Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Tom Hilton (cc, via Flickr)
opinie

Op z’n Duits | De aard van het weten

Linda Duits,
28 april 2017 - 08:33
Betreft
Deel op

Dit weekend werd er gewandeld. In meer dan 600 steden wereldwijd gingen mensen de straat op ‘voor de wetenschap’. Wetenschap staat onder druk, in Turkije, in Hongarije, in de VS. Ook in Nederland zijn er zorgen.

Wetenschap wordt steeds vaker afgedaan als ‘ook maar een mening’, bijvoorbeeld door de hoofdredacteur van het NOS Journaal. Hij stelde ooit in een interview dat de mening van een bloemist over een vaccin voor hem even zwaar weegt als onderbouwd wetenschappelijk onderzoek.

 

Met de NOS komt het nooit meer goed. In hun berichtgeving over de wetenschapsmars was de kop ‘Wetenschappers betogen tegen aanvallen op hun werk’. Het kwam de nieuwsdienst op hoon van Twitter te staan. Kritiek is immers onderdeel van het dagelijks bedrijf, kritiek is de core business van academici. Het protest gaat over aanvallen op de legitimatie van wetenschap.

 

Wetenschappers zouden geen wetenschappers zijn als we niet de hand in eigen boezem staken. Misschien moeten we meer ons best doen om uit te leggen wat we doen? Minder met onze peers praten en meer met de leek? Dat is altijd een goed idee, maar dat gebeurt al volop en het gebeurt steeds meer. Bovendien zijn er steeds minder leken: niet eerder waren er zoveel hoogopgeleide mensen.

Wetenschappers praten in de media zelden over hun eigen onderzoek

Een deel van het probleem zit bij de journalistiek. Niet alleen de NOS heeft een probleem met wetenschap. Samen met Alexander Pleijter voerde ik vorig jaar voor het Rathenau Instituut een onderzoek uit naar wetenschapsjournalistiek in Nederland. Bijna alle media, van damesbladen tot televisietalkshows, doen wel iets met wetenschap. Het valt daarbij op dat bronnen nauwelijks genoemd worden en dat wetenschappers zelden over hun eigen onderzoek praten. Voor een bespreking van de gehanteerde methoden is weinig ruimte. En dat is cruciaal.

 

Wat wetenschap zo gaaf en anders maakt, is de voortdurende discussie over methoden. Op welke manier zijn we dit te weten gekomen en hoe betrouwbaar en valide is die manier? Daarbij hoort ook discussie over de aard van het weten. Wetenschapsfilosofie dus.

 

Pleijter en ik laten zien dat er in de media vooral aandacht is voor methode als er op televisie proefjes worden nagedaan. Dan zijn methoden namelijk mediageniek. Juist bij andere genres is het uitleggen van methoden echter belangrijk: een wetenschapper beweert namelijk niet zomaar iets, het is de uitkomst van onderzoek en onderzoek kent een onderzoeksmethode en een epistemologie.

 

Wat een vaccinwetenschapper onderscheidt van een bloemiste en wat een klimaatwetenschapper onderscheidt van een Marianne Zwagerman, is dat wetenschappelijke kennis het resultaat is van een proces – een proces van onderzoeken, van discussie, van wegen en nadenken – dat vervolgens verantwoord wordt. Daarbij zijn twijfel en kritiek fundamenteel, maar dat betekent niet dat wetenschappers nooit consensus bereiken; of je nu positivist of poststructuralist bent. Die gedeelde zienswijze van wetenschappers komt het dichtst in de buurt bij wat waarheid is. De redding van de wetenschap ligt dus besloten in haar aard: het verantwoorden van de verantwoording.

Lees meer over