie democratisering & decentralisering in haar tweede voortangsrapportage, die binnenkort online komt te staan.

De commissie, onder leiding van voorzitter Lisa Westerveld, heeft sinds het eerste voorgangsrapport in februari tientallen gesprekken gevoerd met medewerkers, studenten, leidinggevenden en decanen op de UvA. ‘Opvallend genoeg is het refrein bij de meeste bezochte faculteiten hetzelfde,’ schrijft de commissie. Docenten voelen zich als ‘professional’ miskend en door de grote hoeveelheid regels betutteld. Studenten beklagen zich op hun beurt over de geringe mogelijkheden om hun eigen studie in te delen en vorm te geven.

Volgens de commissie laten de klachten zich samenvatten in vier thema’s: ‘top-down besturing’, ‘uniformering van de regelgeving’, ‘bureaucratisering en gebrek aan vertrouwen’ en tenslotte de ‘teloorgang van het gevoel van eigenaarschap en professionele trots’. In al deze gevallen is er een tekort aan autonomie en zeggenschap dat daaraan ten grondslag ligt, oordeelt de commissie.

 

Drie projecten

De komende maand gaat de commissie met een aantal docenten en studenten nadenken over de vraag hoe autonomie en zeggenschap op het basisniveau kan worden vergroot. Daarvoor zijn er drie projecten opgericht: de eerste twee projecten zijn decentralisering & autonomie en democratisering & medezeggenschap. De onderwerpen van deze projecten leiden tot een derde project waarin de commissie inzoomt op het beleid aan de bestuurlijke top van de universiteit en hoe dat tot stand komt.

 

Het eerste project, decentralisering & autonomie, houdt zich bezig met de top-downbesturing – volgens de commissie een overblijfsel uit de jaren tachtig toen de snel stijgende vraag naar producten tegen zo laag mogelijke prijzen tot ‘een centraal aangestuurd planning & control-systeem’ werd opgebouwd. Deze centraal aangestuurde structuur zou leiden tot een versnippering van taken en zeggenschap op basisniveau. Medewerkers moeten verantwoording afleggen aan een veelheid van managers en directeuren voor afzonderlijke taakvelden, maar hebben zelf weinig bevoegdheden.

‘Docenten hebben geleerd om “onder de radar” te vliegen en hebben hun eigen informele organisatie gecreëerd’

‘We hebben ook medewerkers gesproken die zich hebben aangepast aan de profileratie van bepalingen van hogerhand. Ze geven aan geleerd te hebben om “onder de radar” te vliegen en ze hebben hun eigen informele organisatie gecreëerd, waarin ze een onderscheid maken tussen “on-stage” en “off-stage” gedrag,’ valt in de rapportage te lezen.

 

Fusies, bibliotheken en internationale alumni

De top van de universiteit zou verder met andere onderwerpen bezig zijn dan de basis als nuttig ervaart, bijvoorbeeld met fusies, centrale bibliotheek en internationale alumniverenigingen in plaats van coherente opleidingen of studieruimten van studenten nabij de opleiding. De ‘eenzijdige oriëntatie op internationale ratings’ zou ten koste gaan van de kwaliteit van het onderwijs.

 

Volgens de commissie is er ‘brede steun’ voor het toekennen van meer autonomie op het laagste organisatieniveau, ‘ook bij medewerkers en studenten die zich afkerig hielden van de Maagdenhuisbezetting of er kritiek op hadden, zo blijkt in onze gesprekken.’

 

Tijdens de pilot zullen teams van medewerkers en studenten in één dag schetsen hoe zelforganisatie en zelfbestuur op de werkvloer er aan de UvA uit zou kunnen zien. Ook komt er een UvA-brede discussiebijeenkomst over dit thema. Op basis van de verslagen van de ontwerpsessies en het resultaat van de discussiebijeenkomst gaat de commissie conclusies trekken die input leveren voor het referendum.

‘Volgens de deelnemers is de medezeggenschap aan de UvA te formeel is georganiseerd; informele groepen zijn uitgesloten’

Formele medezeggenschap

Het tweede deelproject houdt zich bezig met democratisering & medezeggenschap, hiervoor is afgelopen week een conferentieEen korte samenvatting van de conclusies is inmiddels te vinden op de website van de commissie gehouden waar zo'n zeventig mensen op af kwamen.

 

Volgens de deelnemers is de medezeggenschap aan de UvA te formeel is georganiseerd. Mensen die niet kunnen of niet willen kandideren voor een formeel medezeggenschapsorgaan - denk aan drukke promovendi - hebben daardoor geen inspraak. Leden van de medezeggenschapsraden ervaren tijdsgebrek, de mogelijkheid op pro-actief op te treden is volgens hen beperkt. Andere pijnpunten zijn de beperkte informatievoorziening aan medezeggenschap en de slechte aansluiting bij de rest van de studenten en de medewerkers.

 

Allianties

Het derde deelproject gaat over de democratisering van het centraal bestuur. In dit deelproject worden ook de bestuurlijke allianties zoals de samenwerking met de HvA, de VU en internationale samenwerkingen onder de loep genomen. De commissie heeft opdracht gegeven voor een nadere inventarisatie en analyse van het alliantiebeleid: wat de doelen waren, hoe over de allianties besloten werden en wie er wel en niet bij betrokken waren.

 

Verder staat in het rapport dat de commissie haar werkplan heeft aangepast om nog voor de zomer alle discussies en analyses te kunnen afronden, om zo direct na de zomer het referendum te kunnen organiseren.‘