Geweld in games en op tv voor meeste jongeren geen probleem
Gewelddadige spellen, series en films maken jongeren die in een gezond gezin opgroeien niet agressiever, zo blijkt uit promotieonderzoek van mediawetenschapper Karin Fikkers. Maar jongeren die opgroeien in een gewelddadig gezin of met gewelddadige vrienden - een kleine minderheid van de jongeren - zijn wel ontvankelijk voor mediageweld. Fikkers licht deze en andere bevindingen morgen toe bij Proost op de Wetenschap in SPUI25.
Wetenschappers hebben lang gesteggeld over de invloed van gewelddadige media op jongeren. 'De één claimt dat die spellen kinderen gewelddadig maken, terwijl andere wetenschappers juist menen dat ouders zich helemaal geen zorgen hoeven te maken,' zegt Fikkers. Met haar resultaten nuanceert ze het beeld. 'De context waarin je opgroeit bepaalt of je agressief wordt van geweld op tv en in games.'
Fikkers vermoedt dat kinderen in een geweldsvrij gezin van hun ouders de norm meekrijgen dat agressie en geweld niet wenselijk zijn. Wanneer die jongeren er dan wild op los schieten in een spel als Call of Duty, kunnen ze relativeren dat dat geweld in een fantasiewereld plaatsvindt. Kinderen bij wie dat geweldsvrije kader ontbreekt, missen dat relativeringsvermogen en zijn eerder geneigd het geweld over te nemen.
'Mijn onderzoek kan de meeste ouders geruststellen', aldus Fikkers. Zij hoeven zich geen zorgen te maken over de gewelddadige games en kunnen vertrouwen op de normen die ze hun kind hebben bijgebracht en het voorbeeld dat zij stellen.
'Voor hulpverleners die zich bekommeren om jongeren in kwetsbare of agressieve gezinnen zie ik de opgave de consumptie van gewelddadige games en films te verminderen,' stelt Fikkers. Daarin ziet ze ook een rol weggelegd voor de producenten van games. 'Ik hoop dat die de uitdaging aannemen spellen te maken die net zo spannend en dynamisch zijn, maar geen geweld bevatten. Denk bijvoorbeeld aan voetbalspel FIFA.'
Fikkers promoveerde vorige maand op haar onderzoek. Bij SPUI25 legt ze uit hoe ze tot haar inzichten is gekomen en wil ze in gesprek met haar publiek. 'Ik hoop natuurlijk dat er veel ouders van pubers in de zaal zitten, zodat ik van hun kan horen waar zij zich zorgen over maken bij het mediagebruik van hun kinderen.'
