Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: LaurMG
wetenschap

60 procent medische wetenschappers sjoemelde ooit

Steffi Weber,
1 juli 2016 - 16:04

Wetenschappers staan onder grote druk om hun onderzoek gepubliceerd te krijgen in gerenommeerde vakbladen. Wordt die druk te hoog, dan is dat niet alleen slecht voor de onderzoekers zelf, maar ook voor de betrouwbaarheid van de wetenschap als geheel. De hoge publicatiedruk onder medische hoogleraren kan zelfs leiden tot wetenschappelijk wangedrag en burn-outs, stelt psychiater Joeri Tijdink. Gisteren promoveerde hij aan het medisch centrum van de Vrije Universiteit (VUmc) in Amsterdam.

Als geneeskundestudent was Tijdink (35) ooit getuige van gekibbel onder medische wetenschappers. ‘Twee volwassen mannen vlogen elkaar spreekwoordelijk in de haren over auteursplekken voor een publicatie,’ herinnert Tijdink zich. ‘Ik dacht: hier is iets geks aan de hand.’ Gisteren promoveerde hij aan het VUmc op de publicatiecultuur onder medische hoogleraren. De druk die wetenschappers ervaren om onderzoek te doen en dat gepubliceerd te krijgen in wetenschapsbladen kan kwalijke gevolgen hebben: wetenschappers leiden er psychisch onder. Wie koste wat kost een artikel in een vakblad wil, is daarnaast eerder geneigd om bij het onderzoek te sjoemelen.  

 

Dokter, afdelingshoofd en wetenschapper tegelijk

Voor zijn promotie heeft Tijdink vijf onderzoeken uitgevoerd. Aan de hand van verschillende vragenlijsten heeft hij onderzocht hoe hoogleraren aankijken tegen de publicatiecultuur. Hij onderzocht ook de invloed van publicatiedruk op de betrouwbaarheid van de wetenschap en op het geestelijk welzijn van de hoogleraren. Hij onderzocht 437 medische hoogleraren uit alle acht universitaire medische centra van Nederland. Tijdink: ‘Als medisch hoogleraar heb je ontzettend veel taken. Je bent dokter, opleider en vaak ook afdelingshoofd tegelijk, maar je belangrijkste taak, waar je het meest op wordt afgerekend, is de wetenschap.’

Maar liefst 60 procent van de ondervraagde wetenschappers gaf toe ooit te hebben gesjoemeld, bijvoorbeeld met de auteurslijst van een wetenschappelijke publicatie

Tijdink vond een duidelijk verband tussen publicatiedruk en wetenschappelijk wangedrag zoals gesjoemel met onderzoeksresultaten. Een ander gevolg van de publicatiedruk zijn burn-outverschijnselen. ‘Ik had wel verwacht dat hoogleraren de publicatiedruk als een probleem ervaren,’ zegt Tijdink, ‘maar dat het zo erg is, komt toch wel als een verrassing.’ Al helemaal omdat de wetenschappers blijven functioneren, meent Tijdink. ‘Het zijn de topwetenschappers, de crème de la crème van de medische academie, als iemand het aan moet kunnen, zijn zij het wel.’

 

Gesjoemel

Toch gaf maar liefst 60 procent van de ondervraagde wetenschappers toe ooit te hebben gesjoemeld, bijvoorbeeld met de auteurslijst van een wetenschappelijke publicatie. Dan staat ineens iemand als auteur op een publicatie, die in werkelijkheid niet of nauwelijks iets aan het onderzoek heeft bijgedragen. ‘Dat is een kleine misdraging,’ zegt Tijdink. ‘Het is niet eerlijk, maar het doet geen afbreuk aan de waarheid van het onderzoek of de betrouwbaarheid van de wetenschap.’

 

Grove missers, zoals het verzinnen van data, zie je vrijwel nooit, meent Tijdink. Slechts 0,4 procent van de ondervraagden heeft dat wel eens meegemaakt, maar het zijn juist de kleine misdragingen die de wetenschap het meeste schade berokkenen, meent Tijdink. ‘Dan heb ik het over kleine, al dan niet bewuste foutjes die de media niet halen, maar die er wel voor zorgen dat een dataset of de wetenschap als geheel onbetrouwbaar worden.’

 

Een proefpersoon die niet in de data past wordt bijvoorbeeld geruisloos uit het onderzoek weggelaten. Of een onderzoek waarin geen verband kon worden aangetoond wordt niet gepubliceerd. ‘Je weet dat de vakbladen het laten liggen en brengt je onderzoek daarom niet naar buiten. Het is niet écht sjoemelen, maar zo gaat er waardevolle wetenschappelijke informatie verloren. Het lijken kleine misdragingen maar ze zijn wél hartstikke schadelijk.’

 

‘Geef promovendi een rolmodel’

Mensen met een machiavellistisch karakter, die hun eigenbelang voorop zetten en weinig rekening houden met de mensen om hen heen, lopen een verhoogd risico om het niet zo nauw te nemen met de regels, blijkt uit Tijdinks onderzoek. Volgens Tijdink is het belangrijk om jonge onderzoekers en promovendi goed te begeleiden. ‘We moeten weten wat goede wetenschap is en dat kun je alleen maar leren van iemand die het voordoet. Je hebt iemand nodig aan wie je je kunt spiegelen, een rolmodel.’ 

‘Je hebt druk nodig om te presteren, topsporters hebben ook druk nodig’

Naast de neiging om te gaan frauderen vond Tijdink nog een ander negatief effect van de hoge publicatiedruk: het is slecht voor de geestelijke gesteldheid van de hoogleraren. Maar liefst 24 procent van de ondervraagden kampt met ernstige burn-outverschijnselen en dat heeft mogelijk te maken met de druk om te publiceren, concludeert Tijdink in zijn onderzoek.

 

Minder onderzoek

Toch is die druk zeker niet alleen maar slecht, meent Tijdink. ‘Je hebt druk nodig om te presteren, topsporters hebben ook druk nodig. Het geeft je de nodige drive, de wil om te presteren.’ Pas als de druk zo hoog wordt dat de wetenschapper het niet meer aankan, heeft het schadelijke gevolgen. Tijdink: ‘Bijvoorbeeld voor de betrouwbaarheid van de wetenschap, maar ook voor de onderzoeker zelf.’

 

Naast goede begeleiding van promovendi pleit Tijdink voor minder kwantiteit en meer kwaliteit in de onderzoekswereld. ‘We beantwoorden ontzettend veel vragen, maar zijn dat wel de juiste vragen? En beantwoorden we die wel met de juiste methodes? Ik denk dat veel onderzoek niet medisch of maatschappelijk relevant is. Wat we nodig hebben zijn minder wetenschappers, maar wel wetenschappers die focussen op kwesties die écht belangrijk zijn voor de maatschappij, écht belangrijk zijn voor de patiëntenzorg en écht belangrijk zijn om de wetenschap verder te brengen.’