Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Pedro Ribeiro Simões (cc, via Flickr)
opinie

‘Dienend leiderschap gaat het hbo niet helpen’

Paul Disco,
16 december 2016 - 12:57
Betreft
Deel op

De Vereniging Hogescholen wil dat dienend leiderschap belangrijker wordt op hogescholen. Geen slim plan, vindt HvA-docent Paul Disco. ‘Het gaat om activeren.’

Stel: je geeft les op het hbo en je moet kiezen tussen belonen & straffen,  inspireren & enthousiasmeren of vragen aan studenten wat je voor ze kan betekenen om hun doelen te realiseren. Welk type leiderschap zou het meest effectief zijn? Dat is in kaart gebracht door Peter Northouse, communicatieprofessor aan de Western Michigan University. Hij heeft fundamentele theorieën over leiderschap beschreven en gekeken naar de praktische toepassingen daarvan. Drie belangrijke toepassingen zijn transactioneel (belonen en straffen), transformationeel (inspireren) en dienend leiderschap. In een apart boek heeft hij specifiek gekeken naar leiderschap in het onderwijs. Dat is een aanrader, omdat het laat zien dat alle, maar dan ook alle leiderschapstheorieën van toepassing zijn op docenten.

 

Hoewel er dus veel verschillende benaderingen van leiderschap zijn, is wel duidelijk dat er niet één dominante succesfactor is. En van een aantal typen leiderschap kun je niet wetenschappelijk vaststellen of ze effectief zijn, eenvoudigweg omdat ze nog niet zo lang onderzocht worden. Eén daarvan is dienend leiderschap. Dat wordt pas recentelijk op effectiviteit bestudeerd. Kort gezegd: er is geen bewijs dat dienend leiderschap effectief in het hbo is.

Effectief is een actieve, enthousiaste docent die studenten bewust laat leren, goede feedback geeft, duidelijke en uitdagende doelen stelt, doorgaat tot een student de stof beheerst, geregeld toetst en metacognitieve leerstrategieën aanreikt

Voor de Vereniging Hogescholen is dit feit geen belemmering om vorige week in een publicatie het dienend leiderschap aan te bevelen. Niet alleen voor onderwijsbestuurders, maar ook voor docenten: ‘Dienend leiderschap van docenten is noodzakelijk voor de talentontwikkeling van studenten en voor de kwaliteit van ons onderwijs in brede zin.’ Een interessante stelling, die weliswaar niet op wetenschappelijk inzicht is gebaseerd, maar richtinggevend bedoeld kan zijn. Maar dan volgt: ‘De ambities van de docenten zijn dan vooral gericht op datgene wat zij willen bereiken met hun studenten.’ Ook een mooie stelling, maar lijkt mij nogal strijdig met dienend leiderschap van een bestuurder. Jammer, want het essay stelt dat wie dit niet begrijpt, heeft ‘niets te zoeken in het onderwijs’. Er is geen eenduidige definitie van dienend leiderschap, maar ik vermoed dat buitensluiten geen onderdeel zal zijn van de formulering. Een dienend leider vraagt aan mensen wat er nodig is om het werk goed te doen en laat ze groeien.

 

Activeren

En er is wel wat af te dingen op de roep om dienend leiderschap in het hoger onderwijs. De meta-analyse van John Hattie, onderwijsprofessor aan de University of Auckland, over wat wel en niet werkt in het onderwijs is helder: goed leiderschap is cruciaal bij het verbeteren van de prestaties van leerlingen. Effectief is een actieve, enthousiaste docent die studenten bewust laat leren, goede feedback geeft, duidelijke en uitdagende doelen stelt, doorgaat tot een student de stof beheerst, geregeld toetst en metacognitieve leerstrategieën aanreikt. Faciliteren, dienen, blijkt geen effect te hebben, het gaat om activeren.

 

Dus, als dienend leiderschap zou kunnen werken onder volwassenen, dan staat dat allerminst vast voor jonge studenten. Een belangrijk argument noemt Jelle Jolles, hoogleraar aan de VU. Het menselijk brein ontwikkelt zich tot ver na het twintigste levensjaar. Motiveren, richting aangeven, alternatieven aanwijzen en emotionele ondersteuning blijken essentieel leiderschapsgedrag voor het transformeren van kind via jong volwassene naar professional.

Hogescholen besteden nog geen 10 procent van de totale inkomsten aan contacttijd

Taakgericht en ondersteunend

In de propedeuse kun je veilig veronderstellen dat er weinig professionele vaardigheden aanwezig zijn bij de zeventienjarige studenten. Bovendien is de propedeuse ook bedoeld om te zien of iemand geschikt is voor de vervolgjaren in het hbo. Hier ligt een transactionele, taakgerichte rol voor de hand, zoals bijvoorbeeld beschreven in de  Situational Leadership Theory van Hersey and Blanchard. Ook de Managerial Grid van Blake and Mouton toont dat taakgerichte leiders effectiever zijn in deze situatie met sturing en coaching.

 

In de hoofdfase blijkt naast coaching, niet sturing maar ondersteuning effectiever, omdat dit beter werkt in situaties met een minder duidelijke taakstructuur en minder positiemacht. Dat wil zeggen, er is sprake van afnemende sturing, de hbo-student moet uiteindelijk zelf bedrijfsproblemen kunnen opsporen en oplossen. Voor het ontwikkelen van de competentie probleem oplossen blijkt een transformationele benadering het meest effectief. Waarbij dus in de propedeuse een wat meer transactionele, gestuurde aanpak doelgerichter is. Dienend leiderschap vereist immers dat mensen op zijn minst goed en doordacht kunnen aangeven wat ze nodig hebben om te groeien. Dat zou nog goed kunnen in het volwassenenonderwijs, maar ligt niet voor de hand in het contact met jonge studenten.

 

Weinig contacturen

Maar als transactioneel en transformationeel leiderschap dan zo effectief zijn, waarom vallen dan zoveel studenten uit of worden langstudeerder? In dit licht vind ik dat het aantal contacturen in het hoger onderwijs erg laag is om aan transformatie van jonge mensen te werken. We smeren nu nog geen 6 maanden contacttijd uit over 4 studiejaren. Als we ervan uitgaan dat een docent ongeveer 75.000 euro kost, inclusief alles, dan besteden hogescholen nog geen 10 procent van de totale inkomsten (de opbrengst van 4 jaar van twee klassen) aan contacttijd. Dat is nogal krap voor het aanreiken van professionele competenties via hoor- en werkcolleges en praktijkopdrachten, bijspijkeren van taal en rekenen, ondersteunen, motiveren en feedback geven.

 

Daar gaat dienend leiderschap echt niet bij helpen. En al helemaal niet om de uitval in het eerste jaar van het hbo, boven de 30 procent, te beperken. Door studenten genoemde redenen zijn: verkeerde studie gekozen, verwachtingen over de opleiding niet uitgekomen, niet voldoende gemotiveerd en ander beeld van de opleiding. Dat is toch wel het ultieme argument om te onderstrepen dat dienend leiderschap van docenten hier niet effectief zal zijn.

 

Paul Disco is docent bij de HvA-opleiding media, informatie & communicatie.

Lees meer over