Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Fernando Pereira (cc, Anefo)
opinie

Op z'n Duits | Beroepen Leren

Linda Duits,
4 december 2015 - 09:23
Deel op

Studenten van de UvA staan erom bekend dat ze de universiteit ‘school’ noemen. Ik heb nooit begrepen waarom ze dat zijn gaan doen – in mijn tijd deed niemand dat – maar ik schrijf het graag toe aan intellectuele rebelsheid. Het beestje bij de naam noemen is subtiel verzet. Er zitten ook studenten tussen die geen idee hebben waarom die term een doorn in het oog van academici is. Voor hen is er geen wezenlijk verschil tussen een school en een universiteit. Ze komen er om te leren en ze leren omdat het moet.

 

Deze studenten blieven nuttige kennis. Ze willen graag iets worden. Vroeger bitchten we vol genoegen dat rechten en geneeskunde geen academische studies waren omdat ze zo duidelijk opleidden tot een beroep en beroepen leren deed je op het hbo. Op de universiteit waren we met hogere zaken bezig.

 

Maar de scheidslijnen tussen hbo en universiteit vervagen. Ook op het hbo kun je een masteropleiding doen en ook op het hbo worden onderzoeksvaardigheden gedoceerd. Aan de andere kant is de praktijk voor universiteiten belangrijker geworden. De scheiding tussen reguliere masters en onderzoeksmasters is daarbij veelzeggend.

 

Doctorandus betekent ‘hij die nog doctor moet worden’. Toen ik mijn doctoraal behaalde, zei de voorzitter dat dit geen afsluiting was, maar dat deze bul mij toegang bood tot de volgende trede op de academische ladder. Bij een masteruitreiking wordt zulks niet meer gebezigd. Met zo’n master ben je immers klaar. Als je een academische carrière ambieert, had je een onderzoeksmaster moeten doen.

'Academische vaardigheden zijn voor hen onbetekenend'

Dat betekent automatisch dat reguliere masteropleidingen studenten klaarstomen voor de arbeidsmarkt. Opleidingen zijn daar daarom meer aansluiting mee gaan zoeken, al in vroege fases. Een natuurlijk onderdeel daarvan is het lopen van een stage. Zelfs bij filosofie, de meest beroepsongerichte studie, is dit mogelijk.

 

In het licht van deze veranderingen is het niet raar dat studenten willen weten wat ze met hun kennis kunnen. Mijn antwoord als docent is daar echter nog niet op aangepast. Studenten zullen in hun latere beroep nooit hoeven te weten wat het Hotellingeffect in de media is. Als ik uitleg dat ze dat moeten leren omdat het erom gaat patronen te kunnen herkennen, om hoofd- en bijzaken te kunnen scheiden, kijken ze me met glazige ogen aan. Als ik vertel dat de eindtermen van media & cultuur nauwelijks verschillen van die van Roemeens worden ze boos. Academische vaardigheden zijn voor hen onzichtbaar en daarmee onbetekenend. In die zin is het een wonder dat de corporate university er nog steeds zo mee schermt. Wellicht zijn de mensen aan de top stiekem net zo ouderwets als ik.