Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Martine de Haan (cc, via Wikimedia Commons)
opinie

Van der Pol | Betweters

Linda van der Pol,
22 september 2016 - 09:53
Deel op

Mijn geschiedenismaster is net een integratieklasje. We hebben Australiërs en Grieken, filosofen, cultuurwetenschappers en bouwkundigen. We hebben mij, een overgelopen neerlandicus, en een van ons is een voormalig pabo-meisje. Ze had een tijd op school gewerkt, maar stond te popelen zich om te scholen. Dat leek me niet gek. Ze is een goede student en ongetwijfeld een uitstekende docent: intelligent, open en initiatiefrijk – maar kinderen ben je nu eenmaal snel zat.

‘Nee,’ zei ze, ‘zo zit het niet, ik mis die kids enorm.’ Het probleem waren de ouders. Betweterige figuren met de oneindige behoefte de juf de les te lezen. Die, bang dat hun kind (of eigenlijk zijzelf) niet het beste zou krijgen, het internet opgingen en alternatieve lesmethodes opdrongen. Die tienminutengesprekjes tot gevechtslinies maakten. Niet-westerse ouders bleken het meest redelijk; de enigen die háár kennis en háár autoriteit respecteerden.

Papa en mama hadden het kind naar ‘het gym’ gekletst

De tijd waarin ikzelf bijles gaf op een zelfstandig gymnasium drong zich op. Iedere middag probeerde ik een lokaaltje vol advocatenkroost de beginselen van het Latijn en de wiskunde bij te brengen. Papa en mama hadden voor het gemak de Cito-score terzijde geschoven en het kind naar ‘het gym’ gekletst. Nu moest het volhouden ook.

 

Veel gevallen waren hopeloos, sommige gevallen waren schrijnend. Zo was er eersteklasser Mira. Toen het eerste uitstroommoment in zicht kwam, stond ze met een handvol onvoldoendes, waaronder twee drieën voor de klassieke talen. Vijf dagen per week, van drie tot zes, doceerde ik haar. ‘Laat haar tot negen uur blijven,’ gebood moeder Agnes me eens. ‘Ik geef wel een bakje eten mee.’


Mira stopte met viool, met hockey en met paardrijden.Na onze derde ruzie beantwoordde ik Agnes’ telefoontjes niet meer. Mira moest naar de havo op een openbare scholengemeenschap en dat, vond Agnes, was mijn schuld. Het pabo-meisje vroeg of ik nog mijn eerstegraads bevoegdheid wilde halen, maar dat vond ik een domme vraag.


‘Domme vragen bestaan niet,’ zei ze weinig overtuigd.