Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Kārlis Dambrāns (cc, via Flickr)
wetenschap

‘Communicatie tussen native en non-native speaker best via chat’

Steffi Weber,
12 april 2017 - 16:27

Welke opleiding je ook volgt, je zult als student of docent hoe dan ook geconfronteerd worden met Engels. Maar verloopt de digitale communicatie tussen zogeheten native speakers, mensen wier modertaal Engels is, en non-native speakers wel goed? Begrijpen we elkaar wel en zo niet, durven we dat toe te geven? Niet altijd, stelt Roos van der Zwaard, die morgen promoveert op de digitale interactie tussen native- en non-native speakers.

Wat werkt beter? Skypen of chatten?

‘Als Engels niet je moedertaal is en je wil digitaal samenwerken met een native speaker, kun je dat beter niet via de webcam doen. Ouderwets schriftelijk chatten leent zich voor zogeheten telecollaboratieprojecten veel beter dan Skype of een ander programma met webcam. Dat komt omdat de non-native speaker het sneller durft toe te geven als hij of zij iets niet goed begrijpt. Chat is anoniemer en studenten zijn minder bang voor gezichtsverlies. Het voelt kortom veiliger dan de webcam.’

‘Achter de webcam durven studenten minder snel toe te geven dat ze iets niet goed begrijpen’

Hoe heb je dat onderzocht?

‘Studenten moesten in groepjes van twee, altijd een native en een non-native speaker, een opdracht uitvoeren. Daarvoor gebruikten ze twee verschillende digitale media: video-conferencing, dus communiceren via de webcam, en een geschreven chat. De chatsessies werden automatisch opgeslagen door het programma en konden vervolgens worden geanalyseerd; de webcamopnames werden getranscribeerd.’

 

Waar heb je naar gekeken?

‘Ik heb vooral gekeken naar het zogeheten negotiation of meaning, dus het onderhandelen over betekenis. Kortom komt het neer op de vraag of de non-native speaker aangeeft als hij iets niet begrepen heeft. Dat is iets postitiefs. Als het goed is legt de native speaker het begrip vervolgens uit, waardoor de non-native speaker weer iets leert. Dat is goed voor het leerproces en goed voor de opdracht die moet worden uitgevoerd. De kans dat dat gebeurt is dus groter via de chat dan via de webcam.’

 

Wat voor opdrachten hebben de studenten uitgevoerd?

‘Mijn proefschrift is een onderdeel van een digitaal project van een docent theaterwetenschappen aan de Deakin University in Melbourne. Een groep UvA-eerstejaars Europese studies met de minor Engelse taalvaardigheid heeft gedurende een semester samen met Australische studenten theaterwetenschappen een digitaal toneelstuk van vijftig minuten geschreven, geregisseerd én live opgevoerd. Tijdens de voorstelling werden ze geprojecteerd op het scherm van een Australisch universiteitstheater en acteerden ze live samen met de Australische studenten. Het was heel spectaculair en nooit eerder gedaan.’

 

Dat klinkt als een gigantische operatie.

‘Dat was het ook, zowel logistiek als technisch. Als de webcam het al deed, dan was of het opnameprogramma kapot of hadden de studenten iets verkeerd begrepen, om nog maar te zwijgen over de acht tot tien uur tijdverschil. Maar het is gelukt. De studenten vonden het geweldig en de internationale aandacht is groot. Als het aan mij ligt, komt er zeker een vervolg.’

 

Roos van der Zwaard promoveert morgen om 12.00 uur in de Agnietenkapel op Patterns of (Negotiated) Interaction During Telecollaboration Between Native and Advanced Non-native Speakers